Benny Claessens over Bart De Pauw: ‘Kon enkel omdat hele organisatie door heteromannen is uitgedacht’

Benny Claessens: 'Op de toneelschool leerde ik vooral doen alsof. Dankzij Jan Decorte zag ik in dat theater maken begint bij jezelf zijn op het podium.' © Arno Declair
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Sinds Benny Claessens in 2016 werd ontslagen bij NTGent woont hij in Berlijn. Daar kreeg hij onlangs een grote acteursprijs. De uitreiking ontketende een debat over burgerlijk theater. Een gesprek over Jean-Marie Pfaff-Duits, Bart De Pauw, en ’the has-been pearl of the Flemish theatre’.

We schrijven 28 oktober 2017. In Schauspielhaus Hamburg gaat Am Königsweg in première. Benny Claessens stormt de barokke scène op in roze kniekousen en een zijden hemd met weelderige franjekraag. Met een verwilderde blik in de ogen trapt hij tegen een wereldbol, terwijl op een projectiescherm Kermit de Kikker hysterische nonsens uitkraamt. Rondom Claessens doen de zeven andere acteurs – onder wie de Duitse cabaretière Idil Baydar – hun baldadigheden. Regisseur Falk Richter laat zijn acteurs kleur en kolder pompen in een stuk over corrupte wereldleiders. De kostuumwissels zijn even potsierlijk als de machtswissels op het wereldtoneel. Zo verschijnt Claessens ook nog in een hemelsblauw lakei-jasje gecombineerd met een witte pruik, een nepboezem en blote benen waarlangs vals menstruatiebloed loopt.

Ik val Els Dottermans niet aan, maar de groep waar ze deel van uitmaakt: kunstenaars die in de plaats van hun publiek denken.

Claessens doet in Am Königsweg precies datgene waarin hij zich de afgelopen jaren bekwaamde: hij speelt geen rol, hij injecteert zijn majestueuze lijf en zijn verrassend zachte stem in het stuk. Het levert hem de Alfred-Kerr-Darstellerspreis 2018 op.

21 mei 2018. De prijs wordt uitgereikt tijdens het Berlijnse festival Theatertreffen. Dramaturg, acteur en jurylid Fabian Hinrichs brengt de laudatio, onder de titel Kunst sitzt im Kerker. ‘Benny is een theater op zich’, stelt hij. En zulke acteurs mist Hinrichs in Duitsland. Hij vindt dat acteurs er in de door intendanten beheerste theaters als soldaten naar de kazerne marcheren om er de bevelen van hun oversten op te volgen. Zijn stelling wordt in Duitsland – dat trots is op zijn statige stadstheaters waar in welluidend Bühnendeutsch de grote repertoirestukken gedeclameerd worden – gemengd onthaald. Maar over één ding is iedereen het eens: Claessens verdient die prijs.

En zeggen dat u er in 2010 werd uitgejouwd.

Benny Claessens: (grijnst) Intussen is dat uitjouwverhaal groter geworden dan wat het in werkelijkheid was. Regisseur Johan Simons werd intendant van de Münchner Kammerspiele, en nodigde me uit om deel uit te maken van dat ensemble. Ik hapte toe omdat ik wilde ervaren wat het is om voor een grotere structuur te werken. Alleen: ik sprak geen Duits, ik behielp me met Jean-Marie Pfaff-Duits. (schatert) Dat én het feit dat ik geen normatief lichaam heb, deed het Duitse publiek steigeren.

De kentering kwam er in 2013. Johan regisseerde Oom Wanja. Ik sprak intussen goed Duits. En ik besloot, voor een keertje, een toegeving te doen. ‘Benny, jongen, speel nu eens zoals je het op de toneelschool hebt geleerd. Met veel inleving en tranen en zo.’ Ineens werden de toeschouwers verliefd op me. Ze misten zelfs mijn exotische accent. Sindsdien kan ik op de Duitse scène mezelf zijn.

Waarom beweren sommige Duitse media dat u in Am Königsweg Donald Trump speelt?

Claessens: (zucht) Dat is typisch Duits, ze willen alles verklaren. Natuurlijk speel ik Trump niet. Hij ligt aan de basis van wat ik speel, net zoals Bart De Wever. Elke nieuwe dictator ligt aan de basis van dit stuk. Hoewel, ‘nieuw’… Figuren zoals Trump, De Wever en Vladimir Poetin zijn oude dictators in een hedendaags jasje. In Am Königsweg spelen wij dictators die zich wanhopig aan hun status vastklampen. Regisseur Falk Richter maakte eindelijk eens geen burgerlijk stuk vol videootjes. Hij trok alle registers open en gaf ons, de acteurs, alle vrijheid.

Benny Claessens over Bart De Pauw: 'Kon enkel omdat hele organisatie door heteromannen is uitgedacht'
© Arno Declair

Vindt u in Berlijn de vrijheid die u in Vlaanderen niet kreeg?

Claessens: Ik vind er vrijheid én meer middelen voor cultuur. Maar verkijk je niet op het progressieve profiel van Berlijn. Ja, het Maxim Gorki Theater geeft vluchtelingen een job als regisseur of acteur zodat ze hun leven kunnen verderzetten, het moffelt hen niet weg in een festivalletje zoals de KVS dat doet. Ja, Duitsland investeert fors in cultuur, terwijl de omringende landen snoeien in het cultuurbudget. En ja, ik was ontroerd toen er op 27 mei 25.000 tegenbetogers opdaagden terwijl 5000 aanhangers van het rechtse Alternative für Deutschland (AfD) door de straten stapten. Maar die 5000 mensen bewijzen net zo goed dat je in Berlijn dus ook extremisme en conservatisme hebt. Op anderhalf uur vliegen van Brussel blijft dit evengoed het oude, vastgeroeste Europa dat Afrika een onderontwikkeld continent vindt. Heb je Kritiek van de zwarte rede van Achilles Mbembe gelezen? Dankzij dat boek begrijp ik wat België Congo heeft aangedaan. Europa is als een oude vrijster die in een bedstee ligt te sterven. Het is tijd voor een nieuw Europa, waarin de blanke de ander niet wil representeren maar hem gewoon laat bestaan.

De Groene Amsterdammer-columniste Niña Weijers schreef vorige week: ‘Er wordt wel over diversiteit gepraat (…) maar altijd alsof het een onderwerp is dat losstaat van inhoud. Diversiteit is voor veel mensen, en ik bedoel de mensen die aan het woord zijn, iets voor anderen.’

Claessens: Precies. Weg met het woord ‘diversiteit’! Want zo creëert taal afstand. Daarom omhels ik het queer-denken (oorspronkelijk een begrip uit de gendertheorie dat voor absolute tolerantie tegenover elke seksuele geaardheid staat, nvdr) en probeer ik op een andere dan de ‘blankeheteromannenmanier’ theater te maken.

Zoals Elfriede Jelinek, die de tekst schreef van Am Königsweg, op een andere manier stukken probeert te schrijven?

Claessens: Ja. Schauspielhaus Hamburg vroeg haar om een tekst te schrijven over de huidige wereldleiders. ‘Dat kan ik niet, ik ben te kwaad’, antwoordde ze. Enkele maanden later stuurde ze toch een honderdtwintig pagina’s tellende tekst op, waarin ze telkens opnieuw probeert om haar woede te formuleren.

Jelinek schrijft geen stukken met personages en een plot. Ze schrijft teksten waarin ze verschillende standpunten tegenover elkaar plaatst. In dit geval: de standpunten over de wereldpolitiek van, onder meer, een teleurgestelde AfD’er en een ouder wordende vrouw. Wij spelen die personages niet, wij gaan in gesprek met Jelineks tekst.

Ze noemt u ‘mein Engel’.

Claessens: (ontroerd) Het sms’je waarin ze dat schreef, kreeg ik op 14 mei, de ochtend nadat we Am Konigsweg speelden op Theatertreffen. Jelinek en ik zijn al jaren penvrienden. We praten over alles.

Benny Claessens over Bart De Pauw: 'Kon enkel omdat hele organisatie door heteromannen is uitgedacht'
© Arno Declair

Wat delen jullie?

Claessens: We zijn allebei kinderen van een oudere vader. Dat heeft ons getekend. Niet door de vader zélf – ik had een erg lieve papa (Claessens’ vader overleed in 2006, op 76-jarige leeftijd, bij een verkeersongeval, nvdr) – maar door de reacties van onze omgeving. Vroeger wachtte mijn vader me samen met de andere ouders op aan de schoolpoort. ‘Is dit jouw opa?’ vroegen mijn klasgenoten dan. ‘Ja!’ loog ik. Dat was zo vernederend. Toen ik niet meer loog, vernederden hun reacties me evengoed. Moeten liegen over mijn vader was de eerste grote vernedering in mijn leven. Ontdekken dat ik kon zingen, dat ik Madonna kon playbacken, dat ik ‘een kunstje’ kon, was een manier om weerstand te bieden aan die wereld. Een manier om aantrekkelijk gevonden te worden.

In Hello Useless – For W and Friends uit 2016 zong u zacht As Tears Go By van The Rolling Stones terwijl u bewoog als een jongen. De hele zaal jankte. Zagen we toen de jonge Benny?

Claessens: (verlegen) Ik speelde zeker niet bewust mijn jongere ik, maar dat jongetje maakt wel deel uit van wie ik ben en hoe ik speel. Op de toneelschool leerde ik vooral doen alsof. Het is dankzij Jan Decorte dat ik inzag dat theater maken begint bij jezelf zijn op het podium. Jan is een van de weinige makers op wie ik geen vadermoord hoef te plegen. Hij staat op de scène zoals Patti Smith: doodeerlijk, ongekunsteld, met veel bagage maar zonder intellectueel te willen doen. (teder) Nu mis ik Jan plots… Hello Useless heb ik gemaakt voor Jan, nadat Rekto:Verso-journalist Wouter Hillaert hem in december 2014 een brief had geschreven met als titel ‘Hou er toch mee op, man!’

Het was een van uw mooiste en laatste wapenfeiten bij NTGent.

Claessens: In juni 2015 ben ik bij NTGent begonnen omdat Johan Simons er artistiek leider werd en hij me vroeg om mee te gaan. In november 2016 werd ik er weggejaagd. ‘Je gaat altijd in tegen de groep, Benny, zo kunnen we niet werken!’ klonk het. Ha! Is tegen de groep ingaan nu net niet de definitie van een kunstenaar zijn? Ik mocht ook niet met de pers praten. En ze zouden mijn Facebookaccount monitoren… My God! Wat was ik blij toen ik hoorde dat zakelijk directeur Kurt Melens in juni 2017 ontslagen werd.

De manier waarop NTGent georganiseerd was en geleid werd, is een typisch voorbeeld van hoe in het oude Europa alles gestructureerd wordt vanuit een hetero-normatieve, katholieke traditie. Daar moeten we echt vanaf.

BENNY CLAESSENS

– 1981: geboren in Antwerpen

– 1999-2003: Studio Herman Teirlinck

– 2005: speelt in Het geslacht De Pauw (VRT)

– 2006: richt mee het performancegezelschap Eisbär op

– 2009: Speelt in Ritter Dene Voss (Dood Paard) en wint een Arleccchino-prijs voor beste mannelijke bijrol in het Nederlandstalige theater

– 2010: speelt in Bakchai (Jan Decorte), en verhuist naar Münchner Kammerspiele

– 2015: treedt toe tot NTGent

– 2016: ontslagen bij NTGent, verhuist naar Berlijn

– 2018: wint Alfred-Kerr-Darstellerspreis

Had Els Dottermans iets te maken met uw ontslag?

Claessens: Natuurlijk. In de speech die ik uitsprak tijdens de prijsuitreiking op 21 mei noemde ik haar ’the has-been pearl of the Flemish theatre’. Daarin vertel ik hoe die ‘has-been’ zich zorgen maakt over de reacties van het publiek wanneer een acteur op de scène plast of naakt is. Ik val niet Els aan, maar de groep waar ze deel van uitmaakt: kunstenaars die in de plaats van hun publiek denken. Dat moeten ze niet doen. En ze moeten niet altijd repertoirestukken spelen waarin actrices kunnen stralen als de zeurende of vernederde echtgenote. Ik ben het eens met wat de Duitse regisseur René Pollesch zegt: ‘Hoe kunnen we de wereld redden als we verhalen uit het verleden blijven spelen?’ Iedereen heeft recht op ruimte, maar als je Shakespeare wilt spelen, doe dat dan in The Globe, hè (de reconstructie van het theater in Londen waarvoor Shakespeare zijn stukken schreef, nvdr). Dan blokkeer je de ruimte niet voor anderen die nieuw theater willen maken.

Door uw ontslag maakt u nu The Last Goodbye / Vibrant Matter – dat een NTGent-creatie zou worden – in het kunstencentrum Hebbel Am Ufer. Op Instagram postte u een foto van de nummerplaat van de auto waarin uw vader stierf. Ligt of hangt die op de scène?

Claessens: Nee. Die nummerplaat hangt thuis in de garage, bij mijn mama. Mijn vaders dood sluipt wel in mijn werk. Hij is er niet, en toch voelt hij heel nabij. De allerlaatste voorstelling die ik bij NTGent heb gemaakt, Learning how to Walk, was een vijfdelige handleiding in leven en sterven, gebracht door vijf performers. We trachtten het leren spreken, voelen, alleen zijn en sterven op een zo eenvoudig mogelijk manier te spelen.

In The Last Goodbye onderzoek ik met vier performers – drie vrouwen en een homoseksuele man – hoe je verder moet nadat een geliefde stierf. Het idee ontstond na het lezen van The Anatomy of Melancholy van Robert Burtons uit 1621. En ook het prachtige werk van de Amerikaanse Agnes Martin heeft me beïnvloed. Zij tekende roosters in zachte kleuren. Haar werk straalt een naïef minimalisme uit. Daar voel ik me verwant mee.

Van de vier performers is de opvallendste misschien wel Parisa Madina. Waar komt uw verwantschap met haar vandaan?

Claessens: Ik leerde haar kennen als souffleuse, de slechtste souffleuse ooit. (lacht) Ze is wél een fantastische dragqueen en treedt op in karaokebars. Eigenlijk hoort ze op veel grotere podia thuis. De podia van de stadstheaters, bijvoorbeeld. Dan zou er eindelijk eens iets spannends te beleven vallen. Theater moet vibreren. Het is geen hersenchirurgie, hè.

Figuren zoals Trump, De Wever en Vladimir Poetin zijn oude dictators in een hedendaags jasje

Dat vibreren moet toch, al is het maar deels, georkestreerd worden?

Claessens: We zijn nu in de repetities op een punt aanbeland dat ik, na het vele improviseren, moet beslissen wat we vastleggen. Maar misschien repeteren we om aan het idee te wennen dat ik niets zal vastleggen? Een beetje zoals Cobra-kunstenaar Karel Appel twee weken voor zijn schilderij ging zitten en dan pas kon zeggen: ‘Klaar!’

Wat wél vastligt, zijn de kostuums. Want The Last Goodbye is een driedelig ritueel waarin we, een beetje als heksen, afscheid nemen van alles en iedereen die het oude Europa vertegenwoordigt. Wanneer ik aan heksen denk, denk ik aan Winona Ryder als Abigail Williams in The Crucible (1996) . Ze vertolkt een meisje dat met haar vriendinnen een ritueel in het bos verzint om ervoor te zorgen dat de juiste jongens op hen verliefd worden. Ryder draagt in die film een zwarte jurk en een wit kapje. Dat kostuum recupereren we in The Last Goodbye.

Speelt uw ritueel zich ook af in een bos?

Claessens: Nee, op een kerkhof. Mijn allereerste idee van de voorstelling was een cirkel van grafstenen. En Johan Simons die zijn graf opvreet. (lacht) Pure verbeelding, hè! Ik dacht ook aan een scène waarin Anne Teresa De Keersmaeker een burn-out krijgt, of waarin de Duitse choreografe Pina Bausch durft toe te geven dat ze ziek is. (grijnst) Dus speelt The Last Goodbye in een grafstenendecor, ontworpen door Alexis Devos, bij wie je ook echte grafstenen kunt bestellen. Naast de grafstenen van de Noorse theaterauteur Henrik Ibsen en de Oostenrijkse architect Alfred Loos staan onze grafstenen. Onze exemplaren zijn gemaakt uit chocolade. (droog) Wellicht moeten we op tournee met een koelwagen.

Wanneer zien we u nog eens op een scherm verschijnen?

Claessens: (fijntjes) Lukas Dhont, de regisseur van Girl, intrigeert me. En ik werk mee aan Albatros, de nieuwe serie van Wannes Destoop en Dominique Van Malder. Dat zijn vrienden. Ik werk alleen met vrienden.

Is Bart De Pauw, met wie u Het geslacht De Pauw maakte en die danig in opspraak is geraakt, een vriend?

Claessens: Met Bart heb ik een louter professionele relatie. Ik weet dat er dingen gebeurden. Ik ken vrouwen die het overkwam, maar zij gingen erin mee en hebben geen klacht ingediend. Ik wil niets goedpraten. Als Bart fouten heeft gemaakt, moet hij gestraft worden. Hij was daar niet de enige die zich zo gedroeg. Wat daar gebeurde, kon enkel omdat die hele organisatie door heteroseksuele mannen is uitgedacht. Ze bedienden zichzelf.

Theater moet vibreren. Het is geen hersenchirurgie, hè

Hoe wilt u herinnerd worden?

Claessens: (snel) Niet. (aarzelend) Als iemand die met zijn werk de wereld probeerde te veranderen. Niet door als goedbedoelende blanke naar Afrika te trekken, maar door de ander simpelweg te erkennen en te respecteren.

Als het even tegenzit, wordt u herinnerd als Bambi.

Claessens: Ik speel volgend seizoen een brutale versie van Bambi voor Toneelgroep Oostpool, in een regie van Sarah Moeremans. Het stuk is gebaseerd op Felix SaltensBambi, A Life in the Woods uit 1923. Saltens was een Oostenrijkse fascist. Op zijn boek, dat vooral over jagers gaat en dat bol staat van de moordscènes in een bos, is de Disneyklassieker gebaseerd. Je moet het echt eens lezen.

Komt er een dag waarop u samen met uw kroost naar die tekenfilm kijkt?

Claessens: Misschien. Nu zijn mijn vrienden mijn familie. En in Antwerpen woont mijn clan: mijn mama, mijn vier zussen en mijn broer. Hun liefde wapent me tegen elke vorm van haat of geweld. Voordat ik een kind heb voor wie mijn man en ik de ‘clan’ zijn, moet ik eerst genoeg verdienen om een kind te kunnen onderhouden, minder met mezelf bezig zijn, en mee de wereld bevrijden van die wanhopige wereldleiders die zich vastklampen aan het oude Europa.

The Last Goodbye (Hebbel Am Ufer), première 29/06 in Hebbel Am Ufer in Berlijn. Op 17-18/01/2019 in Campo, Gent.

Am Königsweg (Schauspielhaus Hamburg) is volgend seizoen onder meer te zien in Théatre de L’Odeon, Parijs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content