Goedele De Clerck (UGent)

Carrièremogelijkheden voor personen met een handicap: een mensenrecht

Goedele De Clerck (UGent) Postdoctoraal onderzoeker van het FWO-Vlaanderen (UGent). Stelde met Rik Pinxten 'Gebarentaal zegt alles. Bijdragen rond gebarentaal en diversiteit vanuit emancipatorisch perspectief' samen.

Wat zijn de uitdagingen van mensen met een handicap op de werkvloer en op welke manier kan dit mensenrecht in praktijk worden gebracht?

‘Barrières doorbreken en deuren openzetten’, dat is het engagement van de internationale dag van personen met een handicap op 3 december. De Verenigde Naties doen daarmee een oproep voor een inclusieve samenleving voor iedereen. De VN willen acties om het VN-verdrag in nationaal beleid te implementeren.

Naast het recht op werk, beschermt het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap ook de bevordering van carrièremogelijkheden.

Wat zijn de uitdagingen van mensen met een handicap op de werkvloer en op welke manier kan dit mensenrecht in praktijk worden gebracht? Het UGent onderzoek rond sollicitaties van mensen met een handicap (Knack, 2 december) legt een aantal pijnpunten bloot. Wie een handicap zichtbaar maakt op de sollicitatiebrief, halveert de kansen om te worden uitgenodigd voor een gesprek. Wie daarnaast ook melding maakt van de ondersteunende jobpremie, roept bij de werkgever meteen een doembeeld op van ‘zeer erg’. Het label handicap wordt dus nog steeds geassocieerd met ‘niet kunnen’.

Voorzichtig wordt een verkennende vraag gesteld naar een actief aanmoedigingsbeleid, eventueel in de vorm van quota. En naar sensibilisering rond de jobpremie en het tonen van succesverhalen. Mensen met een handicap hebben immers veel mogelijkheden op de werkvloer.

Welke initiatieven kunnen die mogelijkheden best ondersteunen? Moet het debat rond vertegenwoordiging van mensen met een handicap op de werkvloer worden geopend? En vooral: wat vinden we daar zelf van? Welke weg hebben we afgelegd doorheen onze werkloopbaan? Zijn de huidige voorzieningen voldoende of moet het beter? Kunnen en willen we daar zichtbaar in zijn?

Veel vragen, waarop vooral mensen met een handicap een antwoord kunnen bieden. Moeten de vragen worden gesteld? Het zou bijzonder fijn zijn als er ruimte wordt gemaakt om verhalen te delen, te luisteren en in dialoog te gaan, maar ook om grenzen te stellen, te benoemen, te erkennen. Ruimte voor aanmoediging. Ruimte om samen te kijken op welke manier het recht op werk en de promotie van carrièremogelijkheden optimaal kunnen vorm krijgen in de praktijk.

En waarin collega’s en werkgevers mee het verschil kunnen maken. Van de tien jaar dat ik aan het werk ben als wetenschappelijk onderzoeker, blijven me vooral de mensen bij die me kansen hebben gegeven en mogelijkheden hebben gecreëerd. Die, ook in een context waarin het marktdenken ethische grenzen onder druk zet, blijven gaan voor wetenschappelijke innovatie en sociale verandering. En die niet bang zijn om de strijd aan te gaan en een nieuwe weg te bewandelen.

Ik heb het geluk gehad om met onderzoekers te kunnen werken die niet alleen veel onderzoekservaring en expertise hebben, maar ook zeer sterk zijn in medemenselijkheid. Want er is moed en standvastigheid nodig om het hoofd te blijven bieden aan dikke muren van vooroordelen, beperkte toegankelijkheid, onwetendheid en onwil.

Muren die ik ben tegengekomen op de weg naar mijn doctoraatsverdediging, voor het eerst in gebarentaal aan een Vlaamse universiteit. Qua toegankelijkheid van de werkcontext zijn zeker stappen gezet. Indirect zijn de juridische procedures rond tolkuren in onderwijs op basis van de mensenrechten ook zeer belangrijk geweest voor sensibilisering. Maar voor optimale toegankelijkheid en gelijke kansen in de academische wereld is toch nog een weg te gaan.

Ik krijg nog te vaak antwoorden waarvan ik me afvraag hoe het mogelijk is dat ze anno 2013 worden geformuleerd. Twijfel bij een Vlaams beleidscentrum of een vertegenwoordiging van personen met een handicap wel nodig is. We zijn toch allemaal verschillend. Mededelingen zoals deze, van een jonge niet-dove collega: ‘De universiteit maakt een glazen plafond voor doven.’ Of besluiten zoals dit, van een andere collega: ‘Er is gewoon geen plaats voor iedereen.’

Er wordt nog te vaak gedacht, gesproken, en gehandeld ‘voor’ mensen met een handicap

Goedele De Clerck

‘Nothing about us without us’, het mensenrechtenprincipe van vertegenwoordiging van mensen met een handicap waar zo lang voor is geijverd. De praktijk ervan blijft in Vlaanderen een grote uitdaging. Er wordt nog te vaak gedacht, gesproken, en gehandeld ‘voor’ mensen met een handicap. Zelfs als we als onderzoeker toch worden verondersteld om te beschikken over expertise op dat terrein.

Plaats voor iedereen zal er pas zijn als rechten worden verzekerd en kansen worden gecreëerd. Via een beleid en werkcontexten die niet alleen 100% toegankelijkheid garanderen, maar ook trots zijn op en investeren in de zichtbaarheid en vertegenwoordiging van mensen met een handicap op de werkvloer.

Zodat we af en toe, net als andere mensen, in beeld komen met wie we zijn en wat we doen. Om onze mening te geven, onze ervaring te delen, of onze expertise mee te geven. Zodat opgroeiende kinderen, jongeren, en studenten met een handicap zien dat er wel degelijk carrièremogelijkheden zijn en ze kunnen dromen van verschillende toekomstwegen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content