‘Ik ben geen supervrouw, maar ik blijf ook moeder tijdens mijn werk’

'Voor de Vlaamse regering is het vertrek van Annemie Turtelboom een catharsis geweest. Haar ontslag heeft indruk gemaakt.' © DIETER TELEMANS

Ze lijkt nog altijd een van de jonkies, maar intussen draait minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) al negen jaar mee in de Vlaamse regering. Ook in het centrumrechtse kabinet van Geert Bourgeois, vindt ze, gaat het er weleens hard toe. ‘Deze coalitie heeft soms een ontembare drang tot zelfdestructie.’

Wie ook minister van Onderwijs is, hij of zij staat voortdurend in de vuurlinie. En dat ongeacht de partijkleur, want in hun tijd waren voorgangers als Marleen Vanderpoorten (Open VLD) en Pascal Smet (SP.A) ook al het mikpunt van de oppositie, de onderwijsbonden, de diverse deskundigen en natuurlijk van de coalitiepartners. Ook Hilde Crevits ondervindt tegenwoordig dat het ministerschap van Onderwijs geen wandeling in het park is.

De hervorming van het secundair onderwijs levert de minister evenveel kritiek als applaus op. Zeker, ze heeft in het Vlaams Parlement de decretale blauwdruk ingediend van een grote onderwijshervorming, en dat is een stap die haar voorganger Pascal Smet nooit heeft kunnen of mogen zetten. Toch was er niet op alle banken applaus. Vanuit de oppositie verwijten de SP.A en Groen de minister dat haar hervorming ambitie mist en alles te veel bij het oude laat. En namens coalitiepartner N-VA heeft Bart De Wever al laten weten dat deze hervorming wel degelijk historisch is, juist omdat er aan zo weinig wordt geraakt. Bevestigen de coalitiepartner en de oppositie elkaar dus niet in hun kritiek op de onderwijsminister?

Hilde Crevits denkt er het hare van. ‘Ik ben blij dat Bart De Wever zo tevreden is met deze onderwijshervorming. Het was namelijk een collectief werk van de regering. De teksten van de conceptnota zijn in tientallen ‘interkabinettenwerkgroepen’ besproken. Er is dus hard aan gewerkt. Maar wat mij wreed verbaast, is dat Bart De Wever zichzelf op de borst klopt met de grootste twee ‘realisaties’ die het Vlaamse onderwijs aan zijn partij te danken zou hebben. Ten eerste: het aso blijft bestaan. Ten tweede: er komt geen brede eerste graad. Dat is toch een vrij beperkte analyse van deze onderwijshervorming, zeker als ze uit de mond komt van de voorzitter van de partij van ‘de kracht van de verandering’.’ (lacht)

De latente wrevel tussen de twee regeringspartijen illustreert dat de CD&V nog naar haar plaats zoekt. Hilde Crevits is als viceminister-president de nummer één van de op een na grootste partij in de Vlaamse regering, en dat zegt precies hoe ambigu haar positie is. Het zit de minister ook niet lekker dat vanuit de N-VA het beeld werd verspreid dat Crevits misschien wel de pen vasthield van de onderwijshervorming, maar dat N-VA’ers haar dicteerden wat ze moest schrijven. Bart De Wever beweerde in Knack dat deze onderwijshervorming voor de N-VA ‘een homerun’ is.

CREVITS: ‘Is dat zo? Dan is het een homerun voor alle regeringspartijen. De N-VA wilde een toegangstest tot het universitair onderwijs. Voor de CD&V mocht die er komen, maar dan zonder dwingend karakter. We hebben onze zin gekregen. Tegelijk komt er een niet- bindende oriëntatieproef, ‘Columbus’. Columbus meet niet alleen de kennis, maar peilt ook naar de motivatie en de persoonlijkheid van de leerlingen. Dat is nodig, want veel jongeren hebben bij hun studiekeuze behoefte aan adequatere informatie over zichzelf. Weet u dat vandaag elk jaar een op de vijf ‘generatiestudenten’ (studenten die voor het eerst aan de bacheloropleiding beginnen, nvdr) nooit een diploma haalt? Dat is dus jaar na jaar het lot van elfduizend Vlaamse jongeren. Dat is een enorme verspilling van jong talent, en jammer genoeg ook een dure zaak. In elke student wordt door de Vlaamse overheid jaarlijks 7000 euro geïnvesteerd.’

De oppositie heeft toch een punt dat de N-VA zwaar heeft gewogen op de uitvoering van deze onderwijshervorming? Zoals u zelf al aangaf: Bart De Wever kan zich op de borst kloppen dat een aantal geplande hervormingen níét zijn doorgevoerd, zoals de brede eerste graad.

HILDE CREVITS: Dat is framing van de socialisten. De eerste graad zoals die nu voorligt, staat letterlijk vermeld in het masterplan van Pascal Smet. Ik kom zelf nog uit het Vernieuwd Secundair Onderwijs (VSO), dat was inderdaad inefficiënt en vreselijk duur. Daar wil ik nooit meer terug naartoe. Dat heeft ook de CD&V in de vorige regeerperiode aan de socialisten duidelijk gemaakt. Mijn hervorming is dus een getrouwe vertaling van dat ‘masterplan’ dat CD&V, N-VA en SP.A in 2013 samen hebben afgeklopt. Als Caroline Gennez vandaag klaagt dat er geen totale open eerste graad is gekomen, dan moet ze maar tegen Pascal Smet zeggen dat hij zijn werk niet goed heeft gedaan.

De schotten tussen aso, tso en bso zouden toch grotendeels afgebouwd worden?

CREVITS: In de eerste graad is er al lang geen sprake meer van aso, tso en bso. De SP.A wilde het aso volledig afschaffen, en daartegen heeft De Wever zich inderdaad met hand en tand verzet. Voor CD&V en voor mij was dat niet de belangrijkste kwestie. Voor ons primeert de vrijheid van de schoolorganisatie: scholen mogen zelf uitmaken of ze hun leerlingen voorbereiden op het hoger onderwijs, op de arbeidsmarkt, of op allebei.

Wat is voor u dan fundamenteel in deze hervorming?

CREVITS: Dat we het maximum uit elke leerling kunnen halen. Geen enkele jongere zou nog zonder diploma op de arbeidsmarkt mogen komen. Daarom is de studiekeuze ‘getrapt’. In de eerste graad is er relatief veel vrijheid en maken we ruim plaats voor bijsturing. In de tweede graad wordt de keuze al specifieker, enzovoort. In plaats van het zogenaamde watervalsysteem kiest Vlaanderen voortaan voor een model dat onze jongeren ook in staat stelt om te ‘zalmen’, dus om te kiezen voor richtingen die beter bij hen passen.

Toch heeft uw meerderheid er moeite mee om u te erkennen als de auteur van een belangrijke hervorming.

CREVITS: Dat is het grote probleem van deze coalitie, Vlaams maar ook federaal: we durven blijkbaar niet te zeggen dat we het goed doen. De Zweedse coalitie heeft soms een ontembare drang tot zelfdestructie, met dat voortdurend afdingen op de eigen prestaties. Ik lees dat Bart De Wever de domeinschool (een school die op één domein – economie, zorg, welzijn… – zowel aso-, tso- als bso-onderwijs wil aanbieden, nvdr) een ‘dom gedacht’ vindt. Nochtans staat in de conceptnota dat die domeinscholen straks een bonus krijgen voor hun technische uitrusting. Alle meerderheidspartijen, dus ook de N-VA, hebben die modernisering nu goedgekeurd.

Met wie is het moeilijker compromissen maken: met de SP.A in de vorige Vlaamse regering of met de N-VA in het huidige kabinet?

CREVITS: U vergeet Open VLD. (grijnst) Een niet onbelangrijke nuance, al zeg ik het zelf.

Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten heeft u ook hard aangepakt: ze vond uw hervorming ondermaats.

CREVITS: Inderdaad. Terwijl we in de regering nog aan het onderhandelen waren, zei ze in de pers dat de modernisering ’te weinig ambitieus’ was. Ik vind dat je gemaakte afspraken eendrachtig moet verdedigen. Vandaag stel ik gelukkig vast dat deze modernisering zowel door haarzelf als door haar partij gesteund wordt. We zouden dus trotser moeten zijn op wat we doen. De drie Vlaamse meerderheidspartijen zouden meer voor elkaar moeten opkomen.

U geeft het misschien niet graag toe, maar de kritiek van de voorbije weken heeft u geraakt.

CREVITS: Wat nu voorligt, is echt een historische onderwijsvernieuwing. Meer dan ooit heeft het Vlaamse onderwijs de ambitie om het talent van elk kind te helpen ontwikkelen. Er is nog nooit zo veel aandacht gegaan naar zogenaamde verplichte ‘remediëring’ in alle scholen: het helpen en weer op het goede pad zetten van kinderen die het lastig hebben. Op de koop toe voeren we een ‘basisgeletterdheid’ in: vaardigheden waarover elke jongere moet beschikken. Weet u dat de ouders die wij consulteerden, ons hebben aangegeven dat veel en vooral kansarme jongeren amper weten hoe ze met een budget moeten omgaan? Dat gaan we hen nu leren. Socialisten zouden dat toch ook mogen opnemen in hun beoordeling van deze hervorming? Maar nee, het enige wat eruit komt, is geklaag omdat ik zogezegd ‘geen brede eerste graad’ heb ingevoerd.

(helemaal op dreef) En dan zegt Caroline Gennez: ‘Mocht ik in uw zetel zitten…’ Terwijl haar partij verdorie jaren aan een stuk ministers van Onderwijs heeft geleverd! Het was toch Gennez zelf die zich de luxe veroorloofde om een uitstekend minister als Frank Vandenbroucke aan de kant te schuiven?

Ik ben geen jaloerse politica, denk ik: ik erken graag de verdienste van andere politici die de zaken vooruithelpen. Gwendolyn Rutten (Open VLD) had de ambitie om de participatie van kleuters te verhogen, terwijl Jo Vandeurzen werk wilde maken van een volwaardige integratie van de schooltoelagen in het gezinsbeleid. De combinatie van die liberale en christendemocratische insteek heeft geleid tot een heel mooi akkoord, waarbij we een stukje van de kinderbijslag gebruiken om de kleintjes sneller naar de kleuterklas te krijgen. Kan het eigenlijk socialer? Zou Caroline Gennez niet meer indruk gemaakt hebben indien ze had durven te zeggen: ‘Hadden wij socialisten dit allemaal eigenlijk niet beter zelf gedaan?’

De interventies van Rutten, Gennez en De Wever tonen ook aan dat de ideologie terug van weggeweest is. De Wever bekommert zich bovenal om de klassieke humanoria – en dat in een tijd dat het Grieks zo goed als verdwenen is.

CREVITS: De klassieke oudheid heeft natuurlijk haar waarde, maar ik zou er toch niet te veel mee dwepen. In de Romeinse samenleving was er slavernij. Vrouwen waren ondergeschikt aan de man. Het gros van de inwoners bestond uit verarmd plebs en slechts een handvol rijke patriciërs had het voor het zeggen. Is dat het model dat we moeten propageren als inspiratiebron voor onze westerse waarden? Geef mij maar Levinas.

U kwam zelf ook tamelijk populistisch uit de hoek toen u, zonder nuance, zei: ‘Leraar is een zwaar beroep.’

CREVITS: Die uitspraak klonk misschien wat populistisch. Alleen heb ik die woorden zo nooit uitgesproken. In het interview zelf staat wat ik heb gezegd: ‘Ik vind dat leraren zware activiteiten uitvoeren.’ Maar de kop op de voorpagina van Het Nieuwsblad werd: ‘Leraar is een zwaar beroep’. Dat klinkt natuurlijk spectaculairder.

Die uitspraak was wel een hefboom van u om als Vlaams minister binnen te breken in de federale discussie over het ambtenarenpensioen.

CREVITS: In de federale regering wil men voor alle ambtenaren de diplomabonus afschaffen en de pensioenberekening herzien. Maar de groep van het overheidspersoneel die het meest zal inleveren als de diplomabonus verdwijnt, zijn natuurlijk de leerkrachten. En de bestaande berekening is vooral voordelig voor vrouwen. Begrijpt u mijn bezorgdheid? Als we bij de ambtenaren ‘zware beroepen’ beperken tot overheidspersoneel dat fysiek belastend werk verricht, dan vindt er een reusachtige verschuiving plaats van de pensioenen van Vlaamse, vooral vrouwelijke leerkrachten naar mannelijk, federaal overheidspersoneel – de brandweer, het leger, enzovoort. Ik gun iedereen een goed pensioen, en dus ook de leerkrachten. Waarom zou psychische belasting geen factor mogen zijn bij de bepaling van een zwaar beroep?

De grote ideologische discussie van de voorbije maanden hebt u slechts als toeschouwer meegemaakt. Ze barstte los toen Lieven Boeve van Katholiek Onderwijs Vlaanderen zijn ‘katholieke dialoogschool’ voorstelde, met daarin een meer zichtbare plaats voor moslims.

CREVITS: De ochtend dat het tumult losbarstte, heb ik aan de telefoon lang gesproken met Lieven Boeve. Er is niets fout met zijn plan, alleen vond ik dat de verkeerde voorbeelden werden gebruikt om zijn concept te illustreren. Men kreeg de indruk dat het katholiek onderwijs voortaan levensbeschouwelijke islamlessen zou beginnen te geven, en speciale gebedsruimtes voor moslims zou inrichten. Terwijl het niet de kerntaak van het katholiek onderwijs is om islamonderricht aan te bieden, wel om kinderen en jongeren op de best mogelijke wijze te vormen. Daarom heb ik het concept van de dialoogschool ook verdedigd. Het is de toekomst van het katholieke onderwijs.

De reactie was niet min. Bart De Wever vond dat ‘het katholiek onderwijs zijn eigen ziel om zeep helpt’, en wellicht vertolkt hij wat ook veel CD&V’ers denken.

CREVITS: De werkelijkheid is nochtans wat ze is. In de Brusselse katholieke scholen bestaat een groot deel van de leerlingen uit moslims, en die volgen er allemaal katholieke godsdienst. Hun ouders kiezen voor het katholieke net omdat ze zich herkennen in de waarden die er worden overgedragen. Waarom zouden wij met die groep de dialoog niet verder mogen aangaan?

Raymonda Verdyck, de gedelegeerd bestuurder van het GO, vond dat het katholiek onderwijs maar moest opgaan in ‘haar’ gemeenschapsonderwijs als het niet meer katholiek maar pluralistisch wil zijn.

CREVITS: De uitspraken van Raymonda Verdyck strookten niet met het principe van de vrijheid van onderwijs. Het is toch vanzelfsprekend dat katholieke scholen ook ‘katholiek’ zijn, en dat brengt mee dat hun pedagogisch project per definitie christelijk is geïnspireerd. Dat blijft ook zo. Bisschop Johan Bonny had zich in een eerste reactie gedistantieerd van de uitspraken van Lieven Boeve, maar hij zat naast mij op de eerste rij toen Boeve zijn plannen kwam voorstellen. En de bisschoppen steunen dat plan volledig. Uiteraard hebben ook moslimkinderen een plaats in de katholieke scholen. Maar ze moeten ook weten en aanvaarden dat ze worden aangesproken vanuit het katholieke project. Dat is toch een sterk concept? We moeten toch geen angst hebben van ‘anderen’? Intussen moeten we voluit blijven investeren in de dialoog met de moslimgemeenschap, want er ligt nog werk op de plank.

Is er een probleem met het islamonderwijs?

CREVITS: Er is een serieus probleem met het levensbeschouwelijk islamonderwijs. Het is gebrekkig georganiseerd. De rekrutering van leerkrachten Islamitische Godsdienst en het volgen van het nieuwe leerplan verlopen nog lang niet zoals het zou moeten. Maar de stappen tot vernieuwing moeten komen uit de moslimgemeenschap zelf. Als minister kan ik niet opleggen hoe de islamitische levensbeschouwing moet worden aangeleerd. Dat moeten de moslims vanuit hun gemeenschap toch zelf in handen nemen?

De eerste twee Vlaamse regeringen waarin u zat, werden geleid door een CD&V’er, de huidige regering door een N-VA’er. Welke draagt uw voorkeur weg?

CREVITS: In het begin was het wennen aan onze nieuwe rol als ’tweede’ partij. De voorbije jaren was het Martelarenplein mijn tweede thuis, ik liep er binnen en buiten om af te spreken met de minister-president. Dat is veranderd. Ik begin mij nu wel in mijn sas te voelen. Maar dat het nu beter gaat, is een gevolg van het vertrek van Annemie Turtelboom. Haar ontslag heeft indruk gemaakt.

Ze kondigde haar ontslag aan nadat ze met de andere Vlaamse ministers nog een paar uur had vergaderd. Had u haar vertrek echt niet zien aankomen?

CREVITS: (aarzelt) Ik heb signalen gekregen, maar ik heb niet voldoende geluisterd. Voor mij is Annemie Turtelboom nog altijd een warme, talentrijke vrouw. En plots is zij weg. Voor de Vlaamse regering is het vertrek van Annemie een catharsis geweest. Wij luisteren nu veel beter als een collega aangeeft dat zijn of haar breekpunt bereikt is. Freya Van den Bossche was daarin erg goed. Zij zei in alle helderheid: ‘Dat is voor onze partij de grens.’ Als je dat weet, is het voor iedereen gemakkelijker om naar een compromis te zoeken. Maar je moet je als minister ook durven uit te spreken, want je neemt je coalitiepartners natuurlijk in vertrouwen. En het risico bestaat dat ze dat op een dag misbruiken.

Als deze coalitie onder vuur ligt, komt dat ook door het taaie verzet van de christelijke werknemersbeweging, nu beweging.net geheten – waartoe u zelf behoort – en vooral van het ACV.

CREVITS: Het protest van de christelijke vakbond was er vroeger ook. Het ACV moet beseffen dat de CD&V-ministers niet hun handpop zijn. En wij moeten ermee kunnen leven dat zij niet onze applausmachine zijn. Er mag een gezonde spanning bestaan. Helaas is het vakbondsprotest uitgedraaid op een te persoonlijke aanval tegen Kris Peeters.

Ook Femma – voorheen de Kristelijke Arbeidersvrouwen (KAV) – is bikkelhard voor Kris Peeters. Femma zweert bij een forse arbeidsduurverkorting, omdat vrouwen zich zo beter kunnen ontplooien.

CREVITS: Je kiest natuurlijk zelf waar je je het best bij voelt. Ik ben gelukkig als mijn kinderen dat zijn, en omgekeerd denk ik dat het mijn kinderen gelukkig maakt als ze mij gelukkig zien. En ze weten dat ook mijn werk erg bepalend is voor mijn geluk. Bij mijn man is dat niet anders. Dat maakt dat onze gezinsmomenten schaarser zijn, en dat we een aantal taken uit handen moeten geven, want ik ben geen supervrouw en ik kan mijn hele huishouden niet combineren met mijn werk als politica. Tegelijk blijf ik ook moeder tijdens mijn werk. Ik sluit mij in Brussel niet van mijn gezin af. Mijn dochter heeft mij ooit gebeld midden in een toespraak. Ik ben gestopt met spreken en heb mijn telefoon opgenomen. Drie minuten later stond ik weer achter de microfoon. De zaal dacht: dat was zeker de partijvoorzitter of de minister-president. Terwijl het gewoon om een heel huiselijk vraagje ging. Wie hard en veel uren werkt, is daarom geen slechte vader of moeder.

Nu nog het christelijke middenveld overtuigen.

CREVITS: Ik vermoed dat ik weet wat de vakbonden zwaar op de maag ligt. Elke keer als de vakbonden en de werkgevers in de Groep van Tien een akkoord sluiten, is er onmiddellijk een federaal minister die met hoge stem komt verklaren dat hij zich niet gebonden voelt door dat sociaal akkoord omdat het op een paar punten afwijkt van de letter van het regeerakkoord, en dat zulks een aanfluiting is van ‘het primaat van de politiek’.

‘Mijn naam is Alexander: alles door mij en niets door een ander.’

CREVITS: (lacht) Ik vind dat je de sociale partners niet alleen hun plaats moet geven in de besluitvorming, maar dat je hen ook de kans moet laten om te kunnen scoren. Kris Peeters doet dat, maar hij krijgt er te weinig waardering voor.

U doet het goed in de peilingen – als enige minister van de Vlaamse regering staat u in de top tien – maar uw partij CD&V doet het barslecht: een tussenstand van 13 procent is een historisch laagterecord.

CREVITS: De peiling waarnaar u verwijst, was er één van VTM, en die toonde voor CD&V inderdaad een scherpe knik omlaag. Maar de peiling daarvoor stond in De Standaard, en daaruit bleek dat het potentieel van CD&V nog nooit zo groot was als vandaag. Ik kan die cijfers dus wel relativeren.

Stel dat bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 de N-VA de grootste partij wordt in Brugge. Kunt u dan eventueel leven met Pol Van den Driessche als burgemeester?

CREVITS: Ik heb met Pol nooit een probleem gehad en ik schiet nog altijd goed met hem op. Nu u het zegt, het is vandaag mijn verjaardag en hij heeft me nog altijd niet ge-sms’t. (lacht) En wie de nieuwe burgemeester van Brugge wordt, dat zal de kiezer bepalen. Wij gaan er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het een CD&V’er zal zijn. Brugge verdient dat!

DOOR WALTER PAULI, FOTO’S DIETER TELEMANS

‘De klassieke oudheid heeft natuurlijk haar waarde, maar ik zou er toch niet te veel mee dwepen.’

‘Er is een serieus probleem met het levensbeschouwelijk islamonderwijs.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content