Aanslag Joods Museum: medeverdachte vraagt vrijlating

Bloemen voor de slachtoffers van de schietpartij aan het Joods Museum in Brussel. © Reuters

Nacer Bendrer, de man die in verdenking is gesteld als medeverdachte in de aanslag op het Joods Museum in Brussel, ontkent elke betrokkenheid. Dat meldt zijn advocaat, Thomas Descamps, die de Brusselse raadkamer om de vrijlating van zijn cliënt zal vragen.

De 26-jarige Nacer Bendrer werd op 9 december opgepakt in Ceyreste, op een 30-tal kilometer van Marseille. De Franse politie vond in zijn woning twee automatische pistolen, een jachtgeweer, een lader en munitie maar ook en vooral een automatisch geweer van het type kalasjnikov, dat opvallend veel gelijkenissen zou vertonen met het wapen dat Mehdi Nemmouche gebruikte bij de aanslag op het Joods Museum op 24 mei 2014. Bij die aanslag kwamen vier mensen om het leven.

Bendrer verbleef tussen 2008 en 2010 in dezelfde gevangenis als Nemmouche, in Salon-de-Provence. In die periode zou een groep gedetineerden in die gevangenis zich bekeerd hebben tot een radicaal-religieuze stroming en Nemmouche en Bendrer zouden de meest actieve leden van die groep geweest zijn.

Contacten

Bendrer minimaliseert dat verhaal maar uit het onderzoek zou wel blijken hij en Nemmouche na hun hechtenis en in de weken voor de aanslag contact hielden. Nemmouche zou Bendrer begin april 2014 vanuit Brussel gebeld hebben, waarna Bendrer naar Brussel zou gereisd zijn. Twee weken later zou Nemmouche dan op zijn beurt naar Marseille gereisd zijn.

Ook na de aanslag reisde Nemmouche terug naar Marseille, waar hij op 30 mei werd opgepakt. “Mijn cliënt heeft niets met de aanslag te maken en we hebben er het volste vertrouwen in dat we dat vrijdag ook zullen kunnen aantonen”, zegt zijn advocaat, Thomas Descamps, die Bendrer samen verdedigt met de Franse strafpleiter Julien Blot.

(Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content