Het aantal asielaanvragen in ons land is in 2012 met meer dan 15 procent gedaald dan het jaar voordien. Exact 21.461 asielzoekers dienden in 2012 een aanvraag in.
In 2012 werden 15,8 procent minder asielaanvragen ingediend dan een jaar eerder. Dat blijkt uit de jaarbalans van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Bijna 21.500 dossiers kwamen terecht bij het commissariaat.
Bijna 30 procent van de aanvragen die op het bureau belandden bij het CGVS, zijn meervoudige aanvragen. Dat betekent dat het verzoeken zijn van personen die eerder al een asielbeslissing hebben gekregen en beslisten opnieuw een aanvraag in te dienen. Dit soort asielaanvragen steeg met 21,5% procent tegenover 2011 en zelfs met 83,5 procent in vergelijking met 2010. Het aantal asielzoekers dat voor de eerste keer een verzoek indiende in ons land daalde met 25%.
Meeste aanvragen uit Afghanistan
De meeste asielzoekers zijn afkomstig uit Afghanistan (12,3%). Ook het jaar voordien was dat het geboorteland van de meeste personen die in België een asielverzoek indienden. Op de tweede plaats staat Guinee (8,4%), gevolgd door Rusland (6,8%), Congo (6,2%) en Kosovo (4,6%).
Ook het aantal vluchtelingen uit Syrië, waar al bijna twee jaar een burgeroorlog woedt steeg met 43 procent tot 793 aanvragen. Een grote daling werd vastgesteld bij aanvragen van Irakezen. Daar werd een daling met 60 procent genoteerd.
Veel positieve beslissingen
Het CGVS nam vorig jaar 19.731 beslissingen, wat heel wat meer is dan het aantal dossiers, 16.252, dat het commissariaat kreeg doorgespeeld van de Dienst Vreemdelingenzaken voor meer onderzoek. Het commissariaat wil dit tempo aanhouden tot wanneer alle achterstand is weggewerkt. De achterstand bij de dienst daalde met bijna 4.000 dossiers.
Nooit eerder kende het commissariaat zoveel bescherming toe. 4.419 vluchtelingen, of 22,4 procent van de aanvragen, kregen een positief antwoord en dus bescherming van de Belgische staat. 3.038 kregen een officieel vluchtelingenstatus, 1.381 van de aanvragen kreeg een subsidiaire bescherming. De meeste erkenningen als vluchtelingen waren voor Afghanen, Chinezen, Guineërs, Irakezen en Russen. (EA)
