Baby D. : “draagmoederschap uit louter winstbejag is immoreel”

(Belga) In de zaak van baby D. zijn alle beklaagden schuldig bevonden aan de onterende behandeling van het kind. Dat heeft de rechtbank in Oudenaarde vanmorgen beslist. “Het ging niet om altruïstisch draagmoederschap, maar om commercieel draagmoederschap uit louter winstbejag, dat als immoreel en maatschappelijk verwerpelijk dient beschouwd te worden”, stelt het vonnis.

Baby D. werd geboren op 26 februari 2005. De draagmoeder uit Sint-Lievens-Houtem beloofde het kind aan Geertrui Praet en Bart Philtjens uit Antwerpen, maar vertelde hen tijdens de zwangerschap dat ze een miskraam had gehad. Samen met haar partner verkocht ze het meisje na de geboorte aan een Nederlands echtpaar. Uit DNA-onderzoek bleek dat het kind verwekt werd met het sperma van Philtjens, maar de Nederlandse koopouders uit Leusden kregen uiteindelijk de voogdij toegewezen. De zes betrokkenen werden allen beschuldigd van onterende behandeling van het kind en riskeerden tot twee jaar cel. Volgens de rechters is er wel degelijk sprake van “commercieel draagmoederschap” in de zaak en werd het kind “verkocht aan de meestbiedende”. Het betaalde bedrag van 12.000 euro was “wel degelijk een prijs voor haar draagmoederschap, exclusief de kosten”, oordeelde de rechtbank. “Het ging niet om altruïstisch draagmoederschap, maar om commercieel draagmoederschap uit louter winstbejag, dat als immoreel en maatschappelijk verwerpelijk dient beschouwd te worden. De rechtbank kan en mag zich echter niet uitspreken over de politieke en maatschappelijke discussie die er ontstaan is.” De draagmoeder en haar partner werden het zwaarst gestraft met één jaar cel met uitstel en een geldboete van 1.650 euro. De Nederlandse koopouders kregen een boete van 1.650 euro. De Belgische wensouders kregen de gunst van de opschorting. De rechtbank maakte een onderscheid tussen beide koppels omdat het kind biologisch verwant is aan het Belgisch koppel. De advocaten van de Nederlandse koopouders en de Belgische wensouders overwegen in beroep te gaan tegen het vonnis. (DLA)