Vlinks

‘De kritiek op de Eandis-deal ging niet over fundamentele vragen, enkel over praktische problemen’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘Zou het niet interessanter zijn om eens na te denken over de toekomst van ons energiegebruik zelf, in plaats van al vechtend over straat te rollen over wie die 14% aandelen mag opkopen’, vraagt Kevin De Laet van Vlinks zich af.

Het was de voorbije weken een merkwaardig politiek circus, de hele hetze rond Eandis. De verkoop van een deel van de aandelen van het openbare distributiebedrijf veroorzaakte meer opschudding dan het al of niet aanwezig zijn van een communautaire agenda bij de N-VA. Het was eigenlijk een merkwaardig zicht: socialisten en nationalisten samen op de barricade voor de privatisering en verkoop van een Vlaams overheidsbedrijf.

Aan de overkant: onder andere de liberale excellentie Bart Tommelein (met zijn partij nochtans notoir voorstander van verregaande vrijhandelsverdragen) die plots het licht zag en zijn kar keerde. Er kon voor hem geen sprake zijn van een verkoop aan buitenlandse investeerders, die anders gewoonlijk met de rode loper worden ontvangen.

‘De kritiek op de Eandis-deal ging niet over fundamentele vragen, enkel over praktische problemen’

En om het surrealisme in dit verhaal nog groter te maken: de verkoop van 14% van de aandelen van Eandis zouden gebeuren aan een Chinees staatsbedrijf. Een staatsbedrijf gerund door communisten. Jawel.

Het theaterstuk werd nog wat opgevrolijkt met anonieme brieven die van de Staatsveiligheid bleken te komen. En toen was een socialistische burgemeester van Gent boos op het Antwerps stadsbestuur geleid door rechts-liberale nationalisten omdat deze de verkoop van het Vlaams staatsbedrijf tegenhield, uit vrees voor stijgende energieprijzen. De burgers die vandaag nog kunnen volgen zijn wellicht zeldzaam.

Niet zo gek lang geleden was alles veel simpeler. Socialisten waren tegen privatiseringen, liberalen voor en daarmee uit. En rechtse nationalisten zouden in het communistische China de voortzetting van de grote aartsvijand uit de Koude Oorlog zien. Zo ongeveer allemaal zouden ze de verkoop van aandelen van Eandis aan een Chinees overheidsbedrijf afgewezen hebben, niet direct uit bekommernissen over energieprijzen of zelfs niet uit overwegingen van staatsveiligheid, maar uit principiële, ideologische overwegingen.

‘Vandaag heerst enkel de doctrine van de markt. Dat is eigenlijk ook een ideologie, alleen wordt deze heel sluw voorgesteld als een u0022rationeleu0022 benadering.’

Het was toen nog het tijdperk van de Grote Verhalen, van ideologieën en -ismes. Vandaag heerst enkel de doctrine van de markt. Dat is eigenlijk ook een ideologie, alleen wordt deze heel sluw voorgesteld als een “rationele” benadering. Een met allerlei (nooit bewezen) economische theorieën onderbouwde variant van “there is no alternative“. In dit geval: we moeten aandelen van Eandis verkopen aan de hoogste bieder, daarover is geen discussie. Door deze verenging van het politieke spectrum zijn onze definities van wat “radicaal” en “extreem” is ook langzaam aan beginnen opschuiven, richting centrum.

Wat vroeger nog als sociaal-democratisch economisch beleid werd beschouwd is tegenwoordig “extreem links”. Vandaag is terughoudend zijn tegenover de toenemende macht van de Europese Unie gelijk aan “extreem-rechts” populisme. We kunnen gerust stellen dat er eigenlijk een “extreem centrum” in de maak is, dat de grenzen van het toegelaten debat steeds verder afbakent. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de politieke “extremen” alsmaar verder groeien in de verkiezingsresultaten. Men wijzigt gewoon geleidelijk aan de invulling van het begrip “extreem”.

Breuklijnen dwars door alle partijen

Er kwam uiteindelijk wel heel wat kritiek op de Eandis-deal, en dit vanuit al de partijen, ook van degenen die de deal eerst nog kritiekloos goedkeurden. Maar niet over fundamentele vragen, enkel over praktische problemen bij de gemaakte keuze. De breuklijnen liepen opvallend dwars doorheen de partijen, van de klassieke tegen over elkaar staande zuilen en ideologieën was geen sprake. Maar al de kritiek ging in essentie over mogelijke problemen bij de verkoop aan dit specifieke Chinese bedrijf.

‘Geen van de partijen stelt zich vandaag nog de vraag of het privatiseren en verkopen van openbare diensten überhaupt wel nodig is.’

Geen van de partijen stelt zich vandaag nog de vraag of het privatiseren en verkopen van openbare diensten überhaupt wel nodig is. Van zogenaamde socialisten zou men toch een meer kritische houding verwachten tegenover het ophemelen van de Vrije Markt, en van zogenaamde Vlaams-nationalisten zou men toch verwachten dat zij kritisch zijn tegenover een groeiend verlies van Vlaamse collectieve (zeggen we nationale?) controle op kernsectoren van onze economie – zeker als die in handen komt van de historische “rode” aartsvijand van deze rechtse nationalisten.

‘Extreme centrum’

Het Eandis-dossier maakt heel duidelijk dat de meeste van de partijen in het parlement allemaal in dat “extreme centrum” zitten. De hele hetze rond Eandis zou dan ook veel geloofwaardiger zijn geweest indien de kritiek op de deal gebaseerd was op een diepgaander visie op de samenleving in het algemeen en de Vlaamse in het bijzonder.

Indien socialisten de Eandisdeal hadden aangevallen omdat ze niet geloven in de vermarkting van sleutelsectoren was de kritiek al een pak geloofwaardiger geweest, idem moest de kritiek van de Vlaams-nationalisten uit zijn gegaan van een bekommernis om de soevereiniteit en controle van de Vlaamse natie over zo’n cruciaal instrument van welvaartsverdeling als ons energienet. Niks van dit alles.

Wat toch wel de vraag doet stellen: waarin verschillen de grote partijen eigenlijk nog? Zijn we niet stilaan naar Amerikaanse toestanden aan het gaan waarbij verkiezingen vooral veel show is, maar er eigenlijk amper nog enig ernstig debat is? Zou het niet interessanter zijn om eens na te denken over de toekomst van ons energiegebruik zelf in plaats van al vechtend over straat te rollen over wie die 14% aandelen mag opkopen?

Waarom zijn er maar twee of drie partijen van de zovelen die nog durven stellen dat we die 14% misschien beter in eigen Vlaamse publieke handen houden? Is het niet redelijk veelzeggend dat net de ex-maoïsten van PvdA de liberalen en nationalisten bekritiseren voor de plannen om die aandelen aan een Chinees door de Communisten gerund staatsbedrijf te verkopen?

‘We lijken er geen problemen mee te hebben wapentuig te verkopen aan de meest fundamentalistische religieuze dictatuur in de wereld, dus waarom zouden we geen openbare nutsbedrijven verkopen aan de Chinese dictatuur.’

Het is nu wel zo dat het “communistische” China vandaag op heel wat vlakken kapitalistischer is geworden dan hét kapitalistische land bij uitstek, de VS, maar in naam volgt het land nog steeds het lichtend pad van grote roerganger Mao, en in de praktijk is het land nog steeds een éénpartijstaat, een dictatuur. Niet dat dat laatste ooit een criterium is geweest bij internationale handel, zeker niet bij die partijen die nogal graag wereldwijd de Democratie en de Vrijheid gaan exporteren.

We lijken er per slot van rekening geen problemen mee te hebben van wapentuig te verkopen aan de meest fundamentalistische religieuze dictatuur in de wereld, dus waarom zouden we geen openbare nutsbedrijven verkopen aan de Chinese dictatuur. Als liberalen, christen-democraten, sociaal-democraten en Vlaams-nationalisten dat goed vinden, wie zijn wij dan om te twijfelen aan hun inzichten… wij onwetende burgers die nog niet begrepen hebben dat er werkelijk “geen alternatief” is.

Het kan ook anders, soms toch. Enkele weken terug kondigden de Vlaamse en Waalse ministers van energie (respectievelijk Tommelein en Paul Furlan) aan dat ze nauwer gaan samenwerken rond duurzame en hernieuwbare energie. Het was een van de weinige keren dat de Vlaamse regering lijkt te denken op langere termijn en zonder bepaalde economische lobbygroepen in gedachten (zoals in zo ongeveer alle dossiers van Uplace tot Saeftinghe wel het geval is).

We moeten nog zien wat er gaat voortkomen uit deze samenwerking, maar het is wel een lichtpuntje in dit tijdperk waarin energiebeleid lijkt gereduceerd te zijn tot de kwestie van wie 14% aandelen in een bedrijf mag kopen. Ook in het “extreme centrum” van op elkaar lijkende partijen is er toch nog een beetje ruimte om wat verder na te denken. Terzijde, het zou ook aantonen dat Vlaanderen en Wallonië kunnen samenwerken aan een progressief project zonder België als “tussenpersoon”.

Kevin De Laet is kernlid van Vlinks

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content