Brussels hof van beroep oordeelt voor 22 februari over ontmanteling Fortis

(Belga) Het Brusselse hof van beroep spreekt zich voor 22 februari uit over de ontmanteling van Fortis, eind 2008 door de Belgische, Luxemburgse en Nederlandse overheden. Daarbij werden de Nederlandse Fortis-onderdelen aan de Nederlandse staat verkocht en de Belgische restbank aan BNP Paribas. Volgens meester Mischael Modrikamen, die 1.323 voormalige Fortis-aandeelhouders verdedigt, kon die ontmanteling niet.

De advocaat heeft daarvoor twee procedures opgestart, één tegen de Nederlandse staat en de Nederlandse centrale bank DNB en één tegen BNP Paribas. Meester Modrikamen meent dat de Nederlandse regering en DNB de aandeelhouders schade hebben berokkend. “Enerzijds hadden ze beloofd Fortis te herkapitaliseren, wat ze niet gedaan hebben”, pleitte hij. “Daarnaast hebben ze de Fortisstatuten niet nageleefd. Die voorzien dat een dergelijke beslissing enkel door de aandeelhouders kon genomen worden. Tenslotte hebben ze van de situatie geprofiteerd om de Fortis-onderdelen te kopen aan een prijs die veel te laag was.” De Brusselse rechtbank van koophandel oordeelde eerder dat de Nederlandse overheid en de DNB immuniteit genoten tegen vervolging, omdat het ging om een akkoord van staatsbelang tussen staten. Meester Modrikamen is het daar niet mee eens: “Dit was geen daad van staatsgezag, dit ging om een privaatrechtelijk optreden. In die gevallen is een overheid niet immuun tegen vervolging.” Meester Modrikamen eist een schadevergoeding van 5 euro per aandeel. Het hof van beroep doet voor 22 februari uitspraak. (ANA)