Wies De Graeve

‘Bij etnisch profileren wint niemand; bij goed politiewerk wint iedereen’

Wies De Graeve Directeur van Amnesty International Vlaanderen en Auteur van ‘het recht om mens te zijn’

Uit onderzoek van Amnesty International blijkt dat agenten veelvuldig terugvallen op etnische kenmerken en stereotypen om te bepalen wie gecontroleerd wordt en wie in het oog gehouden moet worden. ‘Door etnisch profileren aan te pakken wint iedereen: minder discriminatie, efficiënter en beter politiewerk én een goede vertrouwensband tussen de politie en alle groepen in de samenleving’, schrijft Wies de Graeve.

Bent u weleens gestopt door de politie om uw identiteit te controleren? Dat is een vrij ingrijpende gebeurtenis: je voelt je toch wat geviseerd, je bent bang dat je iets fout gedaan hebt, je voelt de priemende blikken van omstaanders. Stel je voor dat dit je keer op keer overkomt, telkens zonder een concrete aanleiding, maar louter omwille van je uiterlijk of huidskleur.

‘Bij etnisch profileren wint niemand; bij goed politiewerk wint iedereen’

Dat is wat gebeurt als de politie aan etnisch profileren doet: mensen stoppen en controleren omwille van hoe ze er uit zien en niet omwille van verdacht gedrag of een andere objectieve reden. In de woorden van Bachiri, een 21-jarige arbeider van Marokkaanse afkomst: ‘Soms ben je dat beu, omdat dat te vaak gebeurt. Als het één keer gebeurt, oké, maar als je elke week wordt tegengehouden voor een ‘routinecontrole’, denk je: Dat klopt toch niet?’

Bachiri heeft gelijk: dat klopt niet. De identiteit van iemand controleren louter omwille van afkomst of uiterlijk is bij wet verboden want het is een vorm van discriminatie. Toch is er reden tot bezorgdheid. Harde cijfers zijn er niet omdat identiteitscontroles momenteel niet geregistreerd worden, maar getuigenissen van mensen uit minderheidsgroepen wijzen er op dat etnisch profileren voorkomt.

Het is niet omdat het niet mag dat het niet bestaat. Ook bij politiemensen zelf is dat te horen. Van korpschef tot inspecteur geven ze aan dat vervallen in etnisch profileren een reëel gevaar is. Ook impliciet blijkt dat ze de Wet op het Politieambt (die het over een ‘redelijke grond’ voor controles heeft) op heel uiteenlopende manieren interpreteren. Het doet Amnesty International in een rapport hierover besluiten dat er méér moet gebeuren om etnisch profileren door de politie te detecteren en te voorkomen.

Ongegronde identiteitscontroles zijn onrechtvaardig, niet wettelijk en hebben een enorme impact op individuen.

Etnisch profileren is namelijk voor niets of niemand goed. Ongegronde identiteitscontroles zijn onrechtvaardig, niet wettelijk en hebben een enorme impact op individuen. Mensen die zonder reden geviseerd worden, soms tot meerdere keren per week, voelen zich bang, bedreigd en worden wantrouwig. Dat straalt af op de relatie tussen politie en maatschappij. Vertrouwen van de hele samenleving in de politie is cruciaal voor een goed veiligheidsbeleid, en dat vertrouwen komt door etnisch profileren in gevaar.

Daarnaast versterkt etnisch profileren ook vooroordelen. ‘Emmanuel’, een 22 jarige student van Congolese afkomst liet bijvoorbeeld optekenen: ‘Er is al dat volk dat naar ons kijkt en denkt: “Wat hebben die nu weer gedaan”.”

Het positieve nieuws is dat zowat iedereen, van minister over politiestructuren tot de politievrouw en -man in de straat, het erover eens is dat etnisch profileren niet kan. Waar loopt het dan fout? Politiemensen geven zelf aan dat het omzetten van de theorie (‘een redelijke grond’ voor een controle) naar de praktijk niet eenvoudig is.

Bij gebrek aan duidelijke richtlijnen en instructies moeten ze te veel afgaan op hun ‘buikgevoel’ of ‘intuïtie’ wat maakt dat ze dreigen terug te vallen op negatieve stereotypen. Zo komt de objectiviteit bij controleacties in het gedrang. Er is dus een meer uitgewerkt preventief politiebeleid tegen etnisch profileren nodig. Daar zijn een aantal sleutels voor.

In de opleiding van politiemensen is er uiteraard al aandacht voor het wettelijke kader waarbinnen ze functioneren, maar die opleiding zou specifieker moeten ingaan op de preventie van etnisch profileren. Daarnaast zijn er ook al een aantal specifieke opleidingen opgezet, zoals de opleiding Behaviour Detection Officer, maar die moeten nog breed uitgerold en geëvalueerd worden.

Door etnisch profileren aan te pakken wint iedereen.

Minstens even belangrijk als opleidingen is de kloof tussen wet en praktijk beter te dichten aan de hand van concrete en uitgewerkte instructies voor objectieve identiteitscontroles. Professioneel politiewerk moet – ook als het op identiteitscontroles aankomt – niet beperkt blijven tot opleidingen maar een constant aandachtspunt zijn in de praktijk op het terrein.

Tot slot zou de registratie van identiteitscontroles een veel beter licht werpen op dit thema en aanzetten tot meer bewustzijn over het stoppen en controleren van mensen.

In Fuenlabrada, een Spaanse politiezone in de buurt van Madrid, rolde men een actief beleid rond etnisch profileren uit met onder meer een registratiesysteem. Het resultaat was opmerkelijk: de oververtegenwoordiging van etnische minderheden in de controles verminderde fors, het aantal controles halveerde ongeveer én de pakkans voor wie zich misdraagt verdrievoudigde.

Door etnisch profileren aan te pakken wint dus iedereen: minder discriminatie, efficiënter en beter politiewerk én een goede vertrouwensband tussen de politie en alle groepen in de samenleving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content