Belgische ontwikkelingshulp op zoek naar coherentie

(Belga) De ontwikkelingshulp heeft dringend nood aan coherentie, in het bijzonder sinds groeilanden als China en India zich voor ontwikkelingssamenwerking zijn gaan interesseren. Dat was te horen op de vijfde Staten-Generaal van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.

De Staten-Generaal, die jaarlijks de belangrijkste spelers in de sector samenbrengt, kon dinsdag op de aandacht van prinses Mathilde rekenen. Zij wees er in haar openingstoespraak op dat het vaak de zwaksten zijn die het eerste slachtoffer worden van een gebrek aan coherentie. “Er is een spanningsveld ontstaan tussen traditionele ontwikkelingshulp en investeerders die geld ter beschikking stellen om zelf een slag te slaan”, lichtte Roberto Bissio, directeur van het Third World Institute toe. Dat probleem is volgens hem sterk toegenomen door de huidige economische crisis in de westerse wereld. “Banken worden gered met kosteloze leningen van de Europese Centrale Bank. Zij investeren dat geld op hun beurt vaak in ontwikkelingslanden, waar ze op die manier de lokale economie stuk maken. De plaatselijke bedrijven moeten immers lenen aan rentevoeten tot 8 procent.” Een gelijkaardig probleem treedt volgens Arnaud Zacharie, secretaris-generaal van 11.11.11, op met groeilanden als China en India. “Het geld dat zij in bijvoorbeeld Afrika pompen, kan ook worden beschouwd als ontwikkelingshulp, met die nuance dat de investeerders er zelf fors aan willen verdienen. Dit kan complementair zijn aan de traditionele hulp, maar dan moeten we wel dringend rond de tafel gaan zitten.” Minister van Ontwikkelingssamenwerking Paul Magnette is alvast overtuigd dat België voor meer coherentie kan zorgen, in het eigen beleid, maar ook binnen Europa. “In de vier eerste Staten-Generaals hebben we vooral informatie met elkaar gedeeld. Vandaag wil ik samen met de ontwikkelingsorganisaties een strategie voor de toekomst uitwerken.” (KAV)