Peter Casteels

‘Bezoekers van cultuurhuizen kijken maar wat graag neer op politici als inhoudsloze narcisten’

Wie is hier de homo politicus?

De laatste voorstelling die Johan Simons bij NTGent maakte, ging in première in de Antwerpse Bourla. Ik dacht dat het een goedmakertje was voor Het kleine meisje van meneer Linh, dat zelfs mislukte zonder dat Guy Cassiers er veel aan kon doen, of dat Simons door zijn oud-medewerkers misschien al de toegang tot het NTGent was ontzegd. Maar het had, geloof ik, iets met verbouwingen te maken.

Kosmopolis is een merkwaardige voorstelling of toch in ieder geval een merkwaardig verhaal. Toeschouwers hebben twee uur lang het gevoel naar het zoveelste theaterstuk over de financiële crisis te kijken, terwijl het in werkelijkheid is gebaseerd op een roman van Don DeLillo die al in 2003 verscheen. De wereld was toen nog door nine eleven geobsedeerd.

Bezoekers van cultuurhuizen kijken maar wat graag neer op politici als inhoudsloze narcisten

Terwijl DeLillo over een verrassend voorspellend talent moet hebben beschikt, viste Simons de tekst pas op toen iedereen al wel was uitgepraat over de financiële crisis. Kosmopolis – het verhaal draait rond een onbezonnen en cynische flitskapitalist – speelt zich in de versie van Simons af in een speeltuin voor grote mensen – een nogal kinderachtige metafoor voor onze economie.

De personages bezwijken onder de boodschap die Simons wil verkondigen, en het spel komt nergens echt tot leven. Het deed mij, met andere woorden, wat denken aan een politiek pamflet.

Vincent Stuer heeft lang teksten geschreven voor politici, of toch voor Karel De Gucht. Die periode ligt blijkbaar achter hem – een geruststelling te weten dat het niet Stuer maar De Gucht zelf is die zijn columns in Het Laatste Nieuws aanlevert – en hij vroeg acteur Valentijn Dhaenens en de KVS of hij een monoloog mocht schrijven over de homo politicus. Het resultaat, Onbezongen, is precies het omgekeerde van Kosmopolis.

Terwijl de personages van Simons ten onder gingen aan de inhoud, heeft de politicus van Stuer daar hoegenaamd geen last van. Inhoud is zo goed als afwezig. Er is alleen stijl en ambitie, en een schandaaltje over het onvoorzichtig rondsturen van enkele naaktfoto’s. Enkel helemaal op het einde mag Dhaenens – die, als altijd, geweldig speelt – een glimp laten zien van oprechtheid. Een serie als House of Cards bewijst dat er een publiek is voor zulke cynische inkijkjes in de politiek, en zeker de bezoekers van cultuurhuizen kijken maar wat graag neer op politici als inhoudsloze narcisten.

Maar is dat werkelijk wat Vincent Stuer aan zijn jaren bij de Open VLD heeft overgehouden? Gaat het er in die partij echt zo aan toe? Meer dan dat Vincent Stuer een analyse maakt van dé homo politicus, is het er misschien wel een van de beroerde staat van zijn partij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content