De brand die op de Kalmthoutse Heide 600 hectare natuurgebied heeft verwoest, is de grootste ecologische ramp die Vlaanderen ooit trof.
Niet alleen is het aantal vernielde hectare een record, het gaat ook om een zelfs voor Europa uniek stuk topnatuur, concludeert het Agentschap voor Natuur en Bos.
Bij de vorige grote brand, in 1996, bleef het centrale deel van de heide nog gevrijwaard. Nu is daar een groot deel van afgebrand. De intensiteit lag ditmaal bovendien veel hoger. De dieptebranden op verschillende plaatsen hebben ook de wortels en zaden in de bodem aangetast.
Het herstel van de droge en natte heide, beide beschermde habitattypes in Europa, zal volgens het ANB jaren duren en de kans is zelfs klein dat de situatie weer helemaal als voordien wordt. Snelgroeiende grassen zullen de typische en unieke heidevegetatie allicht verdringen. Om dat te vermijden moet zwaar worden geïnvesteerd in het machinaal plaggen of afschrapen van de bodem.
Vogels
Bij de dieren die de heide bewonen, heeft de brand allicht vooral lelijk thuisgehouden onder vogelsoorten als nachtzwaluwen en boomleeuweriken, waarvoor het nog volop broedseizoen is. In 1996 viel de brand veel vroeger op het jaar, waardoor de vogels nog aan een tweede legsel konden beginnen. Ook heel wat insecten, spinnen, padden en de zeldzame gladde slang zijn nu zwaar getroffen.
Voor een exacte opmeting van de schade is het echter nog te vroeg, aldus het ANB. (Belga/TE)
