België wil snel humanitaire corridors, maar ook desertie aanwakkeren in Syrië

(Belga) Zondag steken ruim zeventig landen de koppen bij mekaar in Istanboel, op zoek naar manieren om de bloedige repressie in Syrië te stoppen. Dat het regime nog triomfantelijk beweert dat de poging om het omver te werpen “voor eens en altijd mislukt is”, bewijst voor Belgisch buitenlandminister Didier Reynders (MR) dat de druk nog moet worden opgevoerd.

Centraal in de diplomatieke inspanningen staat het zespuntenplan van VN-gezant Kofi Annan. President Bashar al-Assad verklaarde zich bereid daarin mee te gaan, maar niettemin gaan de bloedvergieten onverminderd door. Van een terugtrekking van het wapentuig is voorlopig geen sprake. De tweede conferentie van de “Vrienden van het Syrische volk” zal dus vooreerst blijven hameren op het plan van Annan, dat voorziet in een onmiddellijk staakt-het-vuren. Tegelijk zullen de EU-landen pleiten voor nieuwe sancties, waarbij ook de Arabische landen stappen zetten. “Doel is de sancties een bredere basis te geven”, aldus Reynders. Voor een militaire interventie ontbreekt het vooralsnog aan internationale steun. “Toch is op korte termijn actie nodig”, aldus de minister. “Misschien kan humanitaire hulp beschermd door blauwhelmen of andere militairen een eerste stap zijn.” Hij erkent dat Moskou en Peking blijven dwarsliggen, maar “ook Rusland vroeg toch al een dagelijkse stop van het geweld gedurende twee uur voor humanitaire hulp”. Cruciaal is tot slot de afbrokkeling van het regime van binnenuit. Reynders wil met de internationale gemeenschap dan ook zoveel mogelijk diplomaten en gezagsdragers tot desertie verleiden, eventueel met perspectief op een rol in het “post-Assad tijdperk”. (OSN)