Bijna vier artsen-specialisten op tien zeggen dat de directie van het ziekenhuis waarin ze werken hen in mindere of meerdere mate aanspoort om prestaties te leveren die medisch niet noodzakelijk zijn, en dus enkel nodig zijn voor de rentabiliteit van de instelling.
Dat schrijft het vakblad de Specialisten/les Spécialistes op basis van een schriftelijke enquête bij bijna 1.400 artsen-specialisten.
Bijna een kwart van de ondervraagden zegt ‘soms’ onder druk te worden gezet, bijna 10 procent ‘vaak’ en bijna 4 procent ‘continu’. In Vlaanderen voelt een kwart druk, in Franstalig België loopt dat op tot meer dan de helft.
Erelonen
Peter Degadt, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet Vlaanderen, is niet verwonderd en pleit voor een totaal ander financieringssysteem. Het verschil tussen Vlaamse en Franstalige artsen-specialisten heeft volgens hem te maken met de hogere afdrachten van erelonen in Franstalig België.
“Het is bewezen dat de Waalse specialisten met minder naar huis gaan dan hun Vlaamse collega’s,” aldus Degadt. “Hun inkomen ligt lager, dus de druk om prestaties op te drijven is nog groter.” Volgens Degadt hebben Waalse ziekenhuizen ook hogere structurele kosten.
Marc Moens, secretaris-generaal van het Verbond der Belgische Specialisten, wijst op de essentiële rol van de Medische Raad om aan de druk te weerstaan.
