Ann Peuteman

‘De gastvrije Vlaming is dan toch geen contradictio in terminis’

Terwijl grenzen worden gesloten en burgemeesters hun inwoners afraden om vluchtelingen te helpen, tonen heel gewone mensen zich opvallend barmhartig. ‘De gastvrije Vlaming is dan toch geen contradictio in terminis’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Hoezeer sommigen ons daar ook van willen overtuigen.’

De gastvrije Vlaming. Ik had hem in december genomineerd voor de titel ‘Mens van het jaar van Knack’. Hij haalde niet eens de eerste stemronde. Wellicht verdacht onze toenmalige hoofdredacteur me zelfs van enig cynisme. Ik meende het nochtans serieus. Al maanden zag ik over heel Vlaanderen mensen in de weer die spullen inzamelden voor de vluchtelingen in Calais en Duinkerke, kookpotten vol tomatensoep naar het Maximiliaanpark brachten of als vrijwilliger in een asielcentrum gingen werken. Een vriendin vertelde me dat haar man, die zijn handen al vol had met een meer dan voltijdse job, vier kinderen en een hond, ernstig had overwogen om een vluchteling in huis te nemen. En een Facebookvriend, die van een leefloon moet rondkomen, schreef me dat er elke donderdag een jonge Afghaan bij hem kwam eten. Koken deden ze om beurten.

Op café, op de sociale media, in mijn mailbox: overal werd en word ik geconfronteerd met mensen die een manier zoeken om nieuwkomers bij te staan. Hoe stellig al dan niet socialistische burgemeesters hen dat ook afraden. Wil ik hier nu beweren dat de overgrote meerderheid van de Vlamingen zich plots gul en ontvankelijk opstelt? Natuurlijk niet. Ik ben ook niet blind. Wel valt op dat het niet meer uitsluitend overtuigde actievoerders, linkse voortrekkers en professionele idealisten zijn die zowel kersverse als wat meer ingeburgerde nieuwkomers de hand reiken. Steeds vaker zie je dat ook bij mensen die door de week gewoon naar hun werk gaan, hun kinderen grootbrengen, de Turteltaks verwensen en hun tweede auto niet kunnen missen. Terwijl ze tot voor kort alleen hun eigen huis en tuin netjes wilden houden, blijken ze plots de drang te voelen om sukkelaars uit Syrië of Afghanistan te helpen. Toegegeven: sommigen doen dat nogal ondoordacht – een heleboel gezinnen die zich in een opwelling aanmeldden om een niet-begeleide minderjarige op te vangen, vielen naderhand weer af – maar dat doet niets af aan hun goede bedoelingen.

‘Te warm met die hoofddoek’

Ann Peuteman
Ann Peuteman

Diezelfde toeschietelijkheid komt nog meer naar de oppervlakte sinds de aanslagen van 22 maart. Ouders met jonge kinderen krijten hun solidariteit op het Brusselse Beursplein, iemand kondigt op Facebook aan dat hij in het volwassenenonderwijs Arabisch gaat volgen om zijn buren beter te begrijpen, en een lezeres schrijft me dat ze migrantengezinnen uit de wijk heeft aangeboden om hun kinderen bij hun huiswerk te helpen. En terwijl molima’s her en der op straat door heethoofden worden nageroepen, zijn er ook steeds meer mensen die hen gewoon aanspreken. Soms voor het eerst. Zoals de oude vrouw met de rollator die een verkoopster in het plaatselijke filiaal van het Kruidvat bezorgd vroeg of ze het niet te warm had met die hoofddoek.

Je kunt dat zien als pogingen die veel te laat komen, of – afhankelijk van je denkbeelden en overtuiging – als een teken van naïviteit, wereldvreemdheid zelfs. Maar ik zie er vooral een uitgestoken hand in. Hoe klungelig soms ook. Alsof veel mensen nu pas beseffen dat we er samen iets van zullen moeten maken. Of we dat nu leuk vinden of niet.

Dus sta ik nog altijd achter mijn nominatie, ja. De gastvrije Vlaming is echt geen contradictio in terminis. Hoezeer sommigen ons daar ook van willen overtuigen. Ze zijn er nog, de barmhartige, tolerante Vlamingen. Al lijken sommigen dat zelf pas te beseffen. Op de valreep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content