Vrije Tribune

‘Beste Jean-Marie Dedecker, ik hoop dat de heksenjacht op de automobilist verder wordt gezet’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

In zijn visie op mobiliteit vergeet Jean-Marie Dedecker dat er buiten automobilisten nog weggebruikers zijn, schrijft Jana De Kockere in een bijdrage waarin ze pleit voor een mobiliteitsgebruik dat alle deelnemers aan het verkeer meer vrijheid geeft.

ver·keer (het; o)

1

omgang in de persoonlijke of zakelijke sfeer: het maatschappelijk verkeer tussen en met mensen als lid van het bestuurlijke, economische enz. leven

2

het zich bewegen of het vervoer van personen, voertuigen en goederen: autoverkeer, betalingsverkeer, luchtverkeer, scheepvaartverkeer, telefoonverkeer, treinverkeer, woon-werkverkeer

mo·bi·li·teit (de; v)

1

het zich verplaatsen; beweeglijkheid

Volgens Van Dale behelzen ‘verkeer’ en ‘mobiliteit’ meer dan enkel verplaatsing in een vierwielig voertuig, aangedreven door een motor, voor het transport van personen of goederen – ook wel ‘de auto’ genoemd. Volgens Jean-Marie Dedecker niet. Althans, dat blijkt uit wat hij schreef in ‘Een nieuw jaar, een nieuwe heksenjacht op de automobilist’. Dedecker toont daarin aan dat politici er tegenwoordig alles aan lijken te doen om verkeer te verhinderen, terwijl verkeer juist belangrijk en essentieel is voor de mens. Daarbij vergeet hij dat ‘verkeer’ niet zonder meer gelijkgeschakeld mag worden aan ‘auto’ en dat een heksenjacht op de automobilist dus ook niet hetzelfde is als een totale uitbanning van mobiliteit. Zo schrijft Dedecker: Infrastructuur werd verkeerremmend gemaakt: afschaffen van vier- en tweebaanswegen, verkeersdrempels, dicht schilderen van rijstroken, verkeershindernissen (van paaltjes tot bloembakken), onmogelijkheid tot inhalen, superboetes, antimobiele indoctrinatie met stigmatiseren en criminaliseren van de chauffeur, steeds hogere accijnzen en taksen,…. Als alleen auto’s onderdeel zouden uitmaken van het verkeer, dan zijn dergelijke maatregelen inderdaad een rem op het verkeer, ze zijn inderdaad niet bepaald in het leven geroepen om autorijden aantrekkelijker te maken. Maar wat met al die andere talrijke deelnemers aan het verkeer? Ikzelf ben een fietser in een tamelijk grote stad en daar zorgt de aanwezigheid van auto’s er meer dan eens voor zorgt dat ik strak van de zenuwen mijn bestemming bereik. De beteugeling van de auto is een bevrijding voor die andere deelnemers aan het verkeer, die Dedecker in zijn stuk lijkt te vergeten.

Mobiliteit moet vrijheid creëren

Het belangrijkste doel voor mobiliteit is het creëren van vrijheid. Daarin ben ik het met Dedecker eens. Waar wij echter van mening verschillen, is in de veronderstelling dat de auto hét middel bij uitstek is om die vrijheid te realiseren. Ooit, in een tijd waarin de autosnelwegen hun naam nog verdienden, was dat misschien zo. Maar die tijd is nu voorbij. Want waar schuilt nog de vrijheid in tegen tien kilometer per uur over de wegen sjokken, om daarna een halfuur te zoeken naar een parkeerplaats en vervolgens een kwartier te moeten wandelen? Vrijheid zou men vandaag kunnen vinden in een fiets in de stad, een bushalte voor de deur, een treinstation waar om het halfuur een trein passeert.

Akkoord, die vrijheid is er op dit moment niet. Op het openbaar vervoer kan je, als het al aanwezig is, maar beter niet vertrouwen en fietsen in een stad is niet altijd goed voor het hart. Ook wat dat betreft kunnen Dedecker en ik het eens zijn. Het mobiliteitsbeleid dat nu gevoerd wordt, geeft ons geen vrijheid, want enerzijds is met de auto rijden te onaangenaam en anderzijds het openbaar vervoer te slecht georganiseerd. In tegenstelling tot hem, wil ik echter pleiten dat men het tweede en niet het eerste probleem aanpakt.

Van auto tot bacterie

Ik ben namelijk een van Dedeckers eco-jongens. De voordelen van autoverkeer wegen volgens mij niet op tegen de nadelen ervan, toch zeker niet als er goede alternatieven voorhanden zouden zijn. Dedecker meent van niet. Hij vergelijkt het verkeer met een ziekenhuis. Net zoals men een ziekenhuis niet lamlegt omwille van de ziekenhuisbacterie, mag men het verkeer niet lamleggen omwille van een aantal verkeersdoden. Maar wat als men zou te weten komen dat die ziekenhuisbacterie voor een groot deel veroorzaakt wordt door de auto? Is het dan niet de plicht van de ziekenhuisdirectie om de auto zoveel mogelijk uit het ziekenhuis te bannen?

Bij deze druk ik dan, aan het begin van het nieuwe jaar, mijn wens uit dat de heksenjacht op de automobilist zich verderzet, maar dan gecombineerd met een beleid dat ons, via openbaar vervoer of op andere manieren, opnieuw de vrijheid schenkt die de auto in zijn beginjaren voor ons betekende.

(Jana De Kockere studeert Wijsbegeerte aan de UGent.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content