‘Commissaris die tip over Abdeslam achterhield, leidt nu terreurdienst’

Abdeslam Salah © AFP

Volgens het Comité P was het vooral de Mechelse adjunct-korpschef Johan Geentjens die een rapport over de broers Abdeslam had moeten melden. Die informatie bleef begin dit jaar drie maanden in een schuif liggen. Geentjens is nu directeur bij de centrale dienst terrorisme van de federale politie.

Dat schrijft Het Laatste Nieuws.

Volgens het Comité P, dat de politiediensten controleert, moet een document met vertrouwelijke informatie – een RIR-rapport – altijd worden ingegeven in de nationale gegevensbank. Zelfs als de bron onduidelijk of mogelijk onbetrouwbaar is. In Mechelen gebeurde dat niet. Als enige korps van het land werden RIR-rapporten daar ‘on hold’ gezet tot de bron gecontroleerd was. Of de Mechelse korpschef Yves Bogaerts wist dat er zo’n rapport bestond over de op dat moment voortvluchtige terreurverdachte Salah Abdeslam, weet het Comité P niet. Wie zeker wél op de hoogte was, was zijn toenmalige adjunct Johan Geentjens. Een commissaris met jarenlange ervaring die perfect wist hoe je met dergelijke dossiers moet omspringen. Hij had echter bedenkingen bij de bronnen van de allochtone agent die het rapport opstelde en die het adres in de Vierwindenstraat in Molenbeek opgaf waar Abdeslam uiteindelijk gearresteerd zou worden.

Maar terwijl Bogaerts de wind van voren kreeg na het uitlekken van de tip, bleef Geentjens volgens Het Laatste Nieuws buiten schot. Hij promoveerde zelfs tot directeur van de centrale dienst Terrorisme bij de federale politie.

(Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content