Bedrijfswagen voordeliger voor helft bedienden

De helft van de bedienden is beter af met de nieuwe bedrijfswagentaks, ook al betaalt de gemiddelde werknemer een vijfde meer.

Zeker voor lagere kaderleden en bedienden blijkt de impact van de nieuwe bedrijfswagentaks behoorlijk mee te vallen, wat echter een gat van 140 miljoen dreigt te slaan in de begroting. Dat besluiten De Standaard en Het Nieuwsblad uit een analyse van sociaal secretariaat SD Worx.

Degressiviteit

Voor de gemiddelde werknemer is het voordeel van alle aard, waarop het privé-gebruik van de wagen belast wordt, volgens de studie gestegen met achttien procent.

Begin dit jaar was nog sprake van zestig procent, maar daar was de degressiviteit van de waarde van de wagen niet in meegerekend. Dat wil zeggen dat de waarde van de wagen voor de fiscus elk jaar met zes procent daalt, tot een bodem van zeventig procent bereikt is.

Ongelijk verdeeld

De stijging van de taks is erg ongelijk verdeeld, zo blijkt. Bij directie en hoger kaders – die vaak met duurdere auto’s rijden – is de stijging gemiddeld 51 procent. Voor de midden- en lagere kaderfuncties werd een stijging van respectievelijk 22 en 7 procent opgetekend.

Voor bedienden is de verhoging van 1 procent nauwelijks voelbaar. Bovendien is meer dan de helft van de bedienden zelfs beter af met de nieuwe regeling.

Gevolg is dat het voordeel nu voor alle functies rond de vier procent van het jaarloon schommelt, wat volgens de kranten rechtvaardiger is dan voorheen.

Misrekening

Voor de begroting dreigt echter minder goed nieuws. De regering ging ervan uit dat de nieuwe regeling jaarlijks 200 miljoen euro zou opbrengen, maar nam daarbij de degressiviteit niet in rekening.

Als de regering uitging van een stijging van de het voordeel van alle aard met zestig procent, dan betekent de eignlijke stijging dat slechts een derde van de beoogde inkomsten gehaald wordt, aldus nog de kranten. (Belga/TV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content