Vrije Tribune

Bernard Wesphael moet worden vrijgelaten

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Verschillende persoonlijkheden uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië – die tijdens hun lange carrière getoond hebben dat ze zeer gehecht zijn aan de democratie en de vrije meningsuiting – schreven een open brief waarin ze vrijlating vragen van Bernard Wesphael.

Al meer dan 7 maanden wordt Bernard Wesphael (Ecolo) vastgehouden in de gevangenis van Brugge voor een misdrijf dat hij blijft ontkennen. Het is niet aan ons om te oordelen over schuld of onschuld. Ofwel volgt er ontslag van rechtsvervolging, ofwel komt de zaak voor de rechtbank die een oordeel zal vellen.

Maar deze zaak stemt tot nadenken. Ze legt enkele fundamentele problemen bloot die ons allen aanbelangen en niemand onverschillig kunnen laten.

Meerdere keren al werd de vraag om vrijlating van Bernard Wesphael (onder elektronisch toezicht) geweigerd. Terwijl de bewijzen die zijn onschuld staven zich blijven opstapelen, wordt het feit dat de publieke opinie deze vrijlating niet zou begrijpen aangehaald als één van de redenen.

We bevinden ons nu in een absurde situatie: het gerecht zelf heeft de hypothese van moord gevoed door bij het begin van het onderzoek een aantal elementen van het dossier vrij te geven. Een bepaalde pers was hieraan medeplichtig.

Tezelfdertijd blijven de bewijzen ten ontlaste die ondertussen zijn opgedoken zorgvuldig genegeerd. Het zeer laattijdig doorgeven van de bloedanalyses heeft onder meer geleid tot de verspreiding van foute informatie. De zelf geconditioneerde publieke opinie is nu het wapen om de blijvende aanhouding van een mogelijk onschuldige te rechtvaardigen.

We moeten ons ten andere afvragen hoe het Brugse gerecht deze publieke opinie heeft geconsulteerd. Er is niets gebeurd dat het gerecht toelaat zich een idee te vormen over de publieke opinie in de zaak Bernard Wesphael. We kunnen ons niet voorstellen dat sommige commentaren – op het niveau van ordinaire toogpraat – op bepaalde nieuwssites de Brugse rechters zouden geïnspireerd hebben. Tenzij men publieke opinie en nieuwswaarde met elkaar verwart.

We kunnen ons ook afvragen of er geen verwarring is ontstaan over de vervroegde vrijlating. We hebben inderdaad de indruk dat het gerecht verwacht dat de verdediging hiermee de onschuld van Bernard Wesphael wil aantonen. Zoals al vermeld, is het daarvoor wachten op de uitspraak van de rechtbank of het ontslag van rechtsvervolging.

Helaas moeten we vaststellen dat het feit dat hij parlementair was op het moment van de feiten, in het nadeel speelt van de voormalige Waalse volksvertegenwoordiger. De mediatisering van het drama zou een pak minder zijn geweest voor ‘Jan met de pet’. De vraag naar vrijlating onder elektronisch toezicht zou weinig ophef gemaakt hebben en de toekenning zou waarschijnlijk geen enkel probleem hebben gevormd…

Zouden de heersende antipolitieke gevoelens en de nakende verkiezingen geleid hebben tot de starre houding van de Brugse justitie?

Natuurlijk kan de wetgevende macht niet tussenkomen in rechtszaken maar hadden de gemeenschaps- en gewestparlementen niet kunnen onderzoeken of deze parlementair op dezelfde manier behandeld wordt als een gewone burger? Parlementen beschikken over die mogelijkheid.

We begrijpen nog altijd niet waarom de experten, die aangeduid werden door de onderzoeksrechter, de mogelijke interactie van de alcohol en de medicatie die in het bloed van de overledene gevonden werd, niet hebben onderzocht.

Het is pas in het rapport van de tegenexpertise dat dit essentiële aspect belicht wordt. Dit rapport werd begin april overgemaakt aan de onderzoeksrechter. Hierin wordt een andere, mogelijke en realistische doodsoorzaak van Véronique Pirotton beschreven. Maar tot vandaag is er geen confrontatie geweest tussen de experten en de tegenexperten. Hoe kan men deze traagheid verklaren? Hoe kan men verklaren, gezien de enorme twijfel over de doodsoorzaak, dat de onderzoeksrechter niet alles in het werk heeft gesteld om snel een confrontatie te organiseren? Is het mogelijk dat sommige magistraten ongevoelig zijn geworden voor het drama dat iemand beleeft als hij opgesloten wordt?

Deze zaak roept fundamentele vragen op over de werking van onze justitie:

  1. Er wordt voorbij gegaan aan het ‘vermoeden van onschuld’. Justitie schuift een ‘vermoedelijke schuldige’ naar voren. Door de mediatisering van strafzaken wordt dit fundamentele principe met de voeten getreden.
  2. Terwijl sommige juristen het voortbestaan van het assisenhof in vraag stellen omdat de volksjury onvoldoende gevormd zou zijn om te oordelen over misdaden, is het des te alarmerender dat de publieke opinie, beïnvloed door partijdige en georganiseerde lekken, anoniem een rol komt te spelen in de rechtspraak. Hoe kan justitie in zo’n kader een eerlijk proces garanderen?
  3. Wettelijk gezien is de voorlopige hechtenis enkel van toepassing in geval van absolute noodzaak. Dit is duidelijk niet het geval in de zaak ‘Wesphael’. In dit land maakt justitie uitgebreid gebruik van de ‘voorlopige hechtenis’ – meer dan 30 % van de gevangenen wordt opgesloten in voorlopige hechtenis – met heel wat gevolgen: ten eerste overbevolking van de gevangenissen met alle gevolgen voor de menselijke waardigheid en de veiligheid van diegenen die werken en leven in de gevangenissen, en ten tweede het feit dat personen die veroordeeld werden tot een ‘korte’ celstraf deze niet moeten uitzitten wegens plaatsgebrek.
  4. Wordt onze justitie een justitie op zijn Amerikaans? Een justitie waar, bij gebrek aan diepgaande expertise, geleid door degenen die het onderzoek voeren, het de advocaten van de beschuldigde zijn die het initiatief moeten nemen voor een doorgedreven expertise die de waarheid aan het licht brengt? Met als gevolg een klassejustitie waarbij enkel personen met voldoende middelen toegang hebben tot grondige expertises? Dit toont eveneens de gevolgen aan van een systematisch misbruik van de voorlopige hechtenis door de rechters. Voorlopige hechtenis zou volgens de wet uitzonderlijk moeten blijven.
  5. Tenslotte wordt ook het principe van de parlementaire onschendbaarheid uitgehold. Dit wordt soms (volgens ons ten onrechte) beschouwd als een voorrecht. Toont het feit dat nu iemand aangehouden blijft, juist omdat hij parlementair is of was, niet aan dat deze bescherming noodzakelijk blijft? Parlementaire onschendbaarheid betekent ten andere niet gebrek aan onderzoek of parlementaire straffeloosheid.

Michel Bourlet, Ereprocureur des Konings;

Jean Defraigne, Minister van staat en erevoorzitter van de Kamer;

Maria Denil, gewezen provincieraadslid;

Josy Dubié, ex-journalist, Eresenator, gewezen voorzitter senaatscommissie Justitie;

Paul Lannoye, Erelid van het Europees Parlement, dokter in de wetenschappen;

Denise Nélis, gewezen senator;

Christian Panier, Ererechter, docent UCL;

Peter Vanhoutte, gewezen parlementair, internationaal bemiddelaar in ex-Joegoslavië;

Jean Thiel, gewezen volksvertegenwoordiger en sinds jaar en dag vriend van Bernard Wesphael

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content