5 vragen over justitie: ‘Niemand komt zomaar vervroegd vrij’

© iStock
Simon Demeulemeester

De regering-Michel wil dat gevangenen minstens de helft van hun gevangenisstraf uitzitten. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid, zegt Jo Demuynck, waarnemend regionaal directeur van het gevangeniswezen.

1. Welke evolutie maakte de voorwaardelijke invrijheidstelling al door?

De wet-Lejeune uit 1888 bepaalde dat je onder voorwaarden na een derde van je straf kon vrijkomen, als recidivist na twee derde. Die wet werd verstrengd nadat bleek dat Marc Dutroux zo was vrijgekomen. In 2006 werd hij afgeschaft door de invoering van de strafuitvoeringsrechtbanken: niet langer de minister besliste, maar een rechter.

Jo Demuynck: 'Wie de voorwaarden schendt, moet opnieuw naar de gevangenis, mét een verzwaarde straf.'
Jo Demuynck: ‘Wie de voorwaarden schendt, moet opnieuw naar de gevangenis, mét een verzwaarde straf.’

2. Wat wil de regering nu wijzigen?

Het voorstel is dat iedereen minstens de helft van zijn straf uitzit. Dus geen onderscheid meer tussen recidivisten en wie voor het eerst veroordeeld is. In de praktijk zaten veroordeelden wel al langer dan dat in de cel voor ze vervroegd vrijkwamen. Het is immers geen automatisme: het duurt even voor de strafuitvoeringsrechtbank het dossier helemaal rond heeft. De regering wil de rechter ook toelaten een ‘veiligheidsperiode’ in te bouwen. Die mag zware misdadigers pas na twee derde van hun straf in aanmerking laten komen voor vervroegde vrijlating. De minimaal uit te zitten straf kan dus verlengd worden tot twee derde. Daarna pas zal de strafuitvoeringsrechtbank zich erover buigen.

3. Is dit een goede hervorming?

Ze komt tegemoet aan het rechtvaardigheidsgevoel, en ze vergroot de rechtszekerheid en de duidelijkheid: iedereen de helft is eenvoudiger uit te leggen dan deze een derde en een andere twee derde.

4. Is vervroegde vrijlating rechtvaardig?

Dit principe wordt in ieder geval in veel landen toegepast en wordt, ik herhaal, niet automatisch toegekend: er zijn voorwaarden aan gekoppeld. Die fungeren als stok achter de deur: wie ze schendt, moet opnieuw naar de gevangenis, mét een verzwaarde straf. Bovendien wordt er begeleiding aan gekoppeld, wat de kansen op re-integratie bevordert. Wie de straf helemaal uitzit, is wat dat betreft beter af: die moet aan geen voorwaarden meer voldoen.

5. Kunnen mensen die levenslang kregen vervroegd vrijkomen?

In principe wel. Maar aangezien de veroordeelde zo’n zware straf kreeg, zal een strafuitvoeringsrechtbank daar wel twee keer over nadenken. Over een aanpassing hiervan staat alvast niets in de voorstellen van de regering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content