De (s)preekstoel van Knack.be

‘Dat de kruisiging geldt als de opperste daad van Jezus, zegt veel over de kern van christendom’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

Godsdienstleraar Ignace Demaerel (EAV) legt op Pasen uit waarom het christendom geen zedenleer is, maar een heilsleer.

Pasen hangt weer in de lucht: de reclamefolders herinneren er ons al weken aan. Misschien is dit feest nog het meest geliefd omdat het wat extra vakantiedagen meebrengt, extra chocolade en feestmaaltijden. Maar wie staat nog stil bij de oorsprong van dit feest en haar vele betekenissen? Het is het grootste van de traditionele christelijke feesten, zelfs al wordt Kerstmis veel bourgondischer gevierd. En de betekenis ervan gaat ook veel dieper, ook al herinneren de meesten zich vandaag nog enkel de paashaas en de chocolade eieren.

Maar het is voor de ‘moderne mens’ toch een moeilijk verteerbaar verhaal, en dat om twee redenen: een man die na drie dagen opstaat uit de dood, hoe kunnen we dat in onze tijd – waar de wetenschap alles lijkt te dicteren – nog verkocht krijgen? En de kruisiging van deze wereldverbeteraar enkele dagen tevoren: wat voor aantrekkelijks of verhevens is er aan zulk bloederig verhaal over een barbaarse foltering? Had ‘de redding van de mensheid’ niet iets properder en vreedzamer gekund, iets hygiënischer en beschaafder?

Dat de kruisiging geldt als de opperste daad van Jezus, zegt veel over de kern van christendom

Kruisiging was zelfs 2000 jaar geleden al een choquerende straf, een eeuwige schande. Daarom is het des te merkwaardiger dat deze nieuwe godsdienst uitgegroeid is tot de grootste ter wereld: als je begint met een Messias die als de ergste crimineel halfnaakt openbaar gekruisigd wordt, hoe ‘sexy’ is deze boodschap? Hoeveel kans heb je dan om populair te worden? Dit soort verhaal zou anders iets zijn om je erg voor te schamen: stel je voor dat jouw coach/goeroe op de elektrische stoel zou eindigen of aan de galg. Het evangelie is in veel opzichten erg ‘countercultural‘.

Want precies deze daad van Jezus wordt aan ons gepresenteerd als een toppunt van liefde. Jezelf opofferen voor een ander: het komt af en toe nog voor in deze wereld; denk aan de Franse luitenant-kolonel Arnaud Beltrame die op 23 maart zichzelf in een supermarkt in Trèbes aanbood in ruil voor een gijzelaar, en het met zijn leven bekocht. Hij wordt overal als een held geëerd; hij handelde zoals een Jezus-in-het-klein.

Dat de kruisiging in het christendom geldt als de opperste daad die Jezus stelde, zegt veel over het wezen van deze godsdienst. Het christendom is namelijk geen zedenleer, maar een heilsleer. Jezus was zeker en vast een buitengewoon leraar die woorden sprak die na 2000 jaar nog altijd de wereld rondgaan; en toch was dat niet het grootste wat hij deed. Als we de evangelies mogen geloven deed hij uitzonderlijke, nooit geziene genezingen en wonderen alsof het niets was; maar ook dat geldt niet als zijn bijzonderste prestatie.

Gered worden door kennis?

Waarom zijn dan zijn lijden, kruisiging en dood de climax van zijn ‘mission impossible’ op aarde? De Hebreeuwse cultuur is hierin wezenlijk verschillend van de Griekse: de Grieken – denk aan Socrates en Plato – geloofden wezenlijk dat de mens gered moet worden door kénnis. ‘Ken uzelf’ was de beroemde tekst die boven het orakel van Delphi stond. Als de mens maar wat meer inzicht verkreeg, zou al het kwaad uit de wereld vanzelf verdwijnen.

Het is zeker waar dat zelfkennis en kennis veel misverstanden uit de weg kunnen ruimen, maar of dit de wereld zal rédden is toch een grote vraag. Doen de mensen écht kwaad omdat ze onwetend zijn? Weet een dief of een verkrachter dan niet dat dat ‘fout’ is? Laten we niet naïef zijn, hé. We zijn al honderden of duizenden jaren bezig met opvoeding en onderwijs, voorlichting en trainingen, maar op moreel gebied zien we minstens evenveel achteruitgang als vooruitgang.

Het christelijk geloof wordt vaak gelijkgesteld met een stel hoge morele regels, alsof je je hemel zou moeten verdienen met een voorraad goede werken: “Hou je aan deze regels en je krijgt een ticket naar de hemel.” Maar dat was nooit de kern van de boodschap, want dan zou het een zedenleer zijn die de weg toont naar een soort zelfverlossing: zij die ‘goeie punten scoren’, de ‘sterke leerlingen van de klas’, de ‘morele kampioenen’ hebben recht op een eeuwige beloning.

Morele regels

Dan had Jezus ook een vreedzame dood kunnen sterven als een oud man in zijn bed: een man die enkel naastenliefde predikt, wordt niet vermoord. En de morele regels die hij bracht waren zelfs niet echt nieuw: ze stonden al in het Oude Testament, de geboden van Mozes. We stuiten opnieuw op de cruciale vraag: waarom werd deze ‘brave man’ die niemand kwaad deed, dan als het ergste uitschot van zijn tijd geëxecuteerd? Wat deze vraag nog prangender maakt, is dat Jezus geen ‘slachtoffer’ was die tegen wil en dank gekruisigd werd: hij wist het van tevoren in detail, en had tientallen gelegenheden om ervan weg te lopen. Het was een bewust en vrijwillig gekozen pad dat hij bewandelde.

Er zijn verschillende filosofische theorieën die stellen dat de redding van de mensheid ligt in kennis/inzicht/verlichting (denk bijv. aan Socrates, de gnosis of het boeddhisme: zij veronderstellen dat de bron van het kwaad ligt in onwetendheid (en niet in het christelijke begrip ‘zonde’). Dit is een zéér belangrijk verschil, een kruispunt waar beide wereldvisies serieus uit elkaar gaan. Wie dit zegt, plaatst de oorzaak van het probleem vaak buiten zichzelf. Natuurlijk is een mens beperkt in kennis en mogelijkheden, maar hij zondigt ook voortdurend tegen de kennis die hij wél al heeft! ‘Ik wist het niet’ is het ultieme excuus, maar is in feite vaak een leugen. En we weten van vele dingen al te best dat ze niet mogen, maar doen ze toch.

Ergens gaat onwetendheid over in onvermogen, of zelfs in onwil.

Het is een koud kunstje om aan te tonen dat kennis alléén ons niet kan redden. Volstaat het om iemand éénmaal te vertellen wat goed is, opdat hij het daarom altijd doét? Dit is oernaïef en een onderschatting van de vele irrationele krachten die ons naar beneden trekken. Het probleem ligt er niet in dat we de regels niet kénnen, maar dat we ze niet kunnen – of soms zelfs niet willen – houden. Ergens gaat onwetendheid over in onvermogen, of zelfs in onwil. En daar zit de mens geblokkeerd: daar is de echte genezing nodig. Een ‘betere moraal’ zal de mensheid niet redden: het probleem zit dieper. De kanker van het kwaad zit ín ons, is uitgezaaid in ons denken en voelen, in onze dromen en passies. Dit bestrijd je niet door ’tien regels om gezond te leven’.

Het klopt dat dit verhaal heel wat seculiere mensen tegen de borst stoot: “Hoe? Wat? Heb ik verlossing nodig? Ben ik verloren misschien? Denk je dat ik mijn eigen boontjes niet kan doppen?” Het doet pijn aan onze trots, ons zelfbeeld. Het steekt even diep in ons ego als de nagels in Jezus’ handen.

‘Redder van buitenaf’

Ja maar, geloven in een ‘redder van buitenaf’ is toch een gelóóf, iets religieus? Ja zeker, maar ‘geloven dat de mens zichzelf kan redden’, is dat dan géén geloof, vraag ik mij dan af. Is dat rationeel te bewijzen misschien? De rauwe werkelijkheid toont dat de mens zich beestachtiger kan gedragen dan een dier, en dat al eeuwenlang. En de tekenen die ons zouden kunnen doen hopen op ‘morele vooruitgang’ zijn volgens mij zwak, fragiel, broos, kortstondig. Een goede vriend van mij zegt regelmatig: ‘Ik heb niet genoeg geloof om humanist te zijn.’ Welk van beide is het meest (on)realistisch: het christelijke godsgeloof of het humanistische mensgeloof?

Vandaar Pasen dus. Zo gek is het idee van ‘een redder’ toch ook niet. De 33 mijnwerkers die in Chili in 2010 vast zaten onder de grond, waren extreem blij dat er ‘redders van bovenaf’ hen kwamen verlossen: ze hadden nooit een tunnel vanuit hun ‘verlorenheid’ kunnen graven, 700 m. tot boven. En heel West-Europa juichte toen in 1945 de Amerikanen ons – van overzee – kwamen redden van het nazisme.

We kennen allemaal situaties waarin een ander ons moet komen ‘redden’ uit een probleem, waar we hulp nodig hebben van medemensen. Degene die gelooft dat hij “alles zelf kan en niemand nodig heeft” is niet alleen naïef, maar zelfs stekeblind en arrogant. Waarom aanvaarden we gemakkelijk hulp van een juridisch adviseur, een automechanicien, een IT-expert? Omdat we beseffen dat we ‘leken’ en incompetent zijn op die vlakken. Maar over levenszaken (moraal en religie) wijzen we elke ‘bevoogding’ af?

De mens is een vreemd wezen, met een grote dosis eigenzinnigheid en betweterij. Het paasverhaal heeft alles te maken met bescheidenheid (“zalig de armen van geest”, nietwaar?). En met juiste zelfkennis, zeg maar: realistische zelfinschatting. Zichzelf redden of zich laten redden, that’s the question. Het blijft brandend actueel.

We zien vandaag levensgrote uitdagingen op planetair niveau zoals de klimaatopwarming, luchtvervuiling, oorlogen, vluchtelingenstromen, diepe ongelijkheden en grote conflicten in de wereld… Wie gelooft vandaag, van ganser harte en met rotsvaste overtuiging, dat de mensheid zichzelf zal redden? De mens is precies de veroorzaker van alle rotzooi – hij is het slechtst geplaatst om het op te lossen. Het paasverhaal gééft te denken: het is alsof die man aan het kruis ons een spiegel voorhoudt: “En, ga je jezelf redden?” Ik vond onlangs deze spreuk op internet: “If you want to save the world, pray that God will start with you!

Ignace Demaerel van de Evangelische Aliantie Vlaanderen (EAV) is godsdienstleraar en auteur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content