“Bijna 7 op de 10 bussen zijn toegankelijk voor personen met handicap”

(Belga) De toegankelijkheid van het openbaar vervoer blijft een probleem voor veel mensen met een handicap. Dat meldt de Katholieke Vereniging Gehandicapten (KVG). De Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn stelt dat 68 procent van de bussen, of 1.550 voertuigen, en 35 procent van de trams (128 voertuigen) toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Die voertuigen beschikken dus over een lage vloer, een oprijplaat en een verankering met veiligheidsgordel in het voertuig.

Zonder die verankering stijgt dat aantal voertuigen naar 1.860 bussen (82 pct) en 173 trams (47 pct). Bij de cijfers gaat het over het eigen wagenpark, maar die percentages zijn vergelijkbaar bij de privévoertuigen. De KVG voerde samen met De Lijn een project uit rond de mobiliteit van personen met een handicap. Zo namen 15 duo’s van telkens één persoon met een handicap en één medewerker van De Lijn samen de bus of de tram. Daarbij kwamen drie pijnpunten naar voor, aldus de vereniging. Zo zouden er weinig toegankelijke haltes bestaan en zijn niet alle bussen en trams toegankelijk. Daarnaast hekelt de KVG dat een bus een aantal uren op voorhand moet worden gereserveerd. De Lijn stelt dat de toegankelijkheid van de haltes de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder is. “Daarnaast kopen we al enkele jaren enkel bussen en trams met lage vloeren, maar die overschakeling kan niet van de ene dag op de andere”, aldus woordvoerder Tom Van de Vreken. De reservatieprocedure verzekert dan weer dat de op- en uitstaphaltes toegankelijk zijn, net als de bussen, en dat er plaats op het voertuig is. De KVG meldt nog dat het project vooral ook bijdroeg tot wederzijds begrip tussen beide partijen. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content