In Afrika spoort hij moordende rebellenleiders op. Op Griekse stranden trekt hij Syriërs uit het water. Op Twitter confronteert hij de wereld met de verdronken Aylan. En aan de KU Leuven krijgt de Amerikaanse Belg Peter Bouckaert deze week een eredoctoraat. Na Slobodan Milosevic wil hij nu ook de Syrische president Bashar al-Assad voor de rechter krijgen. ‘Ik ken de problemen en de trauma’s van de vluchtelingen, en ik ken hun waarden. Die mensen vluchten niet voor niets.’

‘Ach, ik ben maar een boerke uit Pellenberg. Het zijn de enige woorden Nederlands die Peter Bouckaert (45) tijdens ons lange gesprek zal uitspreken. Er zit volgens hem te veel roest op zijn moedertaal sinds hij op zijn vijftiende verhuisde van Leuven naar Californië. De man is ondertussen internationaal urgentiedirecteur bij de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Hij reist de wereld rond, van de ene conflictzone naar de andere. Hij registreert, luistert en voelt mee met de dolende mensen die hij overal ontmoet. In Afrika spreekt hij de krijgsheren persoonlijk aan op hun gruweldaden. In Joegoslavië verzamelde hij bewijzen voor de oorlogsmisdaden van de Serviër Slobodan Milosevic. De voormalige president van Joegoslavië moest zich op basis van dat rapport verantwoorden voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag, maar stierf in zijn cel.

Stipt op tijd stapt hij het Amsterdamse Café Americain binnen: breed lachend, gekleed in leren jack, ribfluwelen broek en met vuile schoenen. Bouckaert is net terug van een tocht door Macedonië, Servië en Griekenland. Hij ging er onderzoeken hoe het gesteld is met de rechten van de vluchtelingen, en schuwt daarbij het sentiment niet. In een van zijn vele dagelijkse tweets – The New York Times noemt hem een van de invloedrijkste twitteraars ter wereld – vertelt hij het ontroerende verhaal van wat hij zijn ’two angels’ noemt: twee minderjarige Iraanse meisjes die gestrand zijn aan de grens met Macedonië. Mensensmokkelaars gingen aan de haal met al hun geld en de twee konden geen kant meer op.

Zijn werk levert hem deze week een eredoctoraat op. Aan de KU Leuven nog wel, vanwaar zijn vader dertig jaar geleden emigreerde naar de VS. ‘Ik was verrast toen ik het nieuws hoorde. Onze familie heeft een hechte relatie met Leuven en de universiteit.’ Zijn vader was, samen met Piet De Somer, een van de activisten van de vervlaamsing van de universiteit. Hij richtte de universitaire spin-off Plant Genetic Systems op, die later werd verkocht aan een Amerikaans bedrijf.

Bent u trots op die erkenning?

PETERBOUCKAERT: Ik voel me vereerd, vooral omdat ik ben voorgedragen door de studenten. Al ben ik geen man die veel om status, prestige of titels geeft. Statussymbolen verdelen de samenleving.

Waarom vindt u het belangrijk dat u voorgedragen werd door de studenten?

BOUCKAERT: Een belangrijk deel van mijn werk is mensen inspireren, zeker jongeren. Jonge mensen mogen niet wanhopen, ook al laten onze politici en veel van onze instellingen hen geregeld in de steek.

Toen u naar Californië verhuisde, voelde u zich er lang een outsider. Trekt u zich daarom het lot van vluchtelingen aan?

BOUCKAERT: De overgang van Pellenberg naar San Francisco, waar iedereen cool hoort te zijn, was niet makkelijk. Ik sprak nauwelijks Engels en had geen vrienden. Ik voelde me vaak eenzaam in die vreemde cultuur. Maar dat ik me het lot van outsiders en vluchtelingen aantrek, komt veeleer doordat ik de voorbije jaren veel in Afrika en het Midden-Oosten heb gezeten. Ik begrijp hun problemen en trauma’s, en ik ken de waarden die ze meebrengen.

U bent net terug van Macedonië, waar u aan de grens met Servië ging kijken hoe het met de vluchtelingen gesteld is. Hoe was dat?

BOUCKAERT: In de Balkan slapen tienduizenden volwassenen en kinderen buiten in de vrieskou. Sommigen zitten er vast omdat ze niet uit Syrië, Afghanistan of Irak komen en daardoor Europa niet in mogen. Ik beweer niet dat Europa zijn grenzen wagenwijd moet openzetten voor iedereen, maar we moeten goed beseffen dat die mensen have en goed achterlieten om een loodzware tocht naar het Westen te maken. Ze vluchten niet voor niets.

U strijdt al twintig jaar voor de mensenrechten. Krijgt u nooit het gevoel: dit is dweilen met de kraan open?

BOUCKAERT: We beleven een donkere periode in onze geschiedenis. Na de val van het communisme maakten we vrolijke wittebroodsweken mee, maar dat optimisme is voorbij. In plaats daarvan zien we de opkomst van hardvochtige dictatoriale regimes in Rusland, China, Turkije enzovoort.

Hoe moet dit verder?

BOUCKAERT: We moeten naar de lange termijn kijken. Kijk, honderd jaar geleden sloot mijn overgrootvader zijn apotheek in Roeselare om officier te worden in het medisch korps van het Belgische leger. In Flanders’ fields maakte hij de eerste gasaanvallen mee, en hij overleefde ze. Honderd jaar later is België heropgebouwd en welvarend, en schrijft zijn achterkleinzoon een rapport over de chemische aanvallen in Syrië, de laatste die de wereld vermoedelijk heeft meegemaakt.

U bent niet pessimistisch?

BOUCKAERT: Ik kan dit werk niet doen als ik geen optimist zou zijn. Ik rapporteer over gruwelijkheden, maar zelfs als ik in de Centraal-Afrikaanse Republiek met de krijgsheren onderhandel, zie ik hen als mensen. Ik reis er niet naartoe om ze te vernederen. Ik spreek hen aan op hun daden, vraag hen waarom ze massamoorden plegen of hele dorpen platbranden. Ik zeg hen dat ze zich vroeg of laat zullen moeten verantwoorden voor hun daden. Ik zeg hen dat ze mensen respect-vol en humaan moeten behandelen. En geloof het of niet, maar sommigen begrijpen dat uiteindelijk.

Intussen lanceren politici in paniek de meest uiteenlopende voorstellen: verbied asielzoekers in het zwembad, geef ze vooral geen eten, stuur ze met veerboten terug naar Turkije.

BOUCKAERT: Veel vluchtelingen verdrinken, maar ook degenen die het uiteindelijk halen, worden steeds killer onthaald in Europa. Dat stoort me. Europa is gebouwd op de principes van open grenzen en solidariteit. Natuurlijk kan Europa niet alle problemen van de wereld oplossen, maar we moeten wel onze verantwoordelijkheid opnemen. Op dit ogenblik is er gewoon geen geïntegreerd Europees beleid. Wel veel paniek en onbegrip.

Hoe komt het dat er sinds het uitbreken van de crisis nauwelijks vooruitgang is geboekt?

BOUCKAERT: We leven in een heel onstabiele wereld met een nooit geziene hoeveelheid mensen op de vlucht. Dat vraagt een planmatige aanpak. Maar in plaats daarvan horen we een populistisch en gesimplificeerd discours. Na de woelige oudejaarsavond in Keulen riepen velen verontwaardigd dat ondankbare Syrische vluchtelingen onze vrouwen hadden aangevallen. Maar wat blijkt? Bijna alle geïdentificeerde aanvallers zijn economische vluchtelingen uit Noord-Afrika. Voordat we oordelen, moeten we de feiten en de nuances kennen: Syrische families die hierheen vluchten, vormen géén bedreiging voor onze veiligheid. Zij waren niet betrokken bij de terroristische aanslagen in Parijs, die werden beraamd en uitgevoerd door mannen met de Franse of Belgische nationaliteit. Als we de vluchtelingen niet op een menswaardige en respectvolle manier verwelkomen én integreren in onze samenleving, riskeren we een nieuwe generatie Molenbeek-migranten te creëren die we niet onder controle hebben. Dat is het echte gevaar.

In Koksijde wilde de burgemeester alle asielzoekers de toegang tot het zwembad ontzeggen omdat een van hen mogelijk een meisje zou hebben aangerand.

BOUCKAERT: Als één miljoen mensen uit conflictzones en conservatieve samenlevingen hierheen vluchten, zullen zulke incidenten helaas voorvallen. Vluchtelingen moeten onze taal en cultuur leren. Ze moeten inburgeringscursussen volgen, en velen willen dat ook. We mogen de incidenten niet minimaliseren, maar we mogen ze ook niet opblazen en veralgemenen. Niet alle vluchtelingen zijn seksuele roofdieren. Maar vluchtelingen die zich niet gedragen zoals het hoort, moeten daarop aangesproken worden.

Vorige week stond ik op het strand van het Griekse eiland Lesbos. Een Syrische man die uit het water strompelde, werd geholpen door een jonge Zweedse vrouw die voor een ngo werkt. De man vertelde mij achteraf dat hij zich bij Allah had verontschuldigd voor de ‘slechte gedachten’ die hij kreeg toen zij hem hielp. Hij had nog nooit een blonde vrouw gezien in T-shirt en zonder hoofddoek.

Wat vindt u van de manier waarop de media deze crisis verslaan?

BOUCKAERT: De media hebben het beeld gecreëerd dat Europa overspoeld wordt door een onstuitbare golf van vluchtelingen. Dat is jammer want uit een overzicht van de Europese Commissie blijkt dat, zelfs als de stroom in dit tempo aanhoudt, de groep vluchtelingen uit Syrië, Irak en Afghanistan tegen 2017 niet meer dan 0,4 procent van de Europese bevolking zal uitmaken. Dat is één vluchteling op 250 Europeanen. In Libanon is één inwoner op de vier een vluchteling, en in Jordanië nog meer. De echte vluchtelingencrisis speelt zich niet af in Europa, maar in de buurlanden van Syrië.

Nederland stelt voor om alle vluchtelingen met veerboten terug te sturen naar Turkije en nadien maximaal 250.000 van hen naar Europa te laten komen.

BOUCKAERT: Er zitten nu al 400.000 Syrische kinderen in Turkije die niet naar school kunnen. Veel vluchtelingen hebben er geen werkvergunning. Tenzij Turkije zich echt gaat bekommeren om de humanitaire omstandigheden van die mensen is dat plan onrealistisch. Bovendien is Turkije volgens Europa niet eens een zogenaamd veilig land. Dit is een poging om onze problemen te exporteren naar een ander land. Dat is onaanvaardbaar.

Het ‘veerbotenvoorstel’ kwam van de Nederlandse sociaaldemocraten, en ook SP.A-voorzitter John Crombez zag er wel iets in. Zulke voorstellen verwacht je eerder van een populist als Geert Wilders?

BOUCKAERT: Er heerst paniek bij politiek links omdat het rechtse populisme steeds populairder wordt. Kijk naar het succes van Marine Le Pen en het Front National in Frankrijk. Dit is voor Europa het moment van de waarheid. Als de mainstreampolitici de crisis niet krachtdadig aanpakken, zal de crisis hén aanpakken en hen verdrijven. Dat is niet alleen belangrijk voor de vluchtelingen, maar voor ons allemaal want de extreemrechtse partijen zullen ook ónze vrijheden willen beperken. In Hongarije kan de politie nu al zonder toestemming elk huis doorzoeken op zoek naar illegalen. Kunt u zich voorstellen dat zoiets bij u thuis gebeurt?’

Hoe bedreigend is deze crisis voor Europa?

BOUCKAERT: Ze kan de Unie maken of kraken. Oost- en West-Europa zijn verdeeld. Verscheidene lidstaten hebben opnieuw grenscontroles ingevoerd. Maar dat stopt de vluchtelingen niet. Vanaf de lente zullen de aantallen weer stijgen. Veel Syriërs hebben lang gedacht dat er wel een eind zou komen aan de oorlog, en hebben vijf jaar gewacht. Nu vrezen ze dat het einde nog lang niet in zicht is en slaan ze alsnog op de vlucht.

Wat zou u zeggen tegen de burgemeester van Koksijde, of tegen Vlamingen die bang zijn voor de instroom?

BOUCKAERT: Dat hun angst gebaseerd is op onwetendheid. Maak kennis met de vluchtelingen en vraag hen wie ze zijn, waarom ze vluchtten uit hun land en wat ze willen. Wees rechtuit. Dan zullen ze ontdekken dat de Syrische gezinnen dezelfde waarden belangrijk vinden als zij.

Er komen ook heel wat economische vluchtelingen naar het Westen. Hebt u er een probleem mee om hen terug te sturen?

BOUCKAERT: Totaal niet. Maar ze moeten wel met respect behandeld worden.

Sommige Europese leiders willen vluchtelingenquota invoeren om de integratie mogelijk te maken.

BOUCKAERT: Het is geen goed idee als elk land zijn eigen quota opstelt. We hebben niet veel vrienden meer in het Midden-Oosten, dus laten we de mensen die vluchten voor de IS hier verwelkomen. Er moet een globale, werkbare Europese aanpak komen, waarbij iedereen zijn deel doet. Nu gaan er nauwelijks vluchtelingen naar Frankrijk, behalve degenen die vastlopen in Calais. Zwitserland moet meer doen, net als de VS en de Golfstaten.

Wat vindt u van het voornemen van de Deense regering om geld en bezittingen te confisqueren van de vluchtelingen?

BOUCKAERT: De Europese leiders zouden wat meer moeten lezen over de Tweede Wereldoorlog. Er gaat nu veel aandacht naar het Deense voorstel, maar die praktijken worden al langer toegepast in Zwitserland en Duitsland.

Veel regeringen willen een gezinshereniging pas toestaan na enkele jaren.

BOUCKAERT: Dat vind ik verschrikkelijk. Mijn vader is geboren in 1940. Enkele maanden na zijn geboorte vluchtte zijn moeder met haar baby naar Frankrijk, terwijl mijn grootvader achterbleef. Uiteindelijk konden ze na de oorlog terugkeren, maar stel dat dit niet kon en het gezin jarenlang niet herenigd kon worden? Daar mag je toch niet aan denken?

Laatst ontmoette ik een Iraakse man die wilde terugkeren naar zijn verwoeste land omdat hij hoorde dat een gezinshereniging onmogelijk was. Met die gedachte kon hij niet leven. Nochtans wist hij dat hij met zijn terugkeer zijn leven en dat van zijn gezin op het spel zette. In Irak lachen ze niet met teruggekeerde vluchtelingen.

Een manier om de vluchtelingenstroom te stoppen, is een einde maken aan de oorlog in Syrië. Dat kan alleen met grondtroepen of aan de onderhandelingstafel.

BOUCKAERT: Er is te lang de nadruk gelegd op een militaire oplossing van het conflict. Dat is mislukt. Sterker, de oorlog is daardoor uitgebreid tot een regionaal conflict. In Afghanistan is de militaire oplossing ondanks de inzet van 800 miljard dollar óók faliekant afgelopen. De taliban controleren nu een groter gebied in Afghanistan dan voor de Amerikaanse inval in 2001, en hun invloed groeit nog elke dag. De oorlog zal dus diplomatiek gestopt moeten worden, en daarbij zullen we moeilijke compromissen moeten aanvaarden.

Mag president Bashar al-Assad nog een rol spelen na de oorlog?

BOUCKAERT: Voor de Syrische oppositie ligt dat heel moeilijk. De man heeft veel bloed aan zijn handen, en we moeten duidelijk maken dat er voor de oppositie en de andere minderheidsgroepen een toekomst is in Syrië. Er mag met hen niet gebeuren wat er met de jezidi, de christelijke minderheid in Irak, is gebeurd. Er moeten meer deelnemers rond de onderhandelingstafel zitten. Ook de Syrische vrouwen moeten vertegenwoordigd zijn, net als groepen die lang geweigerd hebben om de wapens op te nemen in het conflict.

U bracht Slobodan Milosevic voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Wilt u Assad voor het Internationaal Strafhof brengen ?

BOUCKAERT: Het is bijzonder belangrijk dat Assad geen immuniteit krijgt voor de grove misdaden die hij in zijn eigen land heeft gepleegd.

U bent van plan om achter hem aan te gaan.

BOUCKAERT: Natuurlijk! Dictators, massamoordenaars en zeker ook hun lagere commandanten moeten weten dat ze nooit recht op onschendbaarheid kunnen krijgen voor hun misdaden. We moeten er alles aan doen om ze achter de tralies te krijgen, ook al zullen we soms tijdelijke deals met hen moeten sluiten.

U ontmoet veel vluchtelingen. Houdt u weleens contact met hen?

BOUCKAERT: Met honderden. (scrolt op zijn iPhone door een eindeloze lijst met Arabische namen) Dit meisje is vijftien, ze kon al vier jaar niet naar school. Ik heb ook het telefoonnummer van de Iraanse ouders van de ’twee engelen’, zoals ik ze noemde. Ik bel die mensen geregeld.

U reist al twintig jaar van de ene conflictzone naar de andere. Dat moet fysiek en mentaal heel belastend zijn. Hoe houdt u dit vol?

BOUCKAERT: Mijn werk is mijn leven niet, ook al lijkt dat zo. Ik hou de twee volledig gescheiden. Mijn kantoor ligt in Genève, maar op vrijdagavond rij ik met mijn gezin twee uur naar een 300 jaar oude boerderij in Saint-André-en-Bresse, in de Franse Bourgognestreek. Daar, tussen de koeien, schapen en kippen, kan ik me opladen. (zwijgt even) Het vaderschap heeft me veranderd. Ik ben emotioneler geworden. Misschien heb ik daarom wel die foto van Aylan op Twitter gezet. Ik was nog het meest getroffen door zijn gympies. Ze deden me denken aan de schoentjes van mijn jongste, en aan de vele ochtenden dat ik zijn veters vastknoopte voor hij naar school stapte. Ook de ouders van Aylan zullen dat die fatale ochtend gedaan hebben. Ik zag de foto en moest wel schrijven wat ik voelde.

Ik zet mij in voor grote bevolkingsgroepen, maar ik probeer altijd individuen te helpen. Zeker als iemand mij echt geraakt heeft, probeer ik contact te houden en soms ook voor hen te zorgen. Ik betaal de studiekosten van verschillende kinderen: drie in de Centraal-Afrikaanse Republiek, en ook voor een Syrisch meisje in Duitsland.

Hoelang gaat u hier nog mee door?

BOUCKAERT: Daar ben ik niet mee bezig. Als ik met dit werk stop, ga ik iets radicaal anders doen.

Tot slot: voelt u zich nog Belg?

BOUCKAERT: Als mensen me vragen waar ik vandaan kom, antwoord ik altijd: uit België. Ik ben daar trots op, al is mijn Nederlands helaas niet goed meer. Ik moest trouwens veel moeite doen om mijn Belgische nationaliteit terug te krijgen. Ik was ze kwijtgeraakt toen ik Amerikaan werd. Voorlopig hebben mijn drie kinderen nog niet de Belgische nationaliteit omdat ik niet permanent in België woon. De loketbediende stelde me gerust: ‘Dat komt niet door u, meneer, maar door de Congolezen. Eerst komt de vader, en dan wil die de Belgische nationaliteit voor zijn vrouw en twaalf kinderen.’ (komt niet meer bij van het lachen)

En ondanks alles willen u en uw gezin Belgisch zijn?

BOUCKAERT: Ik hou van mijn inefficiënte land, dat op een of andere vreemde manier toch functioneert. Ik denk vaak aan mijn grootmoeder. Ze is diep in de negentig en woont nog altijd in Roeselare. Ze hield er jarenlang een missiewinkeltje open. Van haar heb ik geleerd om naar de wereld te kijken.

DOOR MICHEL VANDERSMISSEN, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Jonge mensen mogen niet wanhopen, ook al laten onze politici en veel van onze instellingen hen geregeld in de steek.’

‘Een Syriër vertelde me dat hij zich bij Allah had verontschuldigd voor zijn “slechte gedachten” toen hij geholpen werd door een jonge Zweedse vrouw.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content