De geschiedenis van Ford Genk

© Belga

Op 24 oktober 1962 werd de eerste steen gelegd van de huidige Ford-fabriek in Genk. Precies 50 jaar later sluit de autofabriek.

Het einde van Ford Genk is een feit. Exact 50 jaar geleden nadat de eerste steen van de fabriek werd gelegd. In totaal rolden ruim 14 miljoen auto’s van de band. De vestiging was van groot belang voor de Limburgse economie.

Maar de geschiedenis van Ford in België begint niet in Limburg, maar in Antwerpen. Henry Ford exporteerde zijn Model T vanaf 1908 met succes naar Engeland en besliste daarop om een eerste assemblagefabriek in Londen te bouwen. Vanuit die vestiging werd in 1922 de Belgische afdeling opgericht. Dat gebeurde in Antwerpen, dat gekozen werd wegens de goede ligging vlakbij de Duitse markt. Ook General Motors en Chrysler bouwden in de jaren twintig assamblagefabrieken in Antwerpen, terwijl de Franse bedrijven Citroën en Renault zich in de buurt van Brussel vestigden.
De Genkse afdeling ging in 1964 open. Het was één van de modernste fabrieken van Europa. Ford Genk haalde toen een dagproductie van bijna 600 wagens. De toenmalige gouverneur van Limburg, Louis Roppe, stelde dat een nieuw hoofdstuk werd geschreven in de geschiedenis van de Limburgse industrialisatie. De provincie veranderde zo volgens hem “van een periferisch gebied in België tot de streek van de ruimste kansen”.

14 miljoen wagens

In mei van dit jaar werd in Genk nog gevierd dat de 14 miljoenste wagen van de band rolde, een zwarte Mondeo Clipper Titanium. Alles was begonnen met de Taunus, de eerste wagen van Ford Genk. Daarna volgden de Escort, Sierra, Transit, Mondeo, S-Max en Galaxy. Vooral de komst van de Mondeo in 1993 was een opsteker voor de fabriek. Dat model was een commerciële voltreffer en de productie in Genk werd fors opgedreven. Er werkten toen meer dan 14.000 mensen in de fabriek.

Eind jaren 90 gaat het bergaf en daalt het aantal werknemers tot onder 10.000. In oktober 2003 volgt zelfs een grote herstructurering, waarbij 3.000 mensen hun baan verliezen. De productie van de bestelwagen Transit, die sinds 1965 in Genk werd gebouwd, verhuisde naar Turkije. Ondertussen gaat in 1997 de fabriek van Renault in Vilvoorde dicht, en valt eind 2010 ook het doek over de Antwerpse vestiging van Opel.

‘Werkzekerheid tot 2020’
In november 2010 wordt een nieuw toekomstcontract getekend tussen de internationale Ford-directie en de Vlaamse overheid: Ford Genk mag drie nieuwe modellen produceren. “Werkzekerheid tot 2020”, klonk het toen optimistisch. Twee jaar doen geruchten de ronde dat de Amerikanen de fabriek willen sluiten. Die worden echter snel de kop ingedrukt. De nieuwe vicepresident van Ford voor Europa, Jeff Wood, komt in september naar Genk en bevestigt aan de bonden dat de geplande investeringen in de fabriek doorgaan.

Op 24 oktober 2012 vond een bijzondere ondernemingsraad plaats in Genk waarop de sluiting alsnog werd bevestigd. 4.300 werknemers verliezen hun baan. (Belga/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content