Belgische militairen naar Mali: risico op steun aan schenders mensenrechten reëel

(Belga) Europese of zelfs Belgische militaire steun in Mali is niet zonder risico. Het regeringsleger opleiden in de strijd tegen terroristen is immers één zaak, vermijden dat ook daders van humanitaire misdaden steun genieten nog iets heel anders. Daarvoor waarschuwden verschillende EU-ministers van Defensie vandaag op Cyprus. De militaire coup in het land ligt immers nog vers in het geheugen, inclusief alle ontsporingen vandien.

“Via onze inlichtingendiensten hebben we toch zicht op de figuren en eenheden die hebben deelgenomen aan de staatsgreep”, verduidelijkte defensieminister Pieter De Crem (CD&V) na het informele overleg met zijn Europese collega’s in Nicosia. “De nodige waakzaamheid is dan ook geboden” bij eventuele steun aan Mali en de bijspringende West-Afrikaanse staten. Frankrijk; dat naar alle verwachting een grote rol zal spelen eens het zover is; maakte in Nicosia alvast duidelijk dat de herovering van het noorden het doel moet zijn. Niet enkel het stoppen van het terrorisme in de regio dus, zo valt te horen in militaire kringen. België toonde zich eerder deze week al bereid zijn steentje bij te dragen, weliswaar op voorwaarde van een duidelijk VN-mandaat en niet in een leidende rol. Zo wordt gedacht in de richting van Belgische training aan de Malinese troepen, aldus een bron. Logistieke en financiële steun aan de ECOWAS-troepenmacht (West-Afrikaanse staten) is voor de Europese Commissie. Maar zover is het allemaal dus nog niet. In afwachting van groen licht van de VN-Veiligheidsraad bepaalt de Europese Militaire Staf alvast de precieze militaire behoeften. Ook een Belgische verbindingsofficier zal daar normaal gezien – vanuit Nigeria – aan bijdragen. In de omgeving van minister De Crem valt te horen dat diens benoeming binnen veertien dagen al aan de ministerraad kan worden voorgelegd. Wanneer en hoeveel Belgische militairen ook effectief ter plaatse zullen gaan, is voorlopig nog koffiedik kijken. De Crem drukte zijn Europese collega’s op het hart dat ook de aanloop naar de EUFor in Tsjaad destijds een kleine vijf maanden heeft geduurd. Frankrijk hoopt alvast begin volgend jaar van start te kunnen gaan. Groen licht van het Belgische parlement heeft de regering in elk geval niet nodig. Niettemin zal De Crem nog langs de volksvertegenwoordigers moeten passeren. Het nieuwe regeerakkoord bepaalt immers dat minstens een “discussie” nodig is. (Yiannis Kourtoglou)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content