42% van makelaars bereid tot discriminatie: ‘Hoe hoog moet cijfer worden voor overheid werk maakt van antiracismebeleid?’

Jozef De Witte © BELGA
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

Vijf dagen voor de verkiezingen wijst het Interfederaal Gelijkekansencentrum op de verantwoordelijkheden van politici wat racisme betreft. ‘Politici kunnen twee zaken doen: Enerzijds meesurfen op het populaire “anti-migratiediscours.” Anderzijds kan een minister de weg tonen, door een krachtig antiracismebeleid voor te stellen.’

Zullen we het nog maar eens over racisme hebben?, luidt de eerste zin van het jaarverslag 2013 van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. “Ja want raciale discriminatie blijft aanwezig in allerlei domeinen”, zegt directeur Jozef De Witte tijdens een persconferentie. Het debat over racisme raakt volgens het centrum geculturaliseerd. “Uiteraard willen wij ook praten over normen en waarden en over de definitie van racisme. Maar deze discussies mogen niet ten koste gaan van de echte prioriteiten die dringend moeten aangepakt worden: werk, onderwijs en huisvestiging”, aldus De Witte. “Want personen van vreemde origine blijven ondervertegenwoordigd op onze arbeidsmarkt.”

Twee maanden geleden werd het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding omgevormd tot een Interfederaal Gelijkekansencentrum. “Het centrum treedt op als onafhankelijk mechanisme en kan het antiracismebeleid van álle Belgische overheden monitoren”, verduidelijkt Patrick Charlier adjunct-directeur van het Federaal Migratiecentrum. Niets werd aan het toeval overgelaten: “Het woord nationaal ligt nogal gevoelig in de Belgische politieke context, daarom kozen we voor het woord Interfederaal”, klinkt het.

Uit het jaarverslag van het centrum blijkt dat 3.713 nieuwe meldingen van discriminatie binnenkwamen in 2013. Dat zijn er opmerkelijk minder dan in 2012, toen er 4.226 meldingen waren, en in 2011 (4.162 meldingen). Het hoge aantal meldingen tijdens die twee jaar heeft onder meer te maken met een aantal gemediatiseerde zaken zoals Sharia4Belgium. “Want een daling van het aantal meldingen in 2013 staat daarom niet gelijk aan een daling van racisme. De klachten zijn slechts het topje van de ijsberg”, aldus De Witte.

‘Wij verhuren niet aan zwarten’

‘Participatie’ in alledaagse contexten wordt aangehaald als sleutelwoord in de strijd tegen discriminatie . “Een rapport uit 2013 van de socio-economische Monitoring toont de moeilijkheden op de arbeidsmarkt voor mensen met een migratieachtergrond”, zegt Charlier. “De werkgelegenheid bij mannen met een vreemde origine ligt met 54,9 procent, 23,4 procent lager dan bij mannen van Belgische origine. Bij vrouwen is de kloof nog groter: slechts 41 procent werkt. Bovendien valt op dat personen met een migratieachtergrond vooral werkzaam zijn in onzekere of zware jobs.

42% van makelaars bereid tot discriminatie: 'Hoe hoog moet cijfer worden voor overheid werk maakt van antiracismebeleid?'
© Belga

Ook wat huisvestiging betreft treedt discriminatie op in elke fase van het verhuurproces. 42 procent van de vastgoedagenten gaat in op een verzoek om te discrimineren. “Dit cijfer zegt genoeg”, reageert De Witte verontwaardigd. “Dit is een duidelijk bewijs dat een actieplan tegen racisme een prioriteit moet zijn in de volgende regeerakkoorden”, aldus De Witte.

En in het onderwijs zijn het veelal kinderen met een migratieachtergrond die hun jaar moeten overdoen . “Een minister van Onderwijs moet de vraag durven stellen: willen we een streng systeem of een efficiënt?”

Anonieme sollicitatie

De overheid moet volgens het centrum de huidige structuren in vraag durven te stellen om zo het debat over racisme open te gooien. “Eigenlijk weet iedereen dat België het op vlak van discriminatie erg slecht doet, maar de vraag: ‘hoe komt dat?’, wordt zelden gesteld. Een uitdaging voor de volgende politici.”

Maar ook het discours moet volgens De Witte een grondige wijziging ondergaan. “Lees de partijprogramma’s van de verschillende politieke partijen. Een voor een wordt migratie als iets negatiefs neergezet. En ook eerdere bevragingen onder de bevolking toonden aan dat migratie niet al te positief onthaald wordt”, aldus De Witte. “Er zijn twee dingen die een politicus kan doen. Enerzijds kan hij meesurfen op de golf van het populaire discours, wat hem of haar ongetwijfeld een heleboel stemmen oplevert. Anderzijds kan een minister de weg tonen, door een krachtig antiracismebeleid voor te stellen.” Volgens De Witte kiezen te veel politici op dit moment voor het eerste.

Eigenlijk weet iedereen dat België het op vlak van discriminatie erg slecht doet, maar de vraag ‘hoe komt dat?’ wordt zelden gesteld

Jozef De Witte

Om de politiek toch een duwtje in de rug te geven stelt het Interfederaal Gelijkekansencentrum een actieplan voor met zowel representatieve als preventieve elementen. Op de vraag hoe dit concreet in zijn werk kan gaan, haalt De Witte het voorbeeld van een anonieme sollicitatie aan. “Doordat rekruteerders niet op de hoogte zijn van een naam, geslacht of afkomst kunnen ze niet op basis daarvan iemand afkeuren.” Ook de bedrijven die een overheidsaanbesteding krijgen, zouden een verantwoording van hun diversiteitsbeleid kunnen geven.

“Door overleg tussen de verschillende niveaus willen we tot een gezamenlijke strategie komen”. Al voegde Charlier er voorzichtig aan toe “dat respect voor autonomie van de gemeenschappen wordt behouden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content