Walter Pauli

‘Dat Magnette zich terugtrekt, lijkt een teken dat de zeden in de Wetstraat aan het veranderen zijn’

‘Vandaag zit de ras-le-bol bij de kiezers veel dieper dan toen. Heeft Magnette dat begrepen?’, vraagt Knack-redacteur Walter Pauli zich af.

Het werd al verwacht, het is nu ook zo: PS-kopstuk en Waals minister-president Paul Magnette zal zich terugtrekken uit de nationale politiek. Hij zal de regering en zelfs het parlement verlaten en wordt voltijds burgemeester van Charleroi. Een paar jaar geleden zou die mededeling als ‘surrealistisch’ zijn afgedaan, vandaag is het gewoon zo. Voor zover een minister-president een primus inter pares is, maakt Magnette met zijn afscheid aan de politieke cumul ook een werkelijk einde aan een cultuur die eigen leek aan le pays noir. De PS verankerde de macht niet alleen via collectieve kanalen – de zuil, de partij, het overheidsapparaat. Veel PS’ers klonken zich ook individueel vast aan de macht, via het opnemen – het opéísen – van het ambt van (titelvoerend) burgemeester.

Dat Magnette zich terugtrekt, lijkt een teken dat de zeden in de Wetstraat aan het veranderen zijn

Dat gebeurde vroeger en nu, bij oude en nieuwe gloriën, bij al die belangrijke mannen en ook bij de zeldzame vrouwen aan de top, en bij de eenzame allochtoon: zelfs de belangrijkste PS’ers voelden zich niet te min om burgemeester te zijn in een bescheiden gemeente of een klein dorp. Het had en heeft haast iets tribaals: de chef draagt de sjerp. Dat gold al voor Leo Collard (in zijn tijd als burgemeester in Bergen), Edmond Leburton (in Waremme), André Cools (Flémalle), Guy Spitaels (Ath) of Philippe Moureaux (Molenbeek). Nog altijd is partijvoorzitter Elio Di Rupo de burgemeester van Bergen, Waals minister-president Paul Magnette die van Charleroi en Rudy Demotte, de minister-president van de Franse Gemeenschap, die van Doornik.

Natuurlijk gebeurt dat ook bij andere partijen. N-VA-voorzitter Bart De Wever, tevens Kamerlid, werd niet bij toeval burgemeester in Antwerpen. Maar nergens is die cumul even instrumenteel als bij de Parti Socialiste. Daarom lijkt de aankondiging van Magnette een teken dat de zeden in de Wetstraat echt aan het veranderen zijn, ook al kon het pas gebeuren onder zware externe druk. Vooral PS’ers waren het voorwerp van politieke hoon als zij wéér eens een gênante hoofdrol speelden in een of ander schandaal. Tegelijk hebben socialisten ook het meeste te lijden van de opkomst van nieuwe, propere en doorgaans ook radicalere partijen. Of dat nu radicaal-centristisch is, zoals Emmanuel Macron in Frankrijk, of radicaal-links, zoals de PTB-PVDA in België, in de peilingen de grootste partij van Wallonië.

Peilingen zijn geen verkiezingen, en dus hebben de socialisten nog een waterkans. In 2008 klom Lijst Dedecker (LDD) in de peilingen tot 16,5 procent en was Jean-Marie Dedecker de populairste politicus van het land. Bij de echte verkiezingen, in 2009, was LDD ‘maar’ goed voor 7,6 procent. Een behoorlijke uitslag, maar het land stond niet op zijn kop.

Peilingen zijn geen verkiezingen, en dus hebben de socialisten nog een waterkans

Vandaag zit de ras-le-bol bij de kiezers veel dieper dan toen. Heeft Magnette dat begrepen? Of maakt hij vooral van de nood een deugd, voor het geval hij minister-president af is? Zelfs al is zijn geste niet van opportunisme gespeend, toch neemt hij een risico door te breken met een mechanisme dat zijn partij overal in het land aan de macht heeft gebracht én gehouden.

Ook SP.A-voorzitter John Crombez zet in op decumul, maar voor het eerst zakte ook zijn partij in een peiling onder de 10 procent. ‘Dat komt zeer hard binnen’, erkende hij op VTM. Bij de PS en de SP.A leeft de vrees dat ze diep kunnen vallen bij de volgende verkiezingen. Dat gevoel vertolkten, wellicht onbedoeld, SP.A’ers Yasmine Kherbache en Meryame Kitir in een interview in De Standaard. Terwijl ze eigenlijk wilden zeggen dat ‘het socialisme nog niet dood is’, zei Kitir, echt waar: ‘Wij leggen de lat alleszins hoog. 10 procent is niet genoeg.’ Zo staat het er: de SP.A mikt op méér dan … 10 procent.

Elk kind dat ooit aan touwtjespringen deed, weet hoe link dat is. Al hangt de koord bijna tegen de grond, ook dan kun je nog altijd struikelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content