In 2012 stapten 102 mensen uit het leven door zich voor een trein te werpen. Dat is een stijging van 15 procent in vergelijking met 2011. Dat blijkt uit cijfers van Infrabel.
Hoewel het totale aantal zelfdodingen afneemt, neemt het aantal zelfdodingen aan een spoorweg wel toe. Vorig jaar waren er 102 zelfdodingen op het spoor en 98 pogingen daartoe. Dat is 15 procent meer dan het jaar ervoor, toen er 101 zelfdodingen en 73 pogingen waren. In vergelijking met 2010 waren in 2012 zelfs 40 procent meer wanhoopsdaden aan het spoor.
Bij spoorinfrastructuurbeheerder zijn er werkgroepen die zich buigen over de problematiek. Daarnaast wil de beheerder actief samenwerken met verenigingen die gespecialiseerd zijn in de problematiek.
75.500 minuten vertraging
De beheerder verwijdert planten aan de kant van de overweg om de zichtbaarheid van de treinbestuurders te verbeteren. Volgens onderzoek wordt 70 procent van de zelfdodingspogingen afgeblazen omdat er een hindernis zich opstelde. Daarom besliste Infrabel ook om meer afsluitingen te plaatsen aan gevoelige punten.
Elke zelfdoding op het spoor zorgt gemiddeld voor een blokkering van de sporen van 2 uur. Op jaarbasis betekent dat vertragingen van meer dan 75.500 minuten of 1.258 uren. Daarnaast werden in 2012 1.561 treinen afgelast.
Het meeste aantal zelfdodingen vond plaats in Vlaanderen, en dan vooral in West-Vlaanderen. 66 procent van alle zelfdodingen vond plaats op het net in Vlaanderen. In Wallonië was dat 25 procent en 9 procent van de gevallen werd in Brussel geregistreerd. (EA)
