“Als Oivo al blijft bestaan, dan toch geen onderzoek meer”

(Belga) Federaal minister van Consumentenzaken Johan Vande Lanotte (sp.a) overweegt om het verbruikerscentrum Oivo op te doeken. Een en ander hangt af van de hervorming van de federale ombudsdiensten. Maar “als het al blijft bestaan”, dan zou Oivo zich in elk geval niet meer mogen wagen aan wetenschappelijk onderzoek, zo zei Vande Lanotte in de Kamer, na kritiek op de kwaliteit van de Oivo-studies.

Het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties ontsloeg vorige maand zijn directeur, nadat die enkele kritische audits had geminimaliseerd. Zo was uit een doorlichting onder meer gebleken dat de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek van Oivo sterk te wensen overliet. “Het rapport is kritisch, maar niet vernietigend”, verduidelijkte Vande Lanotte maandag op vragen van CD&V’er Stefaan Vercamer. “Volgens mij heeft het Oivo wat te hoog gegrepen, te veel willen publiceren en te veel willen onderzoeken. Het gevolg is dat de kwaliteit daaronder te lijden heeft gehad.” Met een budget van 1,7 miljoen euro kan het Oivo simpelweg niet alle onderzoeken doen die het zou willen doen. Maar de minister vraagt zich ook af of het Oivo überhaupt nog een toekomst heeft. Voor hem hangt dat samen met de discussie over de federale ombudsmannen, die eveneens ter discussie staan. “Als we in kader van de hervorming kunnen komen tot een federaal instituut voor de consument, dan meen ik dat wij in dat kader moeten bekijken wie de diverse functies zal uitoefenen”, aldus nog Vande Lanotte. “Het is nog maar de vraag of die moeten worden waargenomen door een afzonderlijk instituut dan wel door een geïntegreerde dienst.” (KAV)