BHV: ‘De geest van mijn voorstel is gevolgd’ (Hugo Vandenberghe)

© Belga

‘Bij de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is de geest van mijn wetsvoorstel uit 2001 gevolgd’. Dat zegt oud-senator Hugo Vandenberghe (CD&V).

‘Met een verticale splitsing tussen de parketten van Brussel en Halle-Vilvoorde, en met de horizontale splitsing tussen Franstalige en Nederlandstalige rechtbanken, is de filosofie van mijn voorstel gerespecteerd’, zo luidt het oordeel van Hugo Vandenberghe over het akkoord dat formateur Elio Di Rupo (PS) heeft bereikt over een splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

De voormalige CD&V-senator diende al in 2001 een wetsvoorstel over die splitsing in. Na de federale parlementsverkiezingen van 2004 en 2007 deed hij dat telkens opnieuw, maar steeds zonder resultaat. ‘Mijn voorstel had twee grote bedoelingen. Het moest toelaten dat het parket in Halle-Vilvoorde een eigen beleid kan voeren, op maat van de specifieke problemen die zich daar op het vlak van de criminaliteit stellen. En voorts moest het ook het eroderen van de taalwetgeving in Brussel stopzetten. Door een tekort aan tweetalige Franstalige rechters zijn de kaders daar al sinds 1997 niet meer ingevuld en enkel aangevuld met eentalig Franstalige substituut-magistraten.’

Het door Di Rupo bereikte akkoord beantwoordt in grote lijnen aan het voorstel van Vandenberghe. Hij ziet bovendien positieve kanten aan het politieke compromis, dat voor dat akkoord nodig was. Zo is Vandenberghe het niet eens met de kritieken van N-VA en Vlaams Belang op de detachering van vier of vijf tweetalige Franstalige substituten naar het parket van Halle-Vilvoorde. ‘Die substituten werken onder het gezag van een Nederlandstalige procureur’, zegt Vandenberghe. ‘Hun detachering kan bijdragen tot de efficiëntie van de rechtsgang in strafzaken in Halle-Vilvoorde, waarbij Franstalige inwoners uit die regio of uit Brussel betrokken zijn. Het zal bovendien leiden tot een objectivering van de toepassing van de taalcriteria, want tot nu deed het Brusselse parket op dat vlak wat het wilde.’

Taalregeling

Vandenberghe is ook zeer verstoord door de berichtgeving over de taalregeling in burgerlijke geschillen en het feit dat partijen voortaan in het hele land in gemeenschappelijk akkoord en schriftelijk een taalwijziging voor de behandeling van hun geschil zouden kunnen vragen.

Vandenberghe: ‘Dat is helemaal geen uitbreiding van de huidige regeling. Dat kan al sinds 1935, met uitzondering van Brussel. Lees artikel 7 van de taalwetgeving voor gerechtelijke zaken. Nieuw, maar ook logisch door de horizontale splitsing van de rechtbanken in Brussel-Halle-Vilvoorde, is dat de procedure van taalwijziging nu ook mogelijk wordt voor de inwoners van de 19 gemeenten van Brussel. Voorts zal de rechter zal niet oordelen op basis van de taal van de partijen, maar van de pertinente stukken in het dossier. Dat is dus een objectivering van de procedure. En in Halle-Vilvoorde kunnen partijen zich bij een vrijwillige verschijning in onderling akkoord enkel beroepen op een taalwijziging ná het ontstaan van hun geschil.’

Die uitleg van Vandeberghe over de taalregeling weerlegt ook meteen de stelling van Bart De Wever (N-VA) dat men door het splitsingsakkoord in de toekomst even goed ‘voor Berchem Turkse magistraten en voor Borgerhout Marokkaanse magistraten’ zou kunnen beschikbaar maken.

Patrick Martens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content