Volgens professor Heidi Vandebosch van de Universiteit van Antwerpen gaat de Antwerpse Hoeren -Facebookpagina verder dan cyberpesten.
Zo’n dertig Vlaamse meisjes werden de voorbije week op het internet te kijk gezet. Een Facebookpagina getiteld ‘Antwerpse Hoeren’ verzamelde foto’s van schaars geklede jonge meisjes en voorzagen die van beledigende opmerkingen. Enkele meisjes legden klacht neer bij de politie die de zaak momenteel onderzoekt.
Uit een studie van de Universiteit van Antwerpen blijkt dat 11% van de Vlaamse jongeren het afgelopen jaar het slachtoffer is geweest van cyberpesten, maar volgens professor Heidi Vandebosch die het onderzoek begeleidde gaat deze Facebookpagina verder dan cyberpesten.
“Cyberpesten komt voornamelijk voor bij jongeren die op school -offline dus- ook al gepest worden en de daders zijn meestal mensen die ze kennen. Bovendien is het vaak gericht naar één individu. Hier lijken verschillende meisjes willekeurig geviseerd, allicht door onbekenden, en krijgen ze ongevraagd een label opgekleefd voor de ogen van een hele online gemeenschap”, aldus Vandebosch.
Publieke vernederingDe impact is enorm. “Dit is zeker een traumatische gebeurtenis voor de slachtoffers”, knikt Vandebosch. “Plots foto’s van jezelf in compromitterende outfits of poses zien verschijnen op een website die ondertussen al bij meer dan duizend leeftijdsgenoten is verspreid; zoiets kan je je niet voorstellen. De slachtoffers hebben bovendien die cruciale tienerleeftijd waarop alles wat de buitenwereld van je denkt ontzettend belangrijk is. Zo’n publiekelijke vernedering schud je dan niet zomaar even van je af.”
De Antwerpse Hoeren-Facebookpagina staat jammer genoeg niet alleen; het fenomeen is wereldwijd bekend en ook bij onze Noorderburen tieren de zogenaamde bangalijstjes en bezemfilmpjes welig. Steeds zijn het vrouwen of (jonge) meisjes die beschuldigd worden van promiscue gedrag, vaak zijn het mannen die dit soort websites en beschuldigingen starten.
“Het is belangrijk dat we de slachtoffers als slachtoffers blijven zien”
Er wordt dan ook gefluisterd dat de meisjes het misschien wel een beetje zelf gezocht hebben. Ze gingen immers uit in te korte rokjes en plaatsten daar zelf foto’s van op Facebook, of lieten hun borsten zien aan hun vriendje voor de webcam.
Vandebosch is het hier niet mee eens. “Het is niet nodig om die meisjes te viseren. Studies hebben aangetoond dat veel tieners wel eens een uitdagende foto van zichzelf met anderen delen, bijvoorbeeld omdat ze denken dat dat de “norm” is of hen “cooler” maakt bij leeftijdsgenoten. Anderen durven dan weer geen “neen” te zeggen tegen personen die daar om vragen, zoals bv. hun lief. Die foto’s zijn echter bedoeld voor een beperkt publiek, en mogen ook niet zomaar “misbruikt” worden door anderen. Het is belangrijk dat we de slachtoffers inderdaad als slachtoffers blijven zien.”
Psychologische hulpverlening
Vandebosch vindt het dan ook belangrijk dat hier op school over gepraat wordt . “Het hele verhaal doet nu toch al de ronde; dan is het noodzakelijk dat daarover gecommuniceerd wordt, met de hele klas.” Wat de slachtoffers betreft hoopt Vandebosch dat hun ouders en leerkrachten opvang hebben voorzien. “Die meisjes kunnen wel wat psychologische hulpverlening gebruiken; het CLB op school kan bijvoorbeeld al heel nuttig zijn”, besluit Vandebosch.
Wie slachtoffer of getuige is van cyberpesten of dergelijk online wangedrag heeft verschillende opties:
– Rapporteer de bewuste website of pagina bij het sociaal medium zelf
– Meld het bij e-cops, het meldpunt van de federale politie voor online misbruik (dit is niet hetzelfde als een klacht indienen)
– Dien als slachtoffer een klacht in bij de lokale politie
(KS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier