Vlinks

‘De ECB: van geldgoochelaar tot Wilde Weldoener?’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

Helikoptergeld, het gegarandeerd basisinkomen, … het zijn interessante voorstellen voor een ander monetair beleid. Ze blijven echter uitgaan van de heiligheid van het systeem van Centrale Banken, aldus Vlinks.

Er is propaganda en er is realiteit. Dat gaat op voor veel politiek geladen thema’s, maar ook voor zoiets technisch als pakweg monetair beleid. Hoe “ons geld” beheerd wordt, door de centrale bank, en waarom het is zoals het is, het is een thema dat zelden het tv-nieuws haalt omdat het nu eenmaal nooit gepaard gaat met loeiende sirenes en spectaculaire beelden, en vooral heel technische materie is. Dat verandert de laatste tijd wel wat, omdat mensen nu de gevolgen van de historisch lage rentes voelen op hun spaarrekening (en er wordt al met negatieve rente gedreigd). Maar het blijft voor veel mensen een haast etherische, onvatbare materie. Hoewel het toch wel om een van de belangrijkste staatsmachten gaat – de creatie en het in omloop brengen van geld, de basis van onze economie. Een beetje zoals een godheid op de berg Olympus: almachtig en onbereikbaar voor de sterveling maar wel met de touwtjes stevig in handen. Wij ondergaan het door hen bepaalde lot zoals in een Griekse tragedie, lijkt het. De voorbije decennia kregen de centrale banken ook meer en meer een heilig aureool boven zich, hun beleid was iets dat kritiekloos werd aanvaard, wat er ook gebeurde, want de meeste mensen “snappen er toch niks van”. Tot nog toe. De laatste maanden horen we steeds vaker kritische geluiden over het gevoerde beleid in de eurozone en bij uitbreiding in de hele wereld.

De ECB: van geldgoochelaar tot Wilde Weldoener?

De grote crash van 2008 is niemand ontgaan, en de gevolgen zinderen nog steeds na, de wereldeconomie is er nog steeds niet van hersteld. Net als elders in de wereld (zoals in Japan, VS, VK, …) reageerde de Europese Centrale Bank op de crisis met zogenaamde “quantitative easing”: geld maken en “in de economie pompen”, vorig jaar kondigde de ECB nog een verse lading van duizend miljard euro aan. Dat “geld maken” mag men gerust letterlijk nemen: de euro’s en de dollars en de yens worden letterlijk tevoorschijn getoverd op de computerservers van de centrale bank. Meer dan dat is geld overigens ook niet, de waarde van deze munteenheid is volledig bepaald door het geloof dat we er aan hechten. Het wordt niet geoogst, het stelt geen bepaalde hoeveelheid goud of zilver of andere grondstof voor en de hoeveelheid die er van kan bestaan is in principe oneindig. Dat is op zich al een vaststelling om eens over na te denken: het gouden kalf van de economie heeft op zich eigenlijk geen enkele intrinsieke waarde, anders dan een collectieve afspraak. Zo’n systeem heeft zijn voordelen: wanneer de verhoudingen scheef getrokken raken, kan de centrale bank dat gemakkelijk bijsturen. Geld bijmaken, of juist geld uit het systeem wegnemen, dat is zo’n beetje de essentie van wat de centrale bank al enkele eeuwen doet in Europa. Het heeft echter ook grote nadelen: juist dit systeem kan de economie enorm scheef trekken, wanneer die vers gebakken lucht – pardon, geld, in de “foute handen” terecht komt. Duizend miljard, zoveel kondigde de ECB vorig jaar dus nog aan om “te injecteren” in de economie. Het is nooit echt duidelijk geweest waarin dat nieuw geld precies geïnvesteerd zou worden – weet er iemand waar die 1000 miljard precies naar toe gaat? Traditioneel wordt dit “nieuw” geld aangewend om staatsobligaties op te kopen. Zo weet u ook meteen waar een deel van onze staatsschuld vandaan komt: het is een schuld die wij als belastingbetaler aan de centrale bank moeten, omdat die zo vriendelijk was van op een legale manier aan valsemunterij te doen voor ons. We moeten er wel rente op betalen, u mag gerust eens nadenken over waar die rente vandaan moet komen, maar dat terzijde. Er is natuurlijk veel meer aan de hand dan louter een virtuele vestzak-broekzak operatie tussen centrale bank en vadertje staat.

Bubbels

Waar gaat dat vers gemaakt geld van centrale banken eigenlijk naartoe?

Sinds de jaren tachtig, na de grote dereguleringen van de financiële sector, zijn economische bubbels nogal heel aantrekkelijke manieren geworden om kunstmatig de economie op te pompen. Speculanten hebben vrij spel om met de spaargelden van de burgers te gaan investeren in sectoren die op korte tijd kunstmatig de hoogte in worden gejaagd. De vastgoedsector is momenteel de geliefkoosde speeltuin voor deze gokverslaafden. Sommige regio’s in de wereld zijn daar al veel verder in gegaan dan continentaal Europa, en worden vandaag door de Europese elite als te volgen voorbeeld gehuldigd. Om een voorbeeld te geven, het vastgoed van de tien duurste wijken in Londen is even veel waard als al het vastgoed van Schotland, Wales en Noord-Ierland samen, het merendeel daarvan wordt trouwens opgekocht door miljardairs uit China en uit oliestaten die geenszins van plan zijn er te komen wonen. In Europa gaat het voorlopig nog zo’n vaart niet maar onze economie wordt wel al stelselmatig opgekocht door diezelfde miljardairs (de Europese politiek rolt ook kritiekloos de rode loper uit voor de “investeerders” uit bedenkelijke regimes). Nogal wat politieke strekkingen en kringen in continentaal Europa huldigen al een aantal jaren het harde besparingsbeleid van de Britse regering van David Cameron, die kan schermen met spectaculair ogende groeicijfers, maar de doorsnee Londenaar zal u vandaag wel kunnen vertellen dat veel van die groei letterlijk bestaat uit leegstaande nieuwbouw. Daartegenover staat een alsmaar verder afkalvende middenklasse. Iets waar in de VS momenteel twee presidentskandidaten een sterke campagne op weten te bouwen. Bij ons loopt het nu nog zo’n vaart niet maar we gaan er wel naartoe: inkomens dalen in de hele post-industriële wereld (Europa en Noord-Amerika), toch voor de meeste gezinnen, al is het geen geheim dat in bepaalde categorieën de inkomens wel spectaculair stijgen. Een trend die zich zal doorzetten in Europa wanneer vaste, stabiele jobs massaal zullen worden vervangen door mini- en flexi-jobs en ook de sociale zekerheid verder wordt afgebouwd. De combinatie van deze twee tendensen laat zich raden: meer en meer mensen zullen veel moeite hebben om hun stijgende huishuur nog te betalen met hun dalend inkomen. De ideale voedingsbodem voor een samenleving die uiteengescheurd wordt door toenemende tegenstellingen (zeg maar gerust extremen).

Zo komen we weer bij de vraag: waar gaat dat vers gemaakt geld van centrale banken eigenlijk naartoe? Bijzonder veel lijkt het niet te helpen, behalve dan het verder oppompen van de zeepbellen. De wereldeconomie zit in wat men gewoonlijk deflatie noemt (dalende investeringen, dalende prijzen, dalende lonen), ondanks al het extra geld dat te voorschijn wordt getoverd. De centrale banken stellen zich tot doel de inflatie op te krikken, maar ze lijken daar niet in te slagen. Behalve dan, in de zoveelste economische zeepbel. Tijd om het anders aan te pakken?

Helikoptergeld

Tegenwoordig worden vanuit verschillende hoeken allerlei inventieve voorstellen gelanceerd om er iets aan te doen. Een aan populariteit winnend idee is om het geld dat wordt tevoorschijn getoverd niet langer in de handen van speculanten te laten terecht komen, maar letterlijk uit te delen aan de bevolking. Helikoptergeld heet dat dan. Denk aan Lambik in de Suske en Wiske-klassieker “de Wilde Weldoener”. Het idee werd in de jaren 70 voor het eerst voorgesteld door de econoom Milton Friedman, nochtans hoegenaamd geen “linkse” op economisch vlak. Vorige week waren het de econoom Paul De Grauwe en Willem Buiter (hoofdeconoom van Citigroup) die er nog een lans voor braken. De president van de Duitse centrale bank Jens Weidmann was daarentegen zeer kritisch en waarschuwde dat een helikopterbeleid de Centrale Bank in ernstige problemen kan brengen, en dat het een eerste stap is naar hyperinflatietoestanden zoals in Zimbabwe niet zo lang geleden (waar men op een bepaald moment met briefjes van “100 biljoen” een brood kon kopen), omdat het bijtoveren van geld op den duur de norm zal worden bij elk economisch dipje (het opent ook enorme electorale mogelijkheden voor de politici die hun kiezers dan letterlijk meer geld kunnen beloven). Het debat over wat nu precies de gevolgen van helikoptergeld gaan zijn, woedt in ieder geval in alle hevigheid in het milieu van economen, maar het is wel opmerkelijk dat er meer en meer over gediscussieerd lijkt te worden. Net als over een andere variant van “helikoptergeld”: het gegarandeerd basisinkomen.

Natuurlijk, al deze voorstellen zijn een begin van nadenken over een ander monetair beleid. Ze blijven echter uitgaan van de heiligheid van het systeem van Centrale Banken zoals we dat vandaag kennen – een systeem waarbij een (overigens private en nooit verkozen!) instelling het monopolie op de uitgifte van geld heeft. Het zou ook heel fout zijn van te denken dat de economie perfect kan aangestuurd worden door louter wat met de virtuele knoppen van die virtuele geldpers te spelen. Er zijn trouwens zeer gefundeerde technische analyses en kritieken gemaakt op dit stelsel van centraal bankieren en waarom dat op termijn dramatisch kan aflopen, maar een en ander begint bij enkele simpele vragen waarop het overgrote merendeel van de gewone mensen absoluut geen antwoord heeft. Omdat die vragen nooit het zeven-uur journaal halen. Zoals: waar komt “geld” vandaan en hoe ontstaat het? Wat is de centrale bank eigenlijk? Welke rol spelen de banken in de creatie van geld? Allemaal vragen die zo complex lijken en zo ons bevattingsvermogen te boven gaan dat we collectief dan maar besloten hebben dit systeem blindelings te vertrouwen. Maar als u de volgende keer in uw supermarkt uw geldbeugel nog eens boven haalt – of nog interessanter, uw bankkaart in het toestel steekt, stel uzelf dan eens de vraag wat u nu precies aan het doen bent.

Financiële vorming

Het is misschien wel tijd om na te denken over een manier om onze economie te diversifiëren en onszelf als burger én als gemeenschap minder afhankelijk van die Goden van de Olympus te maken.

Zijn er wel alternatieven voor dat systeem? Ja, die zijn er zeker, want het huidige systeem is een vrij recente uitvinding en bovendien een dat al bij al toch maar een pover palmares kan voorleggen: geen enkele van de munteenheden in dit stelsel hebben het langer dan een halve eeuw volgehouden. Wij willen graag hopen dat toestanden als in Zimbabwe nooit bij ons voor zullen komen, maar zeker is dat niet. Daarom is het misschien wel tijd om na te denken over een manier om onze economie te diversifiëren en onszelf als burger én als gemeenschap minder afhankelijk van die Goden van de Olympus te maken. In een eerdere column van Vlinks ging het al over het broodnodige middenveld, en de mogelijkheden die diverse organisaties en samenwerkingsverbanden bieden. Van het ruilhandelsysteem LETS tot de Transitiebewegingen, allen zijn ze op de een of andere manier met dit idee van zelfbeschikking bezig. Op veel plaatsen in Europa wordt ook geëxperimenteerd met lokale valuta, gericht op het versterken van de economie in één stad of regio. Nog een andere denkpiste is om naast de euro als internationaal betaalmiddel ook weer nationale munten mogelijk te maken, want het monetair beleid dat Polen nodig heeft is anders dan wat Spanje nodig heeft of wat Vlaanderen nodig heeft (al blijft het dan wel binnen het kader van een nationale centrale bank). Hoe dan ook, om onszelf te beschermen tegen de gevaren van een “monetaire monocultuur” zoals we die vandaag kennen, is nadenken over een brede waaier aan mogelijkheden geen kwestie van utopische dromen maar van noodzaak.

Kritisch nadenken over een systeem begint bij een betere financiële basiskennis. Via het programma Wikifin (FSMA en Vlaams Departement Onderwijs en Vorming) kunnen de secundaire scholen vanaf dit schooljaar (vorig jaar nog in pilootproject) gebruik maken van nieuw pedagogisch materiaal rond financiële vorming. Om kritische burgers te vormen hebben we ook een breed gedragen debatcultuur nodig die de sensatiezucht en het kortetermijndenken overstijgt. Met de actieve participatie van de burgers die in tegenstelling tot de geldgoochelaars van de centrale bank het werkelijke leven kennen. En een politiek bestuur dat de wettelijke ruimte creëert om nieuwe ideeën ook te kunnen implementeren. Misschien een suggestie voor de Vlaamse Grondwet die minister-president Geert Bourgeois wil gaan schrijven?

Kevin De Laet is kernlid van Vlinks

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content