Ingrid Pira (Groen)

‘Als we enkel bos beschermen waar niemand bouwplannen heeft, schiet er binnenkort geen twijgje over’

Ingrid Pira (Groen) Vlaams Parlementslid voor Groen

‘Dat de Vlaamse regering onzacht gestruikeld is over de boskaart, is niet minder dan zorgwekkend. De boskaart was nog maar een eerste stap in de broodnodige betonstop’, schrijven Ingrid Pira en Elisabeth Meuleman (Groen).

Vlaanderen is na Malta de minst bosrijke regio in Europa. Door ondoordachte ruimtelijke planning groeien bovendien meer dan één derde van die bossen op percelen die ingekleurd zijn als woongebied, industriegebied of landbouwgebied. Om die bosrelicten te beschermen besliste Vlaanderen al in 1990 om een ontbossingverbod in te stellen: voortaan kon enkel met een vergunning voor ontbossing bos gerooid worden. Door de jaren heen werd het lijstje met uitzonderingen op dit ontbossingsverbod langer en langer. In de praktijk kreeg een ontbosser met bouw- of andere plannen de facto altijd een vergunning. Op die manier wordt jaar na jaar zo’n 200 ha bos gekapt, ook de meest waardevolle. Een onhoudbare situatie, complexe ecosystemen vervang je niet door snel een paar bomen te planten. Bosecosystemen hebben 100 jaar nodig om zich te ontwikkelen. Dat besef is er al 20 jaar.

‘Als we enkel bos beschermen waar niemand bouwplannen heeft, schiet er binnenkort geen twijgje over’

Als we enkel die bossen willen beschermen waar niemand bouwplannen heeft schiet er binnenkort geen twijgje meer over. De oplossing blijkt minder makkelijk en vergt niet minder dan een paradigmashift in het ruimtelijk beleid: we moeten terug leren dat een planologische bestemming geen absoluut bouwrecht geeft.

Dat het een beschamend schouwspel is tussen meerderheidspartijen, een minister en een minister-president die geacht worden hun debatten binnenskamers te voeren, hoeft geen betoog. Het is gemakkelijk is om in talloze beleidsdocumenten, artikels en radio- en tv-interviews het einde van de betonnering van Vlaanderen aan te kondigen. Maar als het over concrete acties en maatregelen gaat wordt alles plots heel, heel moeilijk. Alle begrip voor de ongerustheid van burgers die hun plannen voor een ‘droomhuis in het groen’ bedreigd zien. De felle reacties op de boskaart toont hoe gevoelig het ligt om te raken aan eigendomsrechten. Het toont ook hoe we langzaam afglijden van een politiek in functie van het algemeen belang naar een politiek in functie van het eigen belang.

Dat de Vlaamse regering onzacht gestruikeld is over de boskaart, is niet minder dan zorgwekkend. De boskaart was nog maar een eerste stap in de broodnodige betonstop. Deze regering heeft de ambitie om tegen 2025 de betonnering van Vlaanderen te halveren. In 2040 wil ze die betonnering zelfs helemaal gestopt hebben en een bebouwde oppervlakte zo groot als de stad Hasselt terug aan de natuur en landbouw geven. Ambitieuze doelstellingen die enkel gerealiseerd kunnen worden door anders te gaan bouwen of net niet te bouwen als op die bouwgronden eeuwenoud bos staat of het risico op overstroming te groot is.

Dat was de moeilijke bevalling van de boskaart: op plaatsen die nu bouwgrond zijn wordt bos beter beschermd. Bouwgrond wordt dus bosgrond.

Hetzelfde geldt voor nog twee andere dossiers : de meer dan 15.000 hectaren onbebouwde overstromingsgebieden en woonuitbreidingsgebieden. Ook die zijn nu bouwgrond en moeten voor het overgrote deel omgezet worden in open ruimte en natuur. Ook daar worden momenteel kaarten voor opgemaakt. Ook die processen lopen traag en stroef. Ook daar zal de kritiek het eigendomsrecht zijn.

Die boodschap is moeilijk verkoopbaar in tijden van verkiezingskoorts. Het minimum dat een overheid moet bieden om het vertrouwen van haar burgers te verdienen is een onwrikbare kaart die stoelt op zeer duidelijke en niet contesteerbare objectieve criteria, een grootschalige communicatie- en participatiecampagne om burgers te overtuigen van de noodzaak en een eerlijke compensatie voor de geleden schade. Geen van die voorwaarden is vervuld. De boskaart was al bij voorbaat gedoemd om te mislukken. De profileringsdrang van N-VA op natuurthema’s in combinatie met de totale onwil van coalitiepartners CD&V en open-VLD om een offensief bosbeleid te voeren heeft een bom gelegd onder het precaire draagvlak voor de betonstop. Dat is de collectieve verantwoordelijkheid van deze Vlaamse regering.

Verstandig groen

N-VA-parlementslid Wilfried Vandaele zwaaide onlangs met een bijl in de plenaire vergadering om minister Schauvliege te dwingen rond snelle beslissingen over de boskaart. Vraag in de eerste plaats is hoe groen de hele NVA – op een paar parlementsleden na – is als haar minister-president diezelfde boskaart de vuilbak in gooit. Verder is het ook de vraag of de N-VA-aanpak-met-de-bijl een verstandige aanpak is. Neen dus. Ons voorstel : 1. Maak een kwalitatieve lijst van te beschermen bossen en woonuitbreidings- en overstromingsgebied die niet bebouwd mogen worden. En 2 : vaardig tot het beleid helemaal rond is – inclusief de vergoeding van eigenaars van een bouwgrond – een tijdelijk bouwmoratorium op deze gebieden uit, zodat er intussen geen “rush” komt op onbebouwd gebied.

Enkel met een verstandig groene aanpak kom je er. In zo’n beleid is duurzaam een essentiële voorwaarde en geen groene strik rond een beslissing. Dat vergt visie, dat vergt draagvlak, dat vergt tijd en inspanningen. En ook wat collegialiteit. Laat dat misschien een begin zijn van een duurzaam, verstandig groen beleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content