‘Belgiëgevoel als verkoopinstrument? Daar pas ik voor’

Gert Vande Broek © ImageGlobe

Knack sprak met Gert Vande Broek, coach van de nationale vrouwenploeg in het volleybal én kabinetschef van N-VA-minister Philippe Muyters. ‘Een gezonde sportcultuur heeft geen nationalisme nodig’

Bent u een N-VA’er?

Vande Broek: Ik ben bij geen enkele partij aangesloten. Voor Philippe Muyters of voor de N-VA was dat ook nooit een punt. Ik beschouw mezelf als een technocraat, iemand die de belangen van de sportsector probeert te dienen. Natuurlijk hou ik rekening met het programma van N-VA en probeer ik er ook maximaal voor te zorgen dat de partij kan scoren met wat ze op het domein sport gerealiseerd heeft. Dat is een kwestie van loyaliteit aan je broodheer. Met ideologische scherpslijperij heeft dat niets te maken.

Sport wordt in België steeds meer een politieke kwestie. Bij andere nationale ploegen – het voetbal en het hockey, bijvoorbeeld – is de vlag plots belangrijk. Het volkslied wordt met de hand op het hart gezongen. Alles straalt uit: doe het voor het land hè, jongens.

Vande Broek: Tot op een bepaald niveau begrijp ik dat heel goed. Ik vind het een eer om mijn land, om mijn mensen te vertegenwoordigen. Ik stimuleer dat zelfs bij mijn speelsters: het helpt hen om zich te identificeren met de ploeg en met elkaar. Andere nationale ploegen gaan nog een stap verder en gebruiken het Belgiëgevoel als een soort verkoopinstrument. Daar pas ik voor. Dat is goedkope en platte marketing die vroeg of laat als een boemerang in je gezicht terugkomt. Een gezonde sportcultuur heeft geen nationalisme nodig. Maar de Brabançonne wordt ook bij de Tigers uit volle borst meegezongen. Met één kleine aanpassing: wij zingen ‘voor volk, voor vrijheid en voor Brecht’, om hulptrainer Brecht Van Kerckhove te plagen. (lacht)

Ik zou nog iets willen rechtzetten: rond de naam Yellow Tigers ontstond commotie. Men verbond hem met mijn job op een N-VA-kabinet, maar dat heeft er echt níéts mee te maken. De speelsters hebben zelf voor geel gekozen, omdat het de middelste kleur van onze vlag is. Niet rechts, niet links, maar pal in het midden: neutraler kan niet. Ook een belangrijke argument was dat de dames liever niet naar buiten kwamen als de vijfentwintigste variant met red of rood. Een speciale ploeg verdient een speciale naam. (lacht) Meer hoeft u er echt niet achter te zoeken.(JVB)

Het volledige interview met Gert Vande Broek over het succes van de volleybaldames en de combinatie met zijn politieke en academische werk, leest u deze week in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content