800 daders en duizenden slachtoffers in Nederlandse roomskatholieke kerk

(Belga) In Nederland heeft de onafhankelijke onderzoekscommissie-Deetman naar kindermisbruik binnen de roomskatholieke kerk ongeveer 800 misbruikdaders kunnen identificeren, zo blijkt uit het vrijgegeven grootschalig rapport.

De commissie kreeg ruim 2.000 meldingen, waarvan bijna 1.800 over seksueel misbruik gingen. De daders die de commissie wist te herleiden waren of zijn werkzaam in bisdommen, congregaties en ordes. Ten minste 105 van hen leven nog. Hoeveel er nog in functie zijn, kon de commissie niet zeggen. Zij schat dat tussen 1945 en 1981 tussen de 10.000 en 20.000 minderjarigen in katholieke internaten, kindertehuizen, kostscholen en weeshuizen het slachtoffer zijn geworden van misbruik. Enkele duizenden van hen zouden zwaar seksueel zijn misbruikt, zo meldde de publieke omroep NOS uit het rapport. De kans op ongewenste seksuele benadering was voor minderjarigen in een instelling twee keer zo groot als het landelijk gemiddelde van 9,7 procent. Roomskatholieke ordes, congregaties en bisdommen wisten van het misbruik. Aandacht voor slachtoffers en een toereikende reactie bleef uit doordat de Nederlandse kerkprovincie slecht georganiseerd en gesloten is. Bovendien wilde de kerk schandaalvorming voorkomen. Daarom cultiveerde de kerk van Rome tot de jaren zestig een noodzaak van samenhorigheid en eendracht en een taboe op seksualiteit. Het verplichte celibaat is geen cruciale factor, maar vergroot wel het risico op seksueel misbruik, aldus de commissie. Die verplichting maakt onder meer priesters kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag. De commissie denkt dat diegenen die, vaak in hun tienerjaren, besloten priester te worden niet voldoende beseften waar ze aan begonnen. (MVL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content