Walter Pauli

De koning was genadig, zijn meerderheid is laf

Koning Filip die zelf enige verantwoordelijkheid draagt voor de gratie die ‘hij’ heeft verleend: het is pure theorie, Wetstraat-fictie van hogere orde. In werkelijkheid zitten er in de federale meerderheid een paar lafbekken van formaat: zij weten goed hoe het werkt, maar in hun reactie suggereren ze iets anders.

Het VTM-programma Royalty bond de kat de bel aan, en de ijverige N-VA’er Theo Francken goot meteen olie op het vuur: ‘de koning’ heeft dit jaar al elf gratieverzoeken goedgekeurd, allemaal aan zware verkeersovertreders die berouw hebben getoond. Prompt duikelde Francken zijn oude voorstel op om het koninklijk genaderecht af te schaffen. En meteen stond de Wetstraat op zijn kop.

Dat Francken zijn punt maakt, tot daar aan toe. Zijn partij heeft een klare en heldere lijn tegenover Laken: de enige monarchie die de partij van Bart De Wever wil tolereren, is een protocollaire. Dus een monarchie ontdaan van politieke macht. De koning speelt geen rol meer bij de regeringsvorming, de ministers moeten geen eed meer afleggen in handen van de koning, en de koning hoeft geen wetten en dergelijke meer af te kondigen. De meeste andere partijen (incluis die van de meerderheid) laten een meer diffuus geluid horen. Principieel zijn de meeste partijen voor een “meer protocollaire” vorm van monarchie. Maar vooral een formatie ‘in de mist’, dat wil zeggen zonder het traditionele aflossingspunt te Laken, doet ze terugschrikken om hun principiële standpunt ook in de praktijk om te zetten.

Met zijn aanval op de ‘koninklijke gratie’ heeft Francken ze allemaal in hun hemd gezet. Op een intern verdeelde SP.A na zijn ook de Vlaamse regeringspartijen CD&V en Open VLD tegen het koninklijke genaderecht. Zij krijgen steun van politieke commentatoren. In De Morgen betoogt collega Yves Desmet dat het genaderecht de monarchie zwakker maakt. Stel dat een van overtreders die gratie heeft gekregen, morgen inrijdt op een groep Chirokinderen. Dat zal koning Filip zwaar aangerekend worden. Daarom stelt Desmet voor dat “het koningshuis” niet langer genade mag verlenen, maar dat die bevoegdheid best toekomt aan het gerecht zelf, namelijk aan de strafuitvoeringsrechtbanken. Die zijn daarvoor toch in het leven geroepen?

Het laatste deel van zijn argumentatie (breng genade onder bij de strafuitvoeringsrechtbanken) is behartigenswaardig en verstandig. Het eerste deel – neem het af van “het koningshuis”- is evenwel naast de kwestie. Als het één zaak bewijst, dan het gelijk van Francken. En wel hierom.

Het is namelijk helemaal niet koning Filip, laat staan “het koningshuis”, die als een eigentijdse keizer Nero al dan niet genade verleent. Alle verzoeken tot genade worden behandeld door de ambtelijke Dienst Genade van de FOD Justitie. Die brengt haar advies over aan de minister van Justitie, in dit geval Annemie Turtelboom (Open VLD). En de koning ondertekent wat zij heeft beslist. Het is dus niet ‘de koning’ die genade verleent, als een laat relict van absolutistische monarchie, maar de minister, en dus de regering.

Maar in tijden van collectieve opwinding, is de koelbloedigheid snel verdwenen. De laatste collectieve genade, schrijft Gazet Van Antwerpen, vond plaats toen ‘Boudewijn’ in 1993 alle gedetineerden zes maanden strafvermindering verleende naar aanleiding van het Europese voorzitterschap van België. ‘Boudewijn’: zo staat het er dus. Een beetje correcter zou zijn: Dehaene – leep als geen ander, en onder de paraplu van de ‘koninklijke genade’ kon hij én de overbevolking in de gevangenissen een beetje oplossen, en zo nog een onzichtbare besparing doorvoeren, zo essentieel in dat barre besparingsjaar met zijn Globaal Plan.

Wie blijft volhouden dat het Filip was die genade heeft verleend (De Standaard: ‘Koning Filip verleende al elf keer gratie’, De Morgen: ‘Geen gratie voor Filip. Koning geeft verkeersovertreders strafvermindering’,…), bezondigt zich aan een fikse geut populisme. Tenzij men natuurlijk in het vervolg ook zal schrijven dat koning Albert de werkloosheidsuitkeringen degressief heeft gemaakt in de tijd, dat koning Filip het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden heeft opgelegd, dat diezelfde snode koning een schandalige GAS-wetgeving heeft uitgevaardigd en een ‘pesttaks’ op bedrijfswagens heeft ingevoerd, enzovoort. Alle wetten die de regering Di Rupo heeft uitgevaardigd, dragen namelijk de koninklijke handtekening van Filip of die van zijn vader Albert. Dat geldt ook voor alle Koninklijke Besluiten en dergelijke. En elke journalist en ieder parlementslid weet natuurlijk goed dat dit niet de wetgeving van koning Filip of van Albert is, laat staan van het koningshuis, maar van de regering Di Rupo I. Die dus gedragen wordt door de partijen die deel uitmaken van de parlementaire meerderheid.

Als bijvoorbeeld Open VLD naar aanleiding van deze elf gratiegevallen plots ook voor de afschaffing is van de ‘koninklijke’ genade, is dat eigenlijk een motie van wantrouwen aan het adres de eigen justitieminister Annemie Turtelboom. Zij is politiek verantwoordelijk voor een beslissing waarmee haar eigen partij blijkbaar niet geassocieerd wenst te worden. Normaal gezien blameert een regeringspartij in problemen op één of andere manier de oppositie, of haar voorganger. Voor het eerst in de geschiedenis viseren Belgische regeringspartijen de koning. Omdat Filip dus ondertekende wat de minister van justitie hem heeft voorgelegd (en zij volgde ook netjes het advies van de bevoegde administratie). In 1990 kwam Boudewijn zeer terecht in de problemen omdat hij een democratische wet niét wilde ondertekenen, in 2013 raakt Filip in het oog van de storm omdat hij precies doet wat de minister van hem verlengt, als eindpunt van de wettelijke procedure die vandaag bestaat.

Koning Filip die zelf enige verantwoordelijkheid draagt voor de gratie die ‘hij’ heeft verleend: het is pure theorie, Wetstraat-fictie van hogere orde. In werkelijkheid zitten er in de federale meerderheid een paar lafbekken van formaat: zij weten goed hoe het werkt, maar in hun reactie suggereren ze iets anders.

In de Angelsaksische traditie heette het: It is the duty of his majesty’s loyal opposition to oppose’. In België komt de oppositie vanuit de meerderheid, en die blijkt nu allesbehalve loyaal in haar bejegening van het staatshoofd.

Waarbij we terug zijn bij het uitgangspunt. Als zelfs parlementsleden en meerderheidspartijen het verschil niet meer zien tussen ‘de koning’ als blinde ondertekenaar van wat de regering hem voorlegt, als ze dus de essentie van de constitutionele monarchie miskennen, dan is dit systeem inderdaad op zijn einde gelopen. Dan resten inderdaad alleen nog voorstellen als dat van Theo Francken: de consequente keuze voor een puur protocollaire monarchie. Filip in de rol van Willem-Alexander: zo onredelijk lijkt dat niet.

En als een meerderheid hoe dan ook van mening is dat een federale formatie niet kan zonder een koning die in die specifieke fase als spelverdeler optreedt, dat men dan de monarchie alvast een stukje meer protocollair maakt. Stap voor stap hervormen: het zal voor sommige diehards in N-VA en VB wel te traag en te weinig zijn, maar de Vlaamse Beweging heeft op die manier België toch al een goed eind mee op weg geholpen naar het (con)federalisme. Laat dus op zijn minst Filip niets meer tekenen, behalve de poëzie van zijn kinderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content