‘Amper Marokkaanse Vlamingen in het parlement, maar quota zullen niet helpen’

Politiek journalist Jan De Meulemeester (VTM Nieuws) dook in de cijfers die relevant zijn voor het racisme-debat. Over de unieke positie van Zuhal Demir, het belang van de allochtone stem voor PS, het beperkte aantal ‘allochtone parlementairen’ en waarom linkse autochtonen meer doen voor de ‘allochtonenbelangen’ dan rechtse allochtonen.

Vlaamse Marokkanen zijn nauwelijks vertegenwoordigd in onze parlementen. Maar quota zijn geen oplossing, want Nieuwe Vlamingen vertegenwoordigen niet per se allochtonenbelangen. Momenteel lijkt het politieke lot van divers Vlaanderen in handen van de partijen Groen en SP.A.

De verkiezingen van 2014 hebben niet gezorgd voor meer Nieuwe Vlamingen in het Vlaams parlement en de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Op 211 mandatarissen zijn er 11 met niet-Europese roots. Dat was voor 2014 ook het geval. 11: dat is net vijf procent en daarmee een vrij magere vertegenwoordiging van hun aandeel in de Vlaamse samenleving. Vijf parlementsleden hebben een Marokkaanse achtergrond. De mannen zijn ondervertegenwoordigd: 9 van de 11 parlementsleden zijn dames.

Critical mass

In het Vlaams parlement is het aantal parlementsleden met een niet-Europese achtergrond door de laatste verkiezingen gedaald van zes naar vijf. Nu zetelen er Nadia Sminate (N-VA), Güler Turan (SP.A), Yasmine Kherbache (SP.A), Yamila Idrissi (SP.A) en Imade Annouri (Groen). De grote 27-koppige fractie van de CD&V telt geen allochtonen. In de federale Kamer is er een toename van vijf naar zes, met tijdens deze legislatuur Zuhal Demir (N-VA), Nahima Lanjri (CD&V), Veli Yüksel (CD&V), Fatma Pehlivan (SP.A), Meryame Kitir (SP.A) en Meyrem Almaci (Groen). Los van de discussie over de definitie van ‘allochtoon’ en het aantal in Vlaanderen, lijken deze 11 hoe dan ook een vrij bescheiden afvaardiging, een uiterst minimum om tot een ‘critical mass‘ te komen in de parlementen.

Imade Annouri legde de eed als Vlaams parlementslid af in een shirt van de Rode Duivels
Imade Annouri legde de eed als Vlaams parlementslid af in een shirt van de Rode Duivels© Belga

De partij Open VLD – net zoals vanzelfsprekend het Vlaams Belang – vaardigt enkel autochtonen af. De SP.A en Groen zorgen voor het meeste kleur. De enige echte nieuweling is de Antwerpse Annouri (Groen) in het Vlaams parlement, als we Kherbache (SP.A) beschouwen als iemand met een lange politieke staat van dienst via kabinetten.

Er zijn vijf parlementsleden met een Turkse, en vijf met een Marokkaanse familiegeschiedenis. In de Wetstraat wordt al jaren gezegd dat de Turkse gemeenschap zich efficiënter organiseert in de maatschappelijke vertegenwoordiging, en zo ook in de politiek, maar dit cijfer lijkt dat niet te staven. Er zijn weliswaar iets minder Vlaamse Turken dan Marokkanen, dus die laatsten blijven licht ondervertegenwoordigd.

Vooral dames

Nedia Sminate (N-VA) en Meyrame Kitir (SP.A)
Nedia Sminate (N-VA) en Meyrame Kitir (SP.A)© Lies Willaert

Is dit een goede vertegenwoordiging? Het Minderhedenforum riep in VTM Nieuws de Vlaamse partijvoorzitters op bij de lijstvorming voor de verkiezingen van 2014 meer etnisch-culturele minderheden op verkiesbare plaatsen te zetten. Er zijn ondertussen echter niet meer verkozenen dan tijdens vorige legislatuur. Slechts één op de 72 Vlaamse lijsttrekkers bleek trouwens van vreemde herkomst, hetgeen het Minderhedenforum zeer teleurstellend vond.

Wat opvalt is het groot aandeel vrouwelijke parlementsleden. 44,4 procent van de Vlaamse volksvertegenwoordigers is vrouw – overigens een Europees record – maar bij de allochtonen is dat 9 van de 11. Dat kan verklaard worden door het opleidingsniveau: dat ligt in de Noord-Afrikaanse gemeenschap hoger bij meisjes. De ruime vrouwelijke allochtone vertegenwoordiging is ook een internationaal fenomeen: dames zouden als ‘minder bedreigend’ overkomen bij de autochtone middenklasse. Traditionele partijen vinden er ook een dubbel rendement in: iemand die én vrouw is én allochtoon, is goed voor de soms dwingende streefcijfers van de lijstvorming.

‘Allochtonenbelangen’

Vaak wordt geredeneerd dat de volksvertegenwoordiging een afspiegeling moet zijn van de samenleving. In debatten over eventuele quota leidt dat echter tot de klassieke extrapolaties: moeten we na de dames, ook de allochtonen evenredig verankeren, en evenzeer de andersvaliden, de diverse beroepsklassen, verschillende generaties, enzovoort?

Etnisch-culturele minderheden vinden vaak dat ‘allochtonenbelangen’ te weinig aan bod komen. Maar allochtone politici moeten hen vaak duidelijk maken dat ze in de Wetstraat niet de specifieke, soms individuele problemen van hun achterban kunnen oplossen, maar dat ze werken in functie van het algemeen belang.

Meyrame Kitir
Meyrame Kitir© belga

Allochtone parlementsleden zitten daardoor vaak in een gewrongen positie. Ze willen terecht niet teruggeworpen worden op hun buitenlandse achtergrond, maar gaan daardoor soms te hard hun best doen om het er vooral niet over te hebben: ze willen niet de allochtoon zijn, ‘we letten er zelfs bewust op dat het níét zo overkomt’ zegt Meyrame Kitir (SP.A) in Knack. Het leidt tot situaties waarbij ik als journalist inzake diversiteitkwesties in het parlement vrij gemakkelijk reacties sprokkel, behalve bij sommige allochtone politici zelf: ze laten zich van de weeromstuit liever niet op dit topics casten.

Quota zijn niet nodig

Een vertegenwoordiging moet ‘substantieel’ zijn: komen belangen voldoende aan bod? Dat hoeft niet noodzakelijk te gebeuren door rechtstreekse vertegenwoordigers. Een parlement kan het opnemen voor leerkrachten, zonder dat een leerkracht in het parlement zit. Een fractie kan het opnemen voor allochtonen, zonder dat er een allochtoon in de fractie zit.

En dat is een argument tegen quota. Het zijn niet per se allochtonen die de vertegenwoordigers moeten zijn van allochtonen. Uit internationale studies blijkt zelfs dat ‘allochtonenbelangen’ soms beter vertegenwoordigd zijn door linkse politici die autochtoon zijn, dan door allochtone politici die rechts zijn.

De zeldzame rechtse allochtoon

Zuhal Demir
Zuhal Demir© Belga Image

Een interessante masterproef van de Hogeschool Gent (Berrezzeg Yamina, 2012) heeft dat tijdens vorige legislatuur ‘gemeten’ en de conclusie is: ‘wat de substantiële vertegenwoordiging van allochtonen betreft, is het beter om op linkse partijen te stemmen. Uit de analyse is gebleken dat enkel allochtonen uit linkse partijen instaan voor de substantiële vertegenwoordiging van allochtonen.’

Als de PS de allochtone stem verliest, is ze haar machtsbasis in de hoofdstad kwijt

De studie omschrijft eigenlijk de unieke positie van Zuhal Demir (N-VA) in het politieke landschap. Ze fascineert pers en publiek omdat ze een intuïtieve, en dus mediagenieke tegenstelling belichaamt: iemand die allochtoon is en tegelijk rechts en Vlaams-nationalistisch, verbaast nog altijd de gemiddelde Vlaming. Het geeft Demir een zeer evident, ijzersterke USP in het Vlaamse debat, want ‘allochtonenbelangen’ zijn inhoudelijk en electoraal klassiek eigendom van de linkerzijde. Tegelijk is ze een goudhaan voor de Vlaamse Beweging, en zo wordt ze ook bejegend: ze is het levende bewijs dat flamingantisme niet racistisch is, een idee dat ter linkerzijde nog al te hardnekkig leeft.

In Brussel en het Zuiden van het land liggen de politieke diversiteitcijfers veel hoger. Wallonië heeft een oudere migratiegeschiedenis, en in het superdiverse Brussel is ondertussen een unieke, hyperidentiteit ontstaan die de oude referentiekaders heeft afgeworpen. Er zijn nu ook pogingen aan de gang om tegen de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 ‘allochtone’ partijen en lijsten te vormen. De grootste saboteur van die plannen is momenteel de PS van Laurette Onkelinx. Als de Franstalige socialisten de allochtone stem verliezen, zijn ze hun machtsbasis in de hoofdstad kwijt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content