‘Homans hecht weinig belang aan diversiteit en gelijke kansen’

ALONA LYUBAYEVA 'Ik had niet het gevoel dat ik een conflict had met minister Homans, we zagen elkaar nooit. Ze wilde mij niet ontvangen en was onbereikbaar.' © DIETER TELEMANS

‘Mijn functieprofiel zei: “Wees kritisch.” Mijn minister zei: “Zwijg!” Zo legt Alona Lyubayeva haar ontslag als Vlaams diversiteitsambtenaar uit. ‘Liesbeth Homans heeft vanaf dag één gedacht: wat zit die trut hier te doen, ik heb helemaal geen diversiteitsambtenaar nodig.’

Ze herinnert het zich nog goed. In de vacature voor de Vlaamse diversiteitsambtenaar stond destijds te lezen dat het om een onafhankelijke functie binnen de Vlaamse overheid ging, en dat de geschikte kandidaat moest beschikken over ‘de leiderschapskwaliteiten om ook bij weerstand op een constructieve wijze de juiste richting aan te houden’. De uit Oekraïne afkomstige Alona Lyubayeva beschouwde het als haar taak om de Vlaamse regering bij de les te houden. Als het nodig was, zou ze er bij de regering op blijven aandringen dat de doelstellingen over diversiteit onder het Vlaamse overheidspersoneel geen dode letter blijven. Het lef dat ze daarbij aan de dag legde, grensde soms aan roekeloosheid, maar Lyubayeva liet zich niet afschrikken. ‘In mijn functieprofiel stond dat ik kritisch en onafhankelijk moest zijn. Dat was mijn leidraad.’

Lyubayeva vindt dat ze gewoon heeft gedaan wat ze moest doen. Vlaams viceminister-president en minister van Bestuurszaken Liesbeth Homans (N-VA), aan wie ze rechtstreeks verantwoording moest afleggen, zag dat helemaal anders. Ze stuurde de diversiteitsambtenaar vorige week wandelen – naar eigen zeggen niet alleen wegens haar vrijpostige communicatie maar ook en vooral omdat Lyubayeva in haar functie zou hebben tekortgeschoten. Verdere toelichting wil de minister noch haar kabinet geven, behalve dat er zo snel mogelijk een nieuwe diversiteitsambtenaar moet komen.

Tegenover Knack fileert Lyubayeva in haar typische cool de in haar ogen ‘flinterdunne’ bewijslast waarmee de minister haar monddood heeft gemaakt.

Wat zijn nu de officiële redenen voor uw ontslag?

ALONA LYUBAYEVA: Volgens de minister heb ik me niet loyaal opgesteld en heb ik zo de deontologische code van de Vlaamse administratie aan mijn laars gelapt. Ze beweert ook dat ik mijn deadlines niet haalde. Dat gaat dan vooral over het Integratiepact. Maar de waarheid is dat het kabinet-Homans het Integratiepact zelf heeft laten aanmodderen en dat vervolgens in mijn schoenen heeft geschoven. Ik heb die deadline uiteindelijk met twee dagen vertraging gehaald, dat klopt, maar het ging om een dossier dat een jaar had stilgelegen en dat ik in sneltempo heb moeten herschrijven, tussen alle andere zware dossiers door en zonder personeel.

Een drogreden dus, zegt u?

LYUBAYEVA: Zeker. De opbouw naar mijn ontslag is interessant. In 2014 kreeg ik nog een schitterende evaluatie. In 2015 heb ik een paar keer in de media kritiek geuit. Het kabinet van minister Homans heeft mij toen schriftelijk op de vingers getikt. Maar ik ben blijven communiceren over mijn bevoegdheden, bijvoorbeeld over het tekort aan vrouwelijke topambtenaren. Mijn beoordeling in 2015 luidde: ‘voldoet grotendeels aan e verwachtingen’. De enige opmerking ging over mijn perscommunicatie. Begin 2016 heb ik een aangetekende brief gekregen waarin stond dat ik mijn communicatie, zowel in de pers als op de sociale media, voortaan vooraf met het kabinet moest bespreken. Het kabinet struikelde ook over het feit dat ik als diversiteitsambtenaar de tweet ‘niet alle moslims zijn terroristen, net zoals niet alle Vlamingen racisten zijn’ heb geliket. Dat had ik niet mogen doen, vonden ze.

Waarom niet?

LYUBAYEVA: Opnieuw vanwege de deontologische code van de Vlaamse administratie. Wat compleet krankzinnig is. Die tweet is geen belediging, geen bedreiging, geen laster of eerroof, geen aanzet tot haat of discriminatie. Maar het staat wel zomaar in mijn eindrapport. Kijk, ik moest onafhankelijk zijn, maar ik had het minst beschermde statuut van heel de Vlaamse administratie. Strikt genomen hoefde de minister zelfs geen evaluatie te maken of een reden op te geven voor mijn ontslag. Toegegeven: dat wist ze zelf ook niet, hoor.

Hebt u zichzelf de das niet omgedaan door na de geruchten over uw nakende ontslag in De Afspraak over minister Liesbeth Homans te zeggen dat ze niet tegen kritiek kan en niet weet waarover ze het heeft, en de vergelijking te maken met de ’totalitaire staat’ waarin u bent opgegroeid?

LYUBAYEVA: Het is té gemakkelijk om iemand zoals ik, die nauwelijks bescherming geniet, te ontslaan en daar dan zomaar mee weg te komen. Ik vind dat onethisch en gevaarlijk. Als ik dan toch moet gaan, dan liever met wat lawaai. Ik was kritisch, maar wel binnen de contouren van mijn opdracht. En toch heeft Homans een negatief evaluatiedossier tegen mij samengesteld, waarin ze mij met de grond gelijk maakt. En dan zou ik moeten zwijgen? Ik had bovendien een heel sterke troef in handen: in mijn functieprofiel stond expliciet dat ik kritisch en onafhankelijk moest zijn. Ik heb altijd geprobeerd om het over feiten en niet over personen te hebben. Beledigen en schelden is uit den boze. Maar op grond van mijn bevoegdheden als diversiteitsambtenaar mag en moet ik de regering aanmanen om bepaalde maatregelen in overweging te nemen of op sommige vlakken een versnelling hoger te schakelen, zonder dat ik daarvoor word gestraft. Het was als diversiteitsambtenaar niet mijn taak om de minister naar de mond praten.

Had u het gevoel dat dit wel van u werd verwacht?

LYUBAYEVA: Dat was in elk geval het spanningsveld waarin ik me bevond. Mijn functieprofiel zei: ‘Wees kritisch’. Mijn minister zei: ‘Zwijg’. Mijn loyauteit lag bij mijn functieprofiel en bij wat de regering had beslist, dát was mijn leidraad. Ik was aangenomen om een luis in de pels van de Vlaamse regering te zijn en ik wilde mijn werk goed doen.

Bij het eindrapport voor uw ontslag zat ook een begeleidende brief van de minister waarin ze antwoordt op uw kritiek in De Afspraak. Wat stond er in die brief?

LYUBAYEVA: Grosso modo dat ik haar heb beledigd. En dat ze niet akkoord gaat met mijn stelling dat ze mij en mijn team niet kent en dus ook niet kon beoordelen. Ze beweert dat ze mij ‘naar best vermogen’ heeft geëvalueerd. Er staan ook een heleboel cijfers en data in die brief die manifest niet kloppen. Ik had die allemaal kunnen weerleggen tijdens mijn verhoor door de Vlaamse regering, voorafgaand aan mijn ontslag. Maar ik wist toen niet van het bestaan van die brief af, noch van de argumenten die erin naar voren werden gebracht. Door zo’n brief zonder mijn medeweten aan mijn evaluatieverslag toe te voegen, heeft Liesbeth Homans wat mij betreft het eindrapport nog eenzijdig proberen te kleuren, zonder dat ik mij daartegen kon verdedigen. De machtigste wint, zo eenvoudig is het. Het maakt niet uit wie gelijk heeft. Binnen de Vlaamse administratie is er geen enkele instantie die mijn argumenten en bewijzen in overweging kan nemen. De minister is alleenheerser in deze procedure, ze doet wat ze wil.

Volgens minister Homans functioneerde u gewoon niet naar behoren.

LYUBAYEVA: Dat klopt niet en dat is ook mijn voornaamste kritiek op het eindrapport op grond waarvan ik ben ontslagen. Mijn doelstellingen en resultaten komen daarin helemaal niet ter sprake. Ze tellen gewoon niet mee. Heel jammer, want ik heb jaar na jaar alles uitgevoerd wat gepland was, ondanks een tekort aan middelen en personeel.

Maar had u uit loyauteit tegenover uw werkgever en de bevoegde minister uw kritiek niet intern moeten uiten?

LYUBAYEVA: Dat heb ik ook gedaan, maar wat kun je doen als de minister niet luistert? Ik heb uiteraard ook haar kabinet aangesproken, maar ook daar werd niet geluisterd. Het feit dat ik communiceerde in de pers en op de sociale media is mij niet in dank afgenomen. Maar er was geen inhoudelijke kritiek. Wel vond minister Homans dat ik bepaalde dingen niet had mogen zeggen.

Zoals?

LYUBAYEVA: Ik had bijvoorbeeld geen publiek standpunt mogen innemen in het dossier van de nationaliteitsvoorwaarde. Dat is trouwens een heel interessante kwestie. Volgens de Grondwet moet je voor een baan bij de overheid de Belgische nationaliteit of die van een van de EER-staten (de Europese Economische Ruimte, nvdr.) hebben. In 2008 vroeg de Vlaamse regering om de nationaliteitsvoorwaarde op te heffen, maar alleen voor mensen met een tijdelijk arbeidscontract. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Brusselse regering, die ervoor koos om haar administratie open te stellen voor mensen van buiten de EER. Ik vind dat de Vlaamse regering hetzelfde had moeten doen, met uitzondering voor bijvoorbeeld het topkader of andere strategische functies. Die nationaliteitsvoorwaarde is namelijk discriminerend. Schoonmaaksters met een buitenlandse nationaliteit kunnen nooit vastbenoemd worden. Het gevolg is dat je mensen met een migratieachtergrond in precaire statuten duwt. Denk ook aan de consequenties van de brexit. Bij de Vlaamse overheid werken mensen met de Britse nationaliteit. Die komen over een paar jaar gegarandeerd in de problemen. Ik vond het mijn plicht om daarvoor te waarschuwen. Volgens een boze minister Homans zet ik daarmee aan tot het niet naleven van de Grondwet. Maar voor mij is dit een fundamentele kwestie, die tot de kern van mijn bevoegdheden behoorde.

Was dat de eerste keer dat er een haar in de boter zat met de minister?

LYUBAYEVA: Het was van meet af aan moeilijk. Eigenlijk denk ik dat Homans vanaf dag één heeft gedacht: wat zit die trut hier te doen? Ik heb helemaal geen diversiteitsambtenaar nodig, ik regel die dingen allemaal wel via het Vlaamse HR-expertisecentrum.

Minister Homans vindt de functie van diversiteitsambtenaar volgens u overbodig?

LYUBAYEVA: Ze snapt het concept niet. En daar komt hoogstwaarschijnlijk nog bij dat ze slecht kan omgaan met kritiek. Ze heeft het bijzonder moeilijk met het feit dat mensen van mening kunnen verschillen. Kijk, op voorstel van minister Homans heeft de Vlaamse regering mijn diversiteitsplannen, die ik drie jaar op rij heb geschreven, telkens ongewijzigd goedgekeurd. Die nota’s bevatten ambitieuze streefcijfers op het gebied van vrouwen, mensen met een migratieachtergrond en mensen met een handicap binnen de Vlaamse administratie. Heel de regering heeft zich daarachter geschaard. Maar vervolgens moest ik die plannen gaan uitvoeren en dat lukte niet. Ik stuitte op structurele drempels, die op een hoger niveau moesten worden aangepakt. Je kunt wel tegen de Vlaamse overheid zeggen ‘neem zo veel mogelijk mensen met een migratieachtergrond en met een handicap aan’, maar daar komt niets van in huis zonder een aantal structurele maatregelen. Ik denk daarbij aan de nationaliteitsvoorwaarde, maar ook aan de diplomavoorwaarden, de taalexamens of aan redelijke aanpassingen voor mensen met een handicap.

Voelde u op al die vlakken weerstand?

LYUBAYEVA: Ik voelde vooral een totaal gebrek aan interesse. In tegenstelling tot haar beleidsnota hecht minister Homans weinig belang aan diversiteit en gelijke kansen. Ze doet alleen wat strikt noodzakelijk is: streefcijfers vastleggen. Maar neem nu een andere belangrijke reden voor mijn ontslag: een kritisch interview in december 2016 over het tekort aan vrouwen aan de top van de Vlaamse administratie. Dat was volgens minister Homans het toppunt van disloyauteit. Daarover zei de minister zelf in een interview dat het streefcijfer van 40 procent vrouwen bij Vlaamse topambtenaren eigenlijk een zaak was voor haar opvolger. Terwijl ze het in de regering mee heeft goedgekeurd en er bovendien heel wat competente vrouwelijke kandidaten aan de selectieprocedure voor de topfuncties hadden deelgenomen. Maar ik kan als diversiteitsambtenaar de keuzes van de minister niet beïnvloeden. Ik ben niet betrokken bij de selecties en bovendien weet iedereen dat het vaak om politieke benoemingen gaat. Ik kan dus alleen maar sensibiliseren, en dat heb ik ook gedaan. Dankzij onze campagne waren er in 2016 meer vrouwelijke kandidaten dan in 2015.

Maar u had geen enkele vinger in de pap bij de selectieprocedures voor nieuwe personeelsleden?

LYUBAYEVA: Nee, terwijl in veel organisaties de diversiteitsambtenaar wel deelneemt aan de selectie. In heel wat bedrijven, maar bijvoorbeeld ook bij de KU Leuven, buigen specialisten zich over de genderafwijking in de selectieprocedure. We weten heel goed hoe die mechanismen werken. Maar de Vlaamse overheid past die kennis niet toe in haar eigen werking.

Hebt u wel genoeg moeite gedaan om tot een goede samenwerking met minister Homans te komen?

LYUBAYEVA: Ik denk van wel. Maar ik had ook niet het gevoel dat er een conflict was tussen ons, we zagen elkaar nooit. De minister wilde mij niet ontvangen en was onbereikbaar. Ik had met minister Homans geen relatie. Dat is iets anders dan een slechte relatie. Ik heb minister-president Geert Bourgeois (N-VA) veel meer gezien dan Liesbeth Homans. De temperatuur meten deed ik via haar kranteninterviews of door haar antwoorden op parlementaire vragen te bekijken. ‘Oei, wat heeft ze nu weer gezegd, ga ik daarmee rekening houden of niet?’ (lacht)

De manieren waarop jullie het concept diversiteit invullen, lijken ook haaks op elkaar te staan.

LYUBAYEVA: Dat ligt inderdaad zeer ver uit elkaar. Ik vraag me af of iemand met de visie van mevrouw Homans überhaupt Gelijke Kansen in haar portefeuille kan hebben. Gelijkekansenbeleid vertrekt vanuit de vaststelling dat in de samenleving correcties moeten gebeuren ten voordele van een aantal mensen en groepen. Als je dat uitgangspunt niet aanvaardt, kun je geen minister van Gelijke Kansen zijn. Ik zou het eervol vinden als minister Homans zou zeggen: ik sta daar niet achter, ik neem een andere bevoegdheid. De bewering dat het de eigen schuld is van arme mensen dat ze arm zijn, is volledig tegengesteld aan het idee dat de overheid moet bijsturen en dat bepaalde mensen een duwtje in de rug verdienen. Dat is het fundamentele probleem met minister Homans: zij gelooft helemaal niet in de noodzaak van zulke correcties. Overigens is dat geen algemeen N-VA-standpunt.

Minister-president Geert Bourgeois lijkt op dat gebied een andere visie aan te hangen dan Liesbeth Homans?

LYUBAYEVA: Zeker weten. Kijk, je mag als politica natuurlijk alle opinies van de wereld hebben. Maar als je minister van Gelijke Kansen bent en je draagt dat niet uit, is het ook niet verwonderlijk dat je met de diversiteitsambtenaar botst. Als Homans zegt dat ‘racisme relatief is’, dan vind ik dat vanuit mijn functie heel moeilijk te aanvaarden. Hoe mensen individueel racisme ervaren, mag misschien relatief heten. Maar de uitsluiting zelf is niet relatief. Die is uitvoerig onderzocht en gedocumenteerd.

Volgens een lek in De Morgen zou een aantal van uw medewerkers over u hebben geklaagd bij de vertrouwenspersoon van uw dienst. Klopt dat?

LYUBAYEVA:(zucht) Ik ben geëvalueerd in 2014, 2015 en 2016. De evaluaties van mijn medewerkers waren altijd goed tot positief. Er zijn geen klachten geweest. Als sommige mensen niet gelukkig waren over mij en mijn managementstijl had ik dat toch moeten terugvinden in mijn evaluatierapporten? Maar als leidinggevende word je niet op de hoogte gebracht zolang er geen officiële klacht is. Ik schrok me dus een ongeluk toen ik dat in de krant las. Weet u, bij het aantreden van Liesbeth Homans is mijn dienst grondig gereorganiseerd. Sommige medewerkers, zeker degenen met een tijdelijk contract, werden daardoor onzeker en zijn naar de vertrouwenspersoon gegaan, wat heel normaal is. Die medewerkers voelden zich vorige week, toen ze zagen hoe die informatie is misbruikt, verontwaardigd en schuldig.

Hoe komt die informatie dan in de krant?

LYUBAYEVA: Dat laat ik aan uw verbeelding over, maar het was absoluut een beschadigingsoperatie.

Bent u zelf eigenlijk het resultaat van een geslaagd diversiteitsbeleid of bent u net het bewijs dat zo’n beleid strikt genomen niet nodig is?

LYUBAYEVA: Ik ben er op eigen kracht en zonder enige beleidssteun geraakt, maar ik besef ook dat maar heel weinig mensen dat kunnen. Ik geef nooit op, ik ben een overlever. Slechts een paar procent van de mensen zijn overlevers. Een recent en boeiend rapport van de Koning Boudewijnstichting gaat over zelfdiscriminatie. Daarin wordt beschreven hoe mensen die herhaaldelijk met discriminatie worden geconfronteerd op den duur zichzelf gaan uitsluiten. Ze gaan niet meer solliciteren of verder studeren, want het heeft volgens hen toch geen zin. Ik heb een ander karakter. Ik ben net ontslagen, mijn reputatie is vakkundig om zeep geholpen, maar ik denk bij mezelf: een paar weken vakantie en dan weer verder. Ik verwacht niet dat iedereen op dezelfde manier met tegenslag omgaat.

Hebt u vaak racisme ondervonden in Vlaanderen?

LYUBAYEVA: Toch wel. De laatste weken ben ik ook onwaarschijnlijk uitgescholden op de sociale media. Zulke zaken zijn heel schadelijk voor de toekomst van deze samenleving. Vlamingen beseffen onvoldoende wat het doet met mensen, of ze nu een migratieachtergrond of een handicap hebben, om niet aanvaard en uitgesloten te worden. Dan creëer je een verdeelde samenleving.

Vlaams N-VA-parlementslid Annick De Ridder vond het nodig om u op de vingers te tikken voor een taalfout in een van uw tweets.

LYUBAYEVA: Het ging om een tweet waarin ik op het laatst het woord ‘ontslag’ had vervangen door ‘ontslagprocedure’, maar ik was vergeten het lidwoord aan te passen. Ik zag het meteen toen de tweet was vertrokken, maar toen was het al te laat en stond er dus ‘het procedure.’ Waarop Annick De Ridder op Twitter reageerde met ‘PS: de ontslagprocedure’. Kritiek op mijn Nederlands is iets wat ik constant meemaak. Ik vrees ook dat ik nooit helemaal perfect Nederlands zal spreken en schrijven, want qua taalverwerving stuit je op een gegeven moment toch op een grens.

Uw Nederlands is nagenoeg perfect, maar wat vond u van de reactie van Annick De Ridder?

LYUBAYEVA: Beneden alle peil, zeker voor een Vlaams Parlementslid. Ik zou sowieso nooit ofte nimmer iemand op die manier terechtwijzen. Verschrikkelijk is het, en eigenlijk voldoende reden om naar Unia te stappen. Je geeft er ook een rotboodschap mee aan mensen die grote moeite doen om zich in Vlaanderen te integreren. Onderzoek laat zien dat migranten doorgaans extra hard hun best doen. Ze proberen beter te presteren dan gemiddeld. Maar op een bepaald moment hebben ze er genoeg van. Ze zijn het beu om steeds weer op hun migratieachtergrond te worden afgerekend. Net zoals ik, die hier al twintig jaar woon en de Belgische nationaliteit heb. Ik heb België gekozen omdat ik dacht dat de tolerantiegraad hier hoog was. Maar zelfs ik – blank, blond en hoogopgeleid – krijg ervan langs.

Gaat u uw ontslag nu juridisch aanvechten?

LYUBAYEVA: Absoluut en ik hoop dat proces ook te winnen. Het rapport van minister Homans is flinterdun en vederlicht. Ik heb geen zware feiten gepleegd en geen zware professionele fouten gemaakt. Maar goed, daar koop ik niets mee, behalve eerherstel.

Vorige vrijdag stuurde Unia zijn juriste en schrijfster Rachida Lamrabet ook de laan uit nadat ze zich in een interview met Knack in eigen naam tegen het boerkaverbod had uitgesproken. Ziet u een patroon?

LYUBAYEVA: Je kunt in elk geval zeggen dat politieke correctheid niet iets van het verleden is. Alleen heeft die politieke correctheid vandaag, onder invloed van nieuwe politieke machthebbers, een andere invulling gekregen. Die machthebbers verwachten dat iedereen die voor de overheid werkt, zich conformeert. Voor velen onder ons wringt dat, omdat het op gespannen voet staat met onze opvattingen over vrije meningsuiting, mensenrechten en de democratische rechtstaat. Hoewel ik de standpunten van Rachida Lamrabet niet deel, zie ik wel dat mensen met een mening, zoals Rachida en ikzelf, in zo’n klimaat moeilijk kunnen functioneren.

Door JEROEN DE PRETER en HAN RENARD, foto’s DIETER TELEMANS

‘Ik vraag me af of iemand met de visie van mevrouw Homans überhaupt Gelijke Kansen in haar portefeuille kan hebben.’

‘Ik ben net ontslagen, mijn reputatie is om zeep geholpen, maar ik denk bij mezelf: een paar weken vakantie en dan weer verder. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content