Vlinks

‘De mens is heel creatief in het bedenken van redenen waarom dieren moeten lijden’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘Hoe komt het dat niet iedereen in staat is empathie op te brengen voor de meest weerlozen, de dieren? Waarom bestaat deze gruwel überhaupt nog in Europa anno 2016?, vraagt Vlinks zich af.

Malaga, Europa, 12 augustus 2015. Virginia Ruiz, een 38-jarige Spaanse vrouw, springt de arena in en stapt naar een stervende stier die even verder in de arena ligt. Het dier werd in het uur dat voorafging aan zijn dood met pieken, messen, lansen en zwaarden gemarteld. “Ik zag hoe hij daar lag te lijden, ik voelde zijn pijn en verdriet”, zei Virginia daarna. “Ik wilde hem liefde geven voor hij zijn laatste adem uitblies”. Ze lag een minuut troostend op de stier -in wiens ogen volgens haar tranen stonden toen hij naar het publiek trachtte te kijken- gebogen, tot ze van de stier werd gesleurd en onder verwensingen van het joelende publiek tot buiten de arena werd gebracht. De stier werd later doodgestoken.

Waarom is het ethisch aanvoelen van de ene mens sterk ontwikkeld, terwijl het bij anderen ernstig ontregeld lijkt? Zijn we dan niet allen mensen bij wie we een aangeboren ethisch kompas zouden kunnen verwachten? Hoe komt het dat niet iedereen in staat is empathie op te brengen voor de meest weerlozen, de dieren? Waarom bestaat deze gruwel überhaupt nog in Europa anno 2016? Is het omdat de Spanjaarden liever wegkijken van de gruwel, zijn er blinde vlekken in hun ethische kaart? Of is het net omdat het zo ontzettend moeilijk is ons in te leven in letterlijk onvoorstelbaar lijden?

Het concept pijn lijkt in ons dagelijkse leven abstract, tot je plots je teen stoot aan een hard voorwerp en scherpe pijnscheuten ervaart, wat pijn en lijden ineens reëel maakt. Op die momenten van concrete pijngewaarwording betrap ik mezelf erop dat ik net dan veel gevoeliger ben voor het lijden in de wereld. Kunnen we ons iets voorstellen bij de gruwel die duizenden honden in China moesten ondergaan tijdens het jaarlijkse tien dagen durende hondenfestival in het Chinese Yuan? En dan gaat het me niet zozeer over het feit dat net honden worden gegeten -die discussie laat ik even buiten beschouwing- maar om de manier waarop ze aan hun einde komen. De honden die eerst werden doodgeknuppeld ontsnapten aan het wrede lot dat andere soortgenoten was beschoren. Die werden ofwel levend gevild, gekookt of gegrild… Hoewel er 11 miljoen handtekeningen waren verzameld om de arme dieren hun wrede lot te besparen en er uit peilingen bleek dat een ruime meerderheid van de Chinese bevolking een einde wil maken aan dit festival van de gruwel, liet de Chinese overheid het ‘feest’ doorgaan. Het was immers een ’traditie’. Traditie of cultuur zijn slechts enkele elementen die vaak worden aangehaald om wreedheid jegens dieren te legitimeren.

Verhaaltje van heroïsch gevecht tussen mens en dier

Stierengevecht in de Las Ventas-ring in de Spaanse hoofdstad Madrid.
Stierengevecht in de Las Ventas-ring in de Spaanse hoofdstad Madrid.© Reuters

De voorstanders trachten het stierenvechten te vergoelijken door er een verhaaltje rond te weven van een heroïsch gevecht tussen mens en dier -alsof dit het lijden van de stieren een sikkepit zou verminderen- om te verhullen dat het in essentie gaat om het lessen van de bloeddorst van mensen wiens morele functie in hoge mate disfunctioneel is. Maar niet alleen onder het mom van traditie sterven dieren wereldwijd een gruwelijke dood, de mens is heel creatief in het bedenken van redenen waarom dieren moeten lijden. Zo worden olifanten en neushoorns door stropers op de meest gruwelijke manier afgemaakt omwille van het kostbare ivoor of omdat men in Azië denkt dat neushoornpoeder de potentie zou verhogen… Weeral in China komen honden en andere pelsdieren op gruwelijke wijze aan hun einde voor hun pels, op een wijze die zou passen in een bepaald genre horrorfilms.

De manier waarop de mens dieren behandelt in slachthuizen is een metafoor voor de wijze waarop mensen vaak met elkaar omgaan.

De voornaamste reden echter dat dieren door de mens worden gedood is consumptie. Ik denk dat de consumptie van dieren binnen afzienbare tijd (honderd jaar is niet zo lang in historisch perspectief) sterk gereduceerd zal zijn door de massale introductie van vleesvervangers en dat de geavanceerde slachttechnieken het dierlijk lijden tot een minimum zullen beperken. Anno 2016 veroorzaken falende slachttechnieken en wrede slachthuismedewerkers die de dieren intentioneel mishandelen massaal en onnodig lijden. Zo ondergaan Zuid-Amerikaanse dieren een ware lijdensweg alvorens op het westerse bord te belanden. Gelukkig maken moedige dierenrechtenactivisten beeldmateriaal van dergelijke wantoestanden, zodat de argeloze consument een geweten wordt geschopt. Tenminste, voor zover het de consument kan schelen. Niets zo gemakkelijk om de cognitieve dissonantie die dergelijk beeldmateriaal teweegbrengt af te blokken dan door het te negeren. De manier waarop de mens dieren behandelt in slachthuizen is een metafoor voor de wijze waarop mensen vaak met elkaar omgaan. ‘Zolang er slachthuizen zijn, zullen er slachtvelden zijn’, zo luidt een beroemde uitspraak van de Russische schrijver Leo Tolstoi.

De maatschappelijke discussie over dierlijke consumptie is nog niet uitgekristalliseerd, maar zolang het eten van dieren maatschappelijk wordt geaccepteerd -ik hanteer hier bewust een pragmatisch standpunt- dienen dieren zo humaan mogelijk behandeld te worden. In de eerste plaats omdat dieren een waarde op zich hebben, als intelligente en dientengevolge pijngevoelige wezens. Want het is net dat lijdenspotentieel dat onze menselijke consideratie verdient. Zo zag René Descartes -de vader van het rationalisme- het niet, want hij beschouwde dieren als een soort van levende robots zonder gevoelens. Om dit aan te tonen sneed hij ze levend open tijdens experimenten. De lijdenskreten van de dieren die deze vivisectie moesten ondergaan beschouwde hij als een fysisch neveneffect zonder veel betekenis. Zo verlicht was één van de vaders van de verlichting dan toch ook niet…

'De mens is heel creatief in het bedenken van redenen waarom dieren moeten lijden'
© iStock

Een andere verlichtingsfilosoof, de Engelsman Jeremy Bentham, tilde het dierendiscours anderhalve eeuw later naar een hoger niveau: “The question is not can they reason? Nor, can they talk? But can they suffer?”. De woorden van Bentham getuigen van voortschrijdend ethisch besef. In de lijn van Bentham poneerde een generatie verder de grote Duitse filosoof Arthur Schopenhauer dat slachting van dieren onder verdoving snel en pijnloos zou moeten gebeuren. Waarlijk grote denkers zijn hun tijd altijd ver vooruit omdat ze de kracht hebben tijdsgebonden dogma’s en paradigma’s te overstijgen. Dit voortschrijdend inzicht is cruciaal voor een ethische omgang tussen mens en dier. En voor moraliteit ’tout court’. Zoals Mahatma Gandhi het al wist, wordt het ethische gehalte van een samenleving in hoge mate bepaald door de manier waarop een maatschappij met haar meest kwetsbaren -de dieren- omgaat. Zo is er in de hindoeïstische traditie -waar Gandhi een product van was- een spreuk: ’tat twam asi’. Het betekent ‘dit ben jij’ en geeft kernachtig de wederkerigheidsgedachte weer. Wil je ruilen met het slachtoffer? Het is een gedachte die we vaak niet durven te maken omdat ze te confronterend is en ons handelen te diepgaand bevraagt. De politieke filosoof John Rawls hanteerde ooit het concept van de ‘sluier der onwetendheid’ -’the veil of ignorance’- als handvat om tot een rechtvaardige samenleving te komen. Hoe zou je de samenleving willen inrichten, indien je op voorhand niet zou weten welke maatschappelijke positie je zou bekleden? Naar analogie zou een dergelijk principe ook als leidraad voor ethisch handelen kunnen dienen. Hoe wil je behandeld worden, als je niet zou weten in welke gedaante je in dit aardse bestaan zou leven, als mens of dier? Het is een oefening in empathie, de basis van elke ethiek.

Hoe wil je behandeld worden, als je niet zou weten in welke gedaante je in dit aardse bestaan zou leven, als mens of dier? Het is een oefening in empathie, de basis van elke ethiek.

De plicht om dieren humaan te behandelen is universeel. Lijden is lijden. Culturele of religieuze factoren mogen in een gerijpte ethiek, gebaseerd op voortschrijdend ethisch besef, empathie en universaliteit, dan ook geen rol spelen. Een voldragen ethiek verruimt haar horizon tot de dieren en verlaat zo de beperkingen van het antropocentrische perspectief. Daarom zou, naar analogie met universele mensenrechtencharters, ook wereldwijd een consensus moeten bestaan over het humaan (met dit woord bedoel ik de zachtmoedige houding van de ethisch handelende mens, de homo ethicus) behandelen van dieren, waarin de afwezigheid van lijden of het tot een minimum beperken ervan centraal staat. Niet dat dit er snel zit aan te komen, als zelfs de universaliteit van de mensenrechten door het onverlichte deel van de mensheid wordt betwist. De bestaande mensenrechtenverdragen zijn in theorie juridisch afdwingbaar maar vaak blijven ze dode letter. Denk vooral niet dat president Barack Obama bij zijn machtige Chinese ambtsgenoot de massale vervolging van de leden van de vreedzame Falun Gong-beweging aanklaagt. In het licht van de o zo belangrijke handelsverdragen kan het lot van de gedetineerde of terechtgestelde Falun Gong-leden hem gestolen worden. ‘Paris vaut bien une messe’. Wat zou hij dan de horrordood van duizenden pijngevoelige en intelligente levende wezens aankaarten? Zolang zijn honden een goed leven hebben zal het hem worst wezen.

Goed dat er nog mensen zoals Virginia Ruiz zijn, die steentjes in een rivier verleggen. Het vlindereffect, weet u wel. Niet alleen schoppen deze zachte zielen ons een geweten, ze brengen ook een boodschap van echte liefde tot bij ons, een boodschap die uiteindelijk haat en wreedheid zal overwinnen. Ik ben jij.

Gert Verwilt is kernlid van Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content