Ontslagen? Bekijk het positief

© illustratie XAVIER TRUANT

Na een ontslag helpt het je niet vooruit om jezelf een loser of je baas een eikel te vinden. Ooit moet je weer solliciteren, en ‘dan kun je maar beter weten welke baan bij je past’, zegt Rilla Lysens, auteur van het werkboek Hoera, ontslag!

Eind 2015 kondigde de Leuvense afdeling van muntjesfabrikant Frisk de collectieve sluiting aan. HR-verantwoordelijke Rilla Lysens moest niet alleen collega’s ontslaan en begeleiden, maar verloor ook zelf haar job. Dat heftige proces mondde uit in Hoera, ontslag! Met dat praktische werkboek wil Lysens laten zien dat een ontslag ook het begin van een positieve omwenteling kan zijn. Zelf startte ze haar eigen bedrijf Bloom Coaching & Development en ging samenwerken met Make me Fly!, een organisatie die mensen meer werkplezier wil geven. Ze is dus ervaringsdeskundige. ‘Ik werkte al jaren ook als zelfstandig coach en loopbaanbegeleider. Met die kennis probeerde ik te analyseren wat er gebeurde, maar mijn emoties namen het over. Het moeilijkst vond ik nog dat iedereen het gewend was dat ik hun belangen verdedigde, maar toen kon ik niets doen.’

U schrijft: bij een collectief ontslag reageren mensen anders dan je

verwacht.

RILLA LYSENS: Ik dacht dat mensen kwaad en verdrietig zouden reageren. Maar vlak na de aankondiging verkeerden veel werknemers in een staat van ontkenning. Ze gingen ervan uit dat het zo’n vaart niet zou lopen, dat de vakbond zou kunnen onderhandelen. Het besef dat het bedrijf echt ging sluiten, drong pas later door. Daarna zag ik wel alle bekende fases: woede, stress, verdriet.

U had voordien al mensen moeten ontslaan. Veranderde uw aanpak toen u zelf uw job verloor?

LYSENS: Ja, ik heb nog meer begrip gekregen voor het scala aan emoties dat ermee gepaard gaat. Je job verliezen is echt klote. Vaak komen daar nog financiële problemen en spanningen in de relatie bij, waardoor de stress snel kan oplopen en mensen in de problemen raken. Hoewel ik zelf al een bijverdienste had als coach, kwam mijn ontslag ook voor mij hard aan. Ik probeerde het rationeel te benaderen, maar heb er ook nachten van wakker gelegen. Ik was erg ontgoocheld en gestresseerd. Thuis voelde ik me leeg. Ik kon weinig verdragen, ook van mijn kinderen. Na een ontslag heb je niets wat je nog energie geeft. Het voelt of je bij het groot huisvuil bent gezet. Mijn collega’s verloren ook hun sociaal netwerk. Sommigen met moeilijkheden thuis verloren de veilige haven die het werk was. Niet iedereen gaat zomaar verder met zijn leven.

En de schaamte niet te voldoen? Daar worstelen toch ook veel mensen mee?

LYSENS: Bij een collectieve sluiting speelt dat natuurlijk minder, maar in mijn carrièrecoaching heb ik veel mensen gezien die lange tijd niet aan vrienden durfden te vertellen dat ze ontslagen waren. Een man liet zijn partner een week lang geloven dat hij nog naar het werk vertrok, terwijl hij een hele dag koffie ging drinken. Hij moest al zijn moed bijeenrapen om het te vertellen, hij was ook de enige broodwinner.

Die schaamte is nergens voor nodig. Ik wil mensen helpen om er anders naar te kijken. Een ontslag is een moment om te leren waarom je in een bepaalde cultuur niet functioneert of waarom bepaalde taken je minder liggen. De kunst bestaat erin te achterhalen wat wél werkt voor jou. Dat is niet gemakkelijk. Sommige mensen hebben jaren in een voor hen toxische omgeving gewerkt en zijn al hun zelfvertrouwen kwijt. Ze weten niet meer wie ze zijn, waar ze voor staan of wat hun kwaliteiten zijn.

U beschrijft hoe perfectionisten anders reageren dan loyale medewerkers. Zijn er mensen bij wie een ontslag harder aankomt of moeilijker verwerkt wordt?

LYSENS: Het maakt een groot verschil waar je de oorzaak voor het ontslag zoekt. Je hebt mensen die de oorzaak volledig buiten zichzelf leggen. Ze beweren dat de firma corrupt was, dat de baas een klootzak was of de collega’s de boel verpesten. Anderen zoeken de oorzaak voor dat falen bij zichzelf. Zij zijn van nature veel meer op zichzelf betrokken en gaan ook hun eigen verantwoordelijkheid daarin bekijken. Bij hen komt het ontslag zwaarder aan, maar ze groeien in dat hele proces wel meer als mens omdat ze er diepgaand over reflecteren. Wie de reden voor het ontslag volledig buiten zichzelf legt, groeit ook wel een beetje maar niet veel. Zij lopen daarna vaker opnieuw tegen hetzelfde aan, en als ze weer worden ontslagen, is de baas weer een eikel.

Maar soms ligt het toch wél aan de baas of de collega’s?

LYSENS: Zeker, maar om er sterker uit te komen, werkt de gulden middenweg het best: er spelen altijd externe factoren, maar je moet ook durven na te gaan wat jouw aandeel was. Anders kom je niet vooruit.

Het is een voorwaarde om een ontslag tot iets positiefs om te buigen, schrijft u. Maar is dat wel voor iedereen weggelegd?

LYSENS: Nee, je moet vooral genoeg tijd nemen om het te laten bezinken. Het is een erg emotioneel proces. Daarna heb je de keuze. Blijf je boos en verbitterd en ga je met lange tanden solliciteren omdat je ervan uitgaat dat het overal even erg is? Of aanvaard je dat ontslag, ga je op zelfonderzoek en probeer je te achterhalen welke job of bedrijfscultuur jou wél als gegoten zit? Als je weer gaat solliciteren, is het van belang dat je weet wie je bent en waar je voor wilt staan. Studies hebben uitgewezen dat een kandidaat maar voor zestig procent moet matchen met een vacature om te worden aangenomen. De andere veertig procent maak je zelf door je houding, je motivatie, wie je bent als mens.

Kennelijk weten heel weinig mensen wat hun kernkwaliteiten zijn. Hoe komt dat?

LYSENS: We hebben nooit geleerd om na te gaan welke kwaliteiten echt in ons verankerd zitten. Op een sollicitatiegesprek sommen we vaak drie van buiten geleerde goede punten op die passen bij de vacature, maar veel dieper is er niet over nagedacht. Je kernkwaliteiten noem ik je ‘dna’: je dagelijkse natuurlijke attitude. Eigenschappen die zo evident zijn dat je ze zelf niet meer opmerkt. Zoals iemand die stipt en beleefd is en dat maar normaal vindt – tot hij geconfronteerd wordt met iemand die altijd te laat komt of bot communiceert. Als je je eigen ‘dna’ kent, kun je conflicten op het werk voorkomen, maar ook zoeken naar geschiktere jobs. Veel mensen hebben een job waarvoor ze zich te veel moeten stretchen. Vroeg of laat breekt dat je zuur op.

Je kunt maar beter een plan voor je leven maken voor je in het plan van een ander moet passen. U vindt dat we daar te weinig over nadenken.

LYSENS: Als we afstuderen, zoeken we een job die aansluit bij ons diploma. Daarna hollen we maar door, zonder er bij stil te staan waar het ons heen leidt. Waarom plannen we onze vakanties wél tot in de puntjes, maar onze levens amper? Vaak staan we er pas even bij stil als er iets misloopt – bij ontslag, ziekte of een echtscheiding. Waarom stellen we ons niet vroeger vragen of die job wel bij onze waarden past? Ik zie zo veel mensen een job kiezen omdat ze aansluit bij hun studies of omdat ze een grote villa willen, maar intussen sterven ze van ellende. Ze hebben een masterdiploma, maar dromen van een koffiebar.

Je zou toch verwachten dat mensen op hun dertigste of veertigste wel durven te kiezen voor wat ze zelf willen.

LYSENS: De realiteit is anders. De meesten rennen maar door, doen wat de maatschappij van hen verwacht. Een tandarts had veertien jaar gestudeerd, haatte zijn job, maar durfde toch niet toe te geven aan zijn gevoel. We hebben veel te weinig leren luisteren naar ons buikgevoel. Terwijl onze intuïtie vaak juist is.

Burn-outexperts zeggen dat hun klanten vaak worstelen met een gebrek aan zingeving. De focus bij jobs ligt op wat de arbeidsmarkt vraagt, waarden lijken van geen tel.

LYSENS: Daar loopt het mis. We leren nergens hoe je moet leven. In Oosterse culturen is het veel meer de gewoonte om naar je zielsgevoel te luisteren. Generatie na generatie leert na te denken over wat er belangrijk is in het leven. Dat is zoveel meer dan een mooie auto voor de deur. Vandaar al dat ziekteverzuim en die burn-outs. Het is ook moeilijk. Ik voelde al jaren dat ik coach en trainer moest worden, maar ook ik was bang om mijn gevoel te volgen.

Waarop moet je dan vertrouwen als je een job kiest?

LYSENS: Op jezelf, want dat is vandaag de enige zekerheid die je nog hebt. Op de arbeidsmarkt is niets nog zeker, alles verandert. Zelfs bij de overheid. Je moet je voortdurend bijscholen, wendbaar blijven. En vooral jezelf kennen. Weten wat jij wilt. Ik ben ervan overtuigd dat wie flexibel is en zich wil bijscholen, niet snel zonder job zal zitten.

En als je geen idee hebt wat je echt wilt?

LYSENS:(lacht) Vaak weet iemand erg goed wat hij niet meer wil, maar niet wat hij wél wil. Zoek iets dat past bij jouw normen en waarden, bij hoe jij in het leven wilt staan. Dat idee hoeft niet per se groots te zijn. Veel medewerkers bij Frisk vonden het bijvoorbeeld heel belangrijk om producten van hoge kwaliteit af te leveren. Toen ze later in fabrieken belanden waar dat minder telde, raakten ze gedemotiveerd. Ze moesten bedrijven zoeken waar kwaliteit wél belangrijk was.

Het is makkelijker in stilte een droom te koesteren, dan kun je die nooit verliezen?

LYSENS: Ik ben geen fan van de Verenigde Staten, maar op dat vlak kunnen we iets van hen leren. Daar mag je falen. Dan vragen ze wat je eruit hebt geleerd. Uiteraard moet je elk idee toetsen aan de realiteit. Ik maak met cliënten een financieel plan op, we kijken naar haalbaarheid en de beschikbare tijd. Maar als alles er is om de sprong te wagen, dan moet je springen. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen een andere weg kan inslaan die beter bij hen past. Het is misschien makkelijker met een uitgebreid netwerk of een hoog diploma, maar ik heb het ook bij productiearbeiders zien lukken. Een arbeidster aan de band droomde ervan met kinderen te werken, ze heeft nu een baan als kinderverzorgster. Een productiemanager was totaal gefascineerd door auto’s. Zonder zijn ontslag zou hij nooit hebben overwogen om die passie te volgen. Het heeft hem veel moeite gekost om zonder ervaring de autowereld binnen te raken, maar het is gelukt. Hij mag zich nu proberen te bewijzen.

Hoera, ontslag! Rilla Lysens, uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts, 192 blz., 22,95 euro.

Door NATHALIE CARPENTIER, illustratie XAVIER TRUANT

‘Veel mensen hebben een job waarvoor ze zich te veel moeten stretchen. Vroeg of laat breekt dat je zuur op.’

‘We hebben veel te weinig leren luisteren naar ons buikgevoel.Terwijl onze intuïtie vaak juist is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content