Het akkoord rond de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde maakt de burger niet zoveel uit. Dat zegt Knack-directeur Rik Van Cauwelaert. ‘Het is een proper akkoord. De Vlamingen hebben goed standgehouden.’
‘Een echte splitsing kan je dit niet noemen,’ zei Rik Van Cauwelaert vanochtend in het Radio 1-programma De Ochtend in een analyse van het tweede BHV-akkoord dat formateur Di Rupo en de acht onderhandelende partijen vannacht hebben bereikt. ‘Er worden immers Franstalige magistraten gedetacheerd naar Halle-Vilvoorde.’
Franstalige criminaliteit
Volgens Van Cauwelaert is die detachering geen slechte zaak. ‘Er vloeit nogal wat criminaliteit over van Brussel naar Halle-Vilvoorde. Het gaat vooral om Franstalige criminaliteit. Nu kunnen die feiten behandeld worden op de plaats waar ze gebeuren en moeten we enkel voor de afhandeling naar Brussel.’
Proper akkoord
Nog volgens Van Cauwelaert is een ‘proper akkoord’ en hebben de Vlamingen goed standgehouden. ‘Iedereen heeft Wouter Beke onderschat. Hij is niet de Markske van de Kampioenen die sommigen in hem zien. Hij heeft de MR meegekregen in dit akkoord. Er worden geen nieuwe faciliteiten ingeschreven in de grondwet zoals Charles Michel op een gegeven moment gevraagd heeft.’
Heisa rond Dexia
De hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde was volgens Rik Van Cauwelaert nodig om in heel het land een grotere gerechtelijke hervorming door te voeren. Dat er na vele dagen van uitzichtloze onderhandelingen toch nog een akkoord is bereikt, is volgens de Knack-directeur mee een gevolg van ‘de heisa rond Dexia.’ ‘Hierdoor werden de onderhandelaars plots door vaart bevangen.’
Vlaams spaargeld
Di Rupo en de acht onderhandelende partijen staan nu zeer dicht bij een totaalakkoord over het communautaire luik in de regeringsvorming. De formateur heeft nog bijzonder weinig tijd om te beginnen aan de begroting die op 17 oktober moet worden voorgelegd aan Europa. ‘Ik hoor overal dat er aan alle vormen van sparen zal worden geraakt. Het meeste spaargeld zit natuurlijk bij de Vlamingen.’ (EE)
