Walter Pauli

25 mei was voor links de zwaarste nederlaag sinds lang

De SP.A smelt in het tempo van het Noordpoolijs. Te traag om de noodzakelijke onrust op te wekken, maar onherroepelijk genoeg om het politieke ecosysteem finaal te ontwrichten.

Informateur Bart De Wever zoog de voorbije week veel aandacht op, net als de plotse vrees van een aantal bedrijfsleiders dat de vorming van een centrumrechtse coalitie blijkbaar geen automatisme is. En alleen daardoor bleven de linkse partijen uit de zoeker.

Waarom ook niet? Het initiatief ligt nu eenmaal bij rechts, en links is al bij al met niet te veel kleerscheuren voorbij 25 mei geraakt. Politicoloog Dave Sinardet rekende het voor: Vlaanderen telt vandaag meer linkse kiezers en meer linkse zetels dan voor 25 mei. Dat is Sinardets rekenkundige uitleg van de verkiezingen. Maar iets anders is de politieke vertaling ervan.

25 mei was voor links een bittere nederlaag – eigenlijk de zwaarste sinds lang. Links doet er nog amper toe, toch niet in Vlaanderen. De N-VA is natuurlijk de echte winnaar van de verkiezingsdag – zij het dat Bart De Wever beseft dat zijn partij niet genoeg won. En verder heeft vooral centrumrechts standgehouden. De CD&V haalt haar twintig procent (zij het wat amechtig, en alleen voor het Vlaams parlement), en de Open VLD klokt af op vijftien procent, terwijl dat in peilingen van een jaar geleden nipt tien procent was. Dat betekent dat Gwendolyn Rutten in een jaar tijd één derde aan ‘verloren’ Open VLD-kiezers toch kon overtuigen. Een flinke prestatie.

Die steekt schril af tegen de mislukte campagne van de SP.A, en de flauwe excuuscultuur nadien. De SP.A houdt (qua zetels) stand in de Kamer, en verliest één Vlaamse en één Europese zetel. Tegelijk is Groen in de centrumsteden ongeveer even groot geworden. Dat is een spectaculaire ontwikkeling, en ze heeft zich al bij al op korte termijn voltrokken. In 2006 was de SP.A (met triomfen van Patrick Janssens in Antwerpen, Daniël Termont in Gent, Louis Tobback in Leuven, Johan Vande Lanotte in Oostende en Herman Reynders in Hasselt) dé bestuurspartij van de Vlaamse steden. Nu is de N-VA her en der de grootste, en wedijvert de SP.A met Groen om de grootste linkse stedelijke partij. De contouren voor een landelijke rood-groene clash bij de gemeenteraadverkiezingen van 2018 zijn nu al zichtbaar.

Bruno Tobback is intelligent genoeg om te weten dat dit niet goed is. Maar zijn branie om dat falen weg te bluffen is nog groter. Maandagochtend na de verkiezingen legde hij al zijn mandaat op tafel. Maar omdat geen partijgenoot het meteen opraapte, is zijn positie relatief veilig. De malaise die de SP.A treft is natuurlijk ouder en gaat dieper dan het voorlopig vrij nonchalante voorzitterschap van Tobback jr. Maar schokschouderend wennen aan ‘opnieuw een tikje kleiner’ is natuurlijk heil- en zielloos voor zijn eigen partij. De SP.A smelt in het tempo van het Noordpoolijs. Te traag om de noodzakelijke onrust op te wekken, maar onherroepelijk genoeg om het politieke ecosysteem finaal te ontwrichten.

Door het knappe verkiezingsresultaat verkeert Groen in licht triomfantelijke sfeer. Het is Wouter Van Besien gegund: in Kamer en Vlaams Parlement samen vier zetels winnen is een knap resultaat. Maar zolang de groenen geen tien procent halen, doen ze niet echt mee. De Wetstraat beschouwt Groen nog altijd als een vaste bankzitter: de ijverige invaller die altijd klaar zit om door de anderen opgeroepen te worden als men echt niet zonder kan. Dat is op 25 mei amper veranderd. En dat PVDA+ van Peter Mertens weliswaar acht procent van de Antwerpenaren aan zich bond, maar uiteindelijk niet één zetel won, zorgt bij de concurrentie vooral voor opluchting en best wat leedvermaak. Liever een links parlementslid minder dan één van te donkerrode kleur.

Het illustreert hoe kleintjes het ooit zo dominante linkse discours geworden is. Op eigen kracht raakt de SP.A noch Groen in een regering. Maar omdat de kans bestaat dat De Wever faalt, blijft de mogelijkheid open dat ‘de anderen’ nadien bij de SP.A aankloppen. Dus niet meer de eigen electorale sterkte, laat staan de aantrekkingskracht van haar politieke discours, maar loutere rekenkunde zorgt voorlopig voor enige opgeluchtheid in het linkse kamp. Dat heeft stilaan meer te maken met cynisme dan met politiek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content