Het gaat slecht met de SP.A, en de gemeenteraads-verkiezingen van 2018 naderen met rasse schreden. De vorige keer verloor ze Antwerpen, een nieuw verlies kan ze zich niet permitteren. ‘Stel je voor dat we de sjerp verliezen in Gent of Oostende.’

‘Dezer dagen voel ik veel bedrijvigheid achter mijn rug’, zegt de Brugse burgemeester Renaat Landuyt (SP.A). ‘De regeringspartijen proberen nu al om nieuwe coalitieafspraken te maken. Vooral in de steden willen ze ons uit de meerderheid weren.’ Niet alleen achter de rug van Landuyt beweegt er het een en ander. Ook zijn Oostendse collega Johan Vande Lanotte zei onlangs in een interview op Knack.be dat hij verwacht dat de N-VA in zo veel mogelijk steden met de Open VLD in de meerderheid wil stappen. Desnoods, naar Mechels model, met Groen.

Dat is natuurlijk geen goed nieuws voor de socialisten, die bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 heel veel te verliezen hebben. Een partij die zich sinds jaren als stadspartij profileert, moet het wel goed doen in de Vlaamse steden. Zeker nadat ze bij de vorige verkiezingen Antwerpen verloor. ‘Het zou nefast zijn als we dit keer de burgemeesterssjerp zouden moeten afgeven in rode bastions als Gent, Leuven of Oostende’, zegt een socialistische schepen. ‘Niet alleen omdat het daar is waar ze ons in 2018 de maat zullen nemen, maar ook voor het moreel van de troepen. Meteen na de gemeenteraadsverkiezingen zal de federale en Vlaamse campagne beginnen, en dan kunnen we maar beter niet in de touwen hangen.’

Het Gentse voorbeeld

Als federale en Vlaamse oppositiepartij komt de SP.A onvermijdelijk met een handicap aan de start. Bij gebrek aan ministers moet ze het tegenwoordig vooral hebben van mediagenieke burgemeesters als Hans Bonte (Vilvoorde) en Daniël Termont (Gent). Maar de andere rode burgemeesters doen het veel minder goed. Uit een poll van Het Nieuwsblad bleek onlangs dat de Hasseltse burgemeester Hilde Claes en haar Brugse collega Renaat Landuyt allesbehalve populair zijn. Zelfs partijgenoten generen zich voor de weinig socialistische manier waarop Landuyt reageert op de vluchtelingenstroom die zijn stad aandoet. Vlakbij, in Oostende, zit de SP.A ook al met een probleem: de Oostendenaars lijken niet te kunnen verteren dat Johan Vande Lanotte er Jean Vandecasteele aan de kant schoof om zelf burgemeester te worden.

Nu heeft Vande Lanotte, die kan terugvallen op zijn lange staat van dienst in de nationale politiek, nog wel even tijd om zijn imago op te poetsen. Moeilijker wordt het voor de nieuwe lijsttrekkers die in Leuven en Gent aantreden: Louis Tobback geeft de fakkel door aan Mohamed Redouani en Daniël Termont aan Tom Balthazar. In sommige afdelingen zorgt die machtswissel voor regelrechte paniek. ‘Toch zou het resultaat kunnen meevallen’, zegt politicoloog Herwig Reynaert (UGent). ‘Toen Daniël Termont de populaire Frank Beke opvolgde, dacht iedereen dat de SP.A veel stemmen zou verliezen. Als Tom Balthazar zich als burgervader kan profileren, zou hij het succesverhaal kunnen verderzetten. En in Leuven zou het net positief kunnen zijn dat de partij iemand naar voren schuift met een heel ander profiel dan Louis Tobback.’

In sommige steden heeft de SP.A ook andere troeven dan een bekend boegbeeld. ‘Veel crucialer is dat wij op veel plaatsen aansluiting hebben bij alle lagen van de bevolking: van hoog tot laag, van jong tot oud, van autochtoon tot allochtoon. Of dat toch zouden moeten hebben’, zegt Hans Bonte. ‘Kijk naar Daniël Termont: het ene moment zit hij bij captains of industry, het andere supportert hij voor de Buffalo’s of wandelt hij door de Sleepstraat, waar vooral Turkse Gentenaars wonen. Dát is wat een socialistisch politicus hoort te doen.’ Over één ding zijn zo goed als alle socialisten het eens: de manier waarop Patrick Janssens Antwerpen destijds bestuurde, is het beste voorbeeld van hoe het niet moet. ‘Op het vlak van marketing had Patrick mijlen voorsprong op de meeste anderen’, vindt Bonte. ‘Maar hij en de Antwerpse SP.A waren niet aanwezig in de onderbuik van de stad, en dat is hen zuur opgebroken.’

Om de steden voor zich te houden of te winnen, moet de SP.A zich volgens veel socialisten nadrukkelijk als stadspartij profileren. ‘Het is geen toeval dat we vooral in de steden nog burgemeesters hebben’, zegt Hans Bonte. ‘Dáár is er veel diversiteit, dáár zitten veel zwakke vogels. Die thema’s liggen ons na aan het hart. Maar het is nog om een andere reden verstandig om ons op stedelijke gebieden te richten: de grote politieke discussies gaan steeds meer over de problemen waarmee steden worden geconfronteerd.’ Toch vindt niet iedereen het zo verstandig om dan maar alles in te zetten op de steden. ‘Ik begrijp het natuurlijk wel: als een partij die het altijd al beter heeft gedaan in de steden dan op het platteland ook daar zwaar begint te verliezen, heeft ze een probleem’, legt Herwig Reynaert uit. ‘Maar de SP.A zou voor alle 308 Vlaamse gemeenten moeten strijden. Er zijn plaatsen, zoals Aalter en Maldegem, waar er nauwelijks een SP.A-werking is. Onbegrijpelijk vind ik dat.’

Anderen denken dan weer dat de SP.A de steden alleen zal kunnen vasthouden als ze in kartel naar de kiezer trekt. ‘We moeten proberen onontkoombaar te zijn en dat kan alleen nog als we een kartel aangaan’, zegt een socialistische éminence grise.

Cumul uit eigenbelang

Hoe hard de socialisten ook hun best doen om sterke lokale lijsten te maken, ook de nationale trend zal onvermijdelijk impact hebben op het resultaat in de steden. Partijvoorzitter John Crombez doet manmoedige pogingen om de wind weer in de zeilen te krijgen, maar die vallen niet altijd in de smaak. Ook niet in de partij zelf. Vooral zijn voornemen om burgemeesters en schepenen te laten kiezen tussen hun lokale mandaat en hun zitje in het parlement werd de voorbije week op gemor onthaald. ‘Net omdat we ons niet kunnen veroorloven de steden te verliezen, vind ik de nevenschade van het decumul-verhaal spijtig’, zegt Renaat Landuyt, die behalve burgemeester ook Vlaams Parlementslid is. ‘Hardwerkende mandatarissen worden herleid tot cumulards, en dat richt electorale schade aan. Alsof cumul het probleem van de SP.A is. Cumul is het gevolg van vroeger succes, niet de oorzaak van de latere achteruitgang. ‘ Hij is niet de enige die vindt dat een stad er alleen maar baat bij heeft als de burgemeester haar belangen ook in Brussel verdedigt. ‘Dat argument snijdt nochtans geen hout’, reageert een schepen. ‘Natuurlijk is het belangrijk dat steden een stem hebben in de Wetstraat, maar dat hoeft niet die van de burgemeester te zijn. Ook een gemeenteraadslid kan dat doen. Als lokale bestuurders per se in het parlement willen blijven, is dat uit eigenbelang. Hun stad dienen ze veel beter door er de klok rond aanwezig te zijn.’

De vermeende plannen van de N-VA om de rode steden te enteren zorgen dezer dagen alvast voor veel nervositeit in de socialistische rangen. ‘In 2000 hebben we er samen met de liberalen alles aan gedaan om de CD&V in zo veel mogelijk steden en gemeenten naar de oppositie te verbannen, en nu zijn wij zelf aan de beurt’, zegt een vooraanstaand socialist. ‘De N-VA wil de sossen vooral in de steden vernederen, en we zullen keihard moeten vechten om dat tegen te gaan.’ Blijven herhalen dat iedereen het op de SP.A gemunt heeft, is daarbij niet eens zo’n slechte strategie.

DOOR ANN PEUTEMAN

Iedereen is het erover eens: Patrick Janssens is het beste voorbeeld van hoe het niet moet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content