Koen Hostyn (PVDA)

De N-VA spreekt niet in naam van de Vlaming, maar alsmaar meer in naam van de Vlaamse elite

Koen Hostyn (PVDA) Werkt bij de studiedienst van de PVDA, is econoom en filosoof

Koen Hostyn maakt zijn balans op van het N-VA-congres.

De N-VA congresseert. De afgelopen dagen zakten alles tezamen zo’n 5.000 leden van de N-VA af naar Antwerpen voor een groots evenement. Samengedrongen op een grote tribune om speech van de voorzitter te kunnen toehoren en met een kanariegele sjaal van de N-VA om de hals, leek het even alsof de mislukte pogingen van Bart De Wever om de Jupiler League terug naar ’t Stad te krijgen alweer helemaal vergeten waren.

Volgens de N-VA is haar congres ‘Verandering voor Vooruitgang’ een grootse oefening in ledendemocratie. Via Twitter – want #vvvcongres is uiteraard trending – circuleren er foto’s van kopstukken die netjes in de rij staan om hun amendement te verdedigen en worden vergelijkingen getrokken met burgerinitiatieven zoals de G-1000.

Het achterliggende idee is duidelijk: op het congres komen duizenden Vlamingen van alle rangen en standen bijeen om hun eigen toekomst te bespreken. Als de partij nadien de verkiezingen wint, kan zij in naam van alle Vlamingen met een sterk mandaat de onderhandelingen aanvatten over het nieuwe confederale België.

2500 amendementen

Ik betwist dat. Wie de moeite neemt om de dikke bundel met bijna 2.500 amendementen die de eerste schifting op lokaal niveau overleefden eens grondig door te nemen, kan enkele opmerkelijke tendensen vaststellen.

Ten Eerste Slechts in een 50 – tal gevallen werd er een amendement ingediend om de partij een meer ‘sociale koers’ te doen varen. ‘Wij willen als gemeenschap vooruitgaan, maar niemand achterlaten’, schrijft de partij op haar congreswebsite. Maar wat blijkt? Op het einde van de rit blijken zowat alle sociale amendementen gesneuveld te zijn.

Hoewel er op het N-VA – congres uiteraard geen georganiseerd middenveld of vakbonden te bespeuren waren, zagen we voor de camera’s van VRT toch een moedige KAV’ster uit Mechelen zich opwinden over het feit dat volgens de N-VA iemand die 30 jaar hard gewerkt heeft en daarna ontslagen wordt door zijn baas, slechts recht zou hebben op 2 jaar werkloosheidsuitkering. Ze stelde voor er dan maar 5 jaren van te maken. Ook deze piste werd door een grote meerderheid verworpen.

Ten tweede Slechts zelden of nooit stellen de amendementen het principe van de voorgestelde tekst in vraag. De voorstellen zijn in hoofdzaak verfijningen en/of betere formuleringen van wat er al staat. Dat is niet toevallig. In het congresreglement van de N-VA staat duidelijk dat enkel de voorstellen geamendeerd kunnen worden. Niet de probleemstelling, analyse of beginselen die de partij voorop stelt.

De N-VA spreekt niet in naam van de Vlaming, maar alsmaar meer in naam van de Vlaamse elite

Koen Hostyn

Je kan er bij de N-VA dus wel over discussiëren hoe lang een werkloosheidsuitkering nog mag duren in het confederale Vlaanderen, maar niet over het principe dat de werkloosheidsuitkeringen drastisch beperkt moeten worden in de tijd. Of het principe dat onze bedrijven geconfronteerd worden met ’torenhoge loonkosten’, dat de Belgische democratie ‘niet werkt’ en dus naar de prullenmand verwezen moet worden en dat vakbonden ‘rechter en partij’ zijn bij het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen. Daardoor is het weinig verassend dat de voorgestelde teksten al bij al weinig verschillen van wat de partijleiding initieel naar voren schoof. Er is veel discussie in de marge, maar de kern van het verhaal wordt nooit in vraag gesteld.

Ten derde De vele amendementen blinken vooral uit in juridische, taalkundige en economische spitsvondigheden. Los van het feit dat er heel wat leden duidelijk amendementen ingediend hebben zich te ‘profileren’ naar de partijleiding toe, wijst dit ook op een belangrijke ontwikkeling binnen de partij zelf. De N-VA is uitgegroeid van een meer ‘volkse’ Volksunie tot een partij die alsmaar meer duurbetaalde advocaten, economisten, fiscalisten en managers kan bekoren. De taal van de N-VA wordt alsmaar meer een ‘managerstaal’. En ook hier geldt: the medium is the message. De N-VA spreekt niet in naam van ‘de Vlaming’, maar spreekt alsmaar meer in naam van de Vlaamse elite.

De partij steekt het dan ook niet weg dat ze maar wat graag kopstukken uit het bedrijfsleven wil aantrekken om haar kieslijsten te versterken. Tijdens het congres circuleerden de namen van voormalig Bpost-CEO Johnny Thijs, Unizo – topman Karel Van Eetveldt en ex-spoorbaas Marc Descheemaecker als opties om de lijsten voor het Europees parlement te duwen. Stuk voor stuk figuren die de afgelopen jaren riepen dat de lonen naar omlaag moeten, om uiteindelijk zelf met een dikke bonus aan de haal te gaan. Diezelfde lijst wordt getrokken door Johan Van Overtveldt, een uitgesproken neo-liberaal die tot voor kort aan het hoofd stond van de Katholieke werkgeversorganisatie VKW en het zakenblad Trends. In haar congresteksten schrijft de N-VA dan ook dat ze zowel de NMBS, Belgacom, Bpost als De Lijn helemaal willen privatiseren

Ten vierde Eerder dan voorstellen af te zwakken, proberen heel wat amendementen er nog een schepje bovenop te doen. Op het congres van de N-VA komen dan ook de communautaire scherpslijpers boven water drijven, die ook het ‘confederale’ België liefst helemaal zien verdwijnen. Nu het congres op zijn einde gelopen is, mogen zij op hun twee oren slapen. De partijleiding liet Vlaams fractieleider Matthias Diependaele opdraven om nogmaals te onderlijnen dat dat de splitsing van België hét ultieme doel van de N-VA is.

Wie de congresteksten leest, merkt duidelijk dat het ‘confederale België’ een lege doos wordt. België dient volgens de N-VA enkel nog als een financieel vehikel om belastingen door te storten aan Europa en de staatsschuld af te bouwen. Als er dan al eens een bevoegdheid wordt toegekend aan het confederale niveau, zoals defensie, lezen we enkele regels daaronder dat dit beter zou opgaan in een eengemaakt Europees leger. Vergis u dus vooral niet: het confederalisme van de N-VA is de splitsing van België, punt aan de lijn.

Ook wat Brussel betreft schenken de Vlaams-nationalisten klare wijn. Het multiculturele en meertalige Brussel wordt verscheurd door de Brusselkeuze. En opnieuw loopt de scheidingslijn grotendeels langs sociaaleconomische grenzen. Door de splitsing van de sociale zekerheid en de versnelde afbouw van de solidariteitsmechanismen in Vlaanderen, wil de N-VA de betere tweeverdieners verleiden om zich in te schrijven op de Nederlandse taalrollen. De vele werkloze Brusselse jongeren mogen dan weer gaan aankloppen bij de Franstalige sociale zekerheid. De Vlaams-nationalisten leggen hiermee de basis voor decennia aan stammentwisten en communautaire heibel in de Brusselse hoofdstad.

Verkiezingscongres

Het congres van afgelopen weekend is natuurlijk ook een verkiezingscongres. In de aanloop naar het congres pakt de partij dan ook uit met twee goed klinkende sociale kiesbeloften. Zo belooft de N-VA 600 miljoen uit te trekken om de leeflonen op te trekken ’tot de armoedegrens’. Alleenstaanden zouden 180 euro meer krijgen en samenwonenden 200 euro. Ook wil de partij de laagste lonen met 2 à 3 procent optrekken. Ook daar wil de partij 600 miljoen voor op tafel leggen.

Maar als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen

De N-VA kan wel grote getallen laten ronken, maar haar voorstellen passen perfect in haar filosofie. Daar betekent ‘sociaal’: de structurele bescherming (de sociale zekerheid) afbouwen en dan aalmoezen uitdelen om de armsten te helpen. Zo staat het ook letterlijk in de aanhef van de congrestekst Verandering voor vooruitgang: ‘Een sociale zekerheid die alle Vlamingen ervaren als hún sociale zekerheid en niet als een sociale zekerheid die er enkel is voor anderen. Een sociaal beleid specialiseert zich niet in subsidies en uitkeringen, wel in het voorkomen van armoede en het creëren van sociale mobiliteit.’

De Wever predikt vandaag dat hij iets aan de laagste lonen wil doen maar we zijn niet vergeten dat bij de onderhandelingen voor een nieuwe Vlaamse regering in 2009 diezelfde Bart De Wever precies het omgekeerde verdedigde.

Koen Hostyn

Met andere woorden: Als je een goede Vlaming bent – ‘niet voor anderen’ – en je goed gedraagt (voor wat hoeft wat), als je écht kan bewijzen dat je in de penarie zit (zoals in het Amerikaanse en Duitse model), dan pas krijg je hulp: selectief, niet structureel – ‘niet in subsidies en uitkeringen’ – met heel veel uitsluiting. Ook in dit geval wil de N-VA haar ‘sociale’ beloften bekostigen door de sociale zekerheid verder af te bouwen.

De Wever predikt vandaag dat hij iets aan de laagste lonen wil doen maar we zijn niet vergeten dat bij de onderhandelingen voor een nieuwe Vlaamse regering in 2009 diezelfde Bart De Wever precies het omgekeerde verdedigde. Toen liet hij de jobkorting, die bedoeld was om de laagste lonen minder belasting te laten betalen, afvoeren: ‘We zullen het cadeau van de jobkorting niet meer kunnen uitdelen en dat zullen de mensen voelen.’ En zo geschiedde, de hele jobkorting werd vanaf 2011 geschrapt. De laagste lonen waren terug naar af.

Als de bruid is in de schuit, zijn de beloften uit

Dat geldt ook voor de ‘sociale draai’ van de N-VA waarmee die de kiezer wil inpakken. Het manoeuvre roept herinneringen op aan haar kiescampagne in 2009. Ook toen pakte de partij opeens uit met een paar sociale speerpunten. Toen beloofde de partij ‘een Vlaamse kinderbijslag met een kindpremie van 500 euro per jaar voor kinderen tot 4 jaar’. En als tweede kiesbelofte een ‘aanvullende Vlaamse zorgverzekering, als alternatief voor de steeds duurdere hospitalisatieverzekeringen.’ Wat is er van die kindpremie en die Vlaamse zorgverzekering terechtgekomen?

In het Vlaamse regeerakkoord tussen CD&V, N-VA en SP.A was sprake van de verdere uitbouw van de ‘Vlaamse sociale zekerheid’. Dat kreeg vorm in het ontwerp van decreet ‘Vlaamse sociale bescherming’. Er was sprake van de verdere uitbouw van de zorgverzekering, een premie voor jonge kinderen, een maximumfactuur in de thuiszorg, een kostenbegrenzing bij de residentiële zorg en een Vlaamse hospitalisatieverzekering. De coalitiepartners gingen akkoord met een premie van 150 tot 200 euro voor elk geboren kind. De N-VA zag daarmee haar droom van een gesplitste sociale zekerheid dichterbij komen. ‘De eerste afwijzende reacties van Franstaligen bewijzen dat we op het juiste spoor zitten,’, reageerde Jan Peumans verheugd.

Maar het duurde nog tot 2011 voordat het decreet goedgekeurd geraakte. Ondertussen waren de ambities al fel getemperd. Het decreet voerde alleen de kindpremie en de maximumfactuur in. De zorgverzekering was er al sinds 2001 en de twee andere ambities werden over de verkiezingen van 2014 getild. Daarna werd ook de kindpremie herhaaldelijk uitgesteld. Tot Vlaams minister Geert Bourgeois op 1 juli 2013 de Vlaamse kindpremie begroef: ‘Jobs zijn nu belangrijker dan de kindpremie’. Geert Bourgeois zei dat er ook geen geld is voor de Vlaamse hospitalisatieverzekering of voor de maximumfactuur in de zorg: ‘bijkomend sociaal beleid is nu niet de grootste prioriteit’, liet Bourgeois weten.

Daarmee heeft de N-VA haar kiesbeloften van 2009, haar sociale speerpunten, kaltgestellt.

In zijn ontslagbrief als N-VA voorzitter in Lovendegem noemt Nick Mouton deze uitspraken ‘misschien wel de belangrijkste reden’ waarom hij uit de partij stapt. Hij legt uit: ‘Voor iemand waar het streven naar meer Vlaanderen altijd onlosmakelijk gekoppeld was met een streven naar een beter en socialer Vlaanderen, kwam dat aan als een mokerslag. Die speerpunten waren voor mij het bewijs dat de N-VA toch ook wel een sociale partij is.’ Niet dus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content