Jan Cornillie (SP.A)

‘De Belgische begroting: Surplacen voor gevorderden’

Jan Cornillie (SP.A) Voormalig directeur van de studiedienst van SP.A en kandidaat voor de partij in 2019

‘Steeds meer zien we bij de begrotingscontrole veel beweging om eigenlijk stil te staan’, schrijft Jan Cornillie (SP.A). ‘Elke keer opnieuw is er diezelfde vicieuze cirkel, om elke keer opnieuw tussen de 2,5 en de 3% tekort te eindigen.’ Hij geeft drie vuistregels om een begroting echt op weg te zetten naar evenwicht.

Het begrotingsritueel van de laatste jaren volgt steevast hetzelfde stramien. Op weg naar de eindstreep is er elke keer slecht nieuws: met name dat het gat groter is dan gedacht. Om te weten hoe groot precies, is het daarna wachten op het monitoringcomité. Die vergadering van begrotingsambtenaren maakt met alle beschikbare cijfers de best mogelijke inschatting van de uitgaven en ontvangsten. Daarna zetten begrotingsmedewerkers van de verschillende kabinetten zich om de tafel om de ramingen bij te stellen. Tot slot bepaalt de regering hoe groot de opdracht is die ze zichzelf oplegt.

‘De Belgische begroting: Surplacen voor gevorderden’

Om dat gat dan te vullen stelt de regering een reeks kleinere ingrepen die opbrengen maar ‘geen pijn doen’, of maatregelen die nauwelijks iets met een begroting te maken hebben, zoals nu bijvoorbeeld rond een flexibelere arbeidsmarkt. Nadat de oppositie op de fouten en de beleidskeuzes heeft gewezen, nemen de Europese Commissie, Nationale Bank en Planbureau de begroting onder de loep om vast te stellen dat sommige ontvangsten overschat en sommige uitgaven onderschat zijn. En zo is de volgende begrotingsopmaak alweer begonnen.

Vicieuze cirkel

“Wat moeten we daar nu van vinden?” vroeg een Wetstraat-journalist me ooit na afloop van een begroting. In de 12 jaar dat ik op kabinetten of op de partij werk, ben ik alles samen wellicht een vol jaar met begroting bezig geweest. Elke stap in het proces heb ik meerdere keren doorlopen. Aanvankelijk met veel passie en overgave, de laatste jaren – toegegeven – met wat meer afstand. Want het is meer en meer veel beweging om eigenlijk stil te staan. Elke keer opnieuw is er diezelfde vicieuze cirkel, om elke keer opnieuw tussen de 2,5 en de 3% tekort te eindigen.

Om die vicieuze cirkel te doorbreken, heb ik in de loop der jaren voor mezelf drie vuistregels gemaakt die een begroting écht op de weg zetten naar evenwicht.

1. Zonder maatregelen voor een totaal van één miljard kruipt het tekort telkens opnieuw richting 10 miljard.

De dynamiek van de uitgaven ligt hoger dan die van de ontvangsten. En dus heeft de begroting de neiging om steeds te ontsporen. Om die dynamiek te keren, moeten ettelijke miljarden op een duurzame manier minder worden uitgegeven of meer worden ontvangen. Daar geraak je niet met een reeks kleine maatregelen. Het lastige is nu dat er weinig maatregelen zijn die op korte termijn meer dan één miljard opleveren.

De vorige regering deed dat door de roerende voorheffing op te trekken naar 25%, de notionele interestaftrek te beperken en de groeinorm in de gezondheidszorg in te dijken. Deze regering kiest er dan weer voor om aan de uitgavenkant te snijden, zoals nu met de pensioenen. Ook dat zal – weliswaar op lange termijn pas – miljarden opleveren. Elke regering haar keuzes. Maar in elk geval deze conclusie: zonder één maatregel van minstens één miljard is een begroting al snel een slag in het water.

2. Maatregelen die opbrengen, worden door weinig mensen heel hard of veel mensen een beetje gevoeld

Sinds enkele jaren is ook een woordenschat ontstaan om het slechte nieuws van een begroting te verzachten. ‘We snijden in het vet, niet in de spieren’ of ‘het zijn maatregelen die de mensen geen pijn doen’. Als dat zo is, dan zal de begroting er ook niet veel van merken. Want een maatregel die het saldo serieus verbetert, tikt hard aan bij weinig mensen of bij iedereen een beetje. Als het niet zo, is de maatregel wellicht fake.

‘De weg naar evenwicht is immers niet pijnloos. Alleen is de hamvraag wie verhoudingsgewijs de grootste bijdrage levert.’

De regering-Di Rupo heeft ongeveer 5 miljard euro extra gehaald bij de vennootschappen en de vermogens. Ruw geschat hebben zo’n 500.000 vermogende burgers daaraan bijgedragen. Dat is gemiddeld 10.000 euro extra belasting voor ieder van hen, elk jaar opnieuw. Je kunt dat politiek juist of onjuist vinden, maar fake was dat in elk geval niet. Dat bleek ook uit de hevige tegenreacties. Ook besparingen in de sociale zekerheid ontsnappen niet aan die logica: als pensioenhervormingen meer dan een miljard opleveren, dan zal een pak mensen substantieel minder pensioen genieten. 1 miljard betekent een miljoen mensen die 1.000 euro pensioen minder hebben of 100.000 mensen die 10.0000 euro minder pensioen hebben.

Maar hoe dan ook, geen van beide gaat onopgemerkt voorbij. De weg naar evenwicht is immers niet pijnloos. Alleen is de hamvraag wie verhoudingsgewijs de grootste bijdrage levert. En dat is telkens opnieuw een keuze die regeringen moeten maken en waar ze best eerlijk in zijn.

3. Zonder hervormingen in de diepte zijn de meeste opbrengsten weinig duurzaam

Om een duurzame stap naar evenwicht te zetten, moeten maatregelen ingebed zijn in een grotere hervorming. De besparingen op de overheidsdiensten bijvoorbeeld gebeuren al jaren op een lineaire manier. Die zorgen voor duidelijke opbrengst, maar zonder duidelijke keuzes te maken. Als het spant, zoals nu met de anti-terreur operaties, dan is een begroting meteen uit koers geslagen. Het mag nu even van Europa, maar uiteindelijk moeten de tekorten toch gesaneerd worden. Hervormingen zijn natuurlijk moeilijker dan lineair besparen. Het politieke compromis is dan nooit ver weg. De speculatietaks van deze regering of de hervorming van het fiscaal voordeel voor bedrijfswagens van de vorige zijn voorbeelden.

‘De volgende keer dat er witte rook uit Hertoginnedal komt, stel jezelf dan de volgende vragen. Zit er een maatregel van één miljard in? Is men eerlijk over de gevolgen voor de mensen? En gaat die gepaard met hervormingen in de diepte?’

Om duurzaam te saneren is gedragsverandering, een nieuwe technologie en/of een totaalpakket nodig die stabiele minderuitgaven of meerontvangsten mogelijk maken op lange termijn. Dat vergt echte hervormingen in de diepte, hervormingen die ook ons gedrag wijzigen. Zulke hervormingen bestaan wel degelijk, zoals de kilometerheffing voor vrachtwagens, de strijd tegen fiscale fraude en de introductie van het nieuwe werken in de overheidsdiensten. De nieuwe budgettaire realiteit ent zich dan op een nieuwe economische realiteit. Finaal is dat de beste garantie voor de toekomst.

Kortom, de volgende keer dat er witte rook uit Hertoginnedal komt, stel jezelf dan de volgende vragen. Zit er een maatregel van één miljard in? Is men eerlijk over de gevolgen voor de mensen? En gaat die gepaard met hervormingen in de diepte? Indien niet, dan mag je ervan uitgaan dat de begroting eigenlijk een maat voor niets was op de weg naar begrotingsevenwicht.

Partner Content