Jan Nolf

2016 door de ogen van erevrederechter Jan Nolf: ‘Voor wat hapert of faalt, is justitie vandaag de reddingsboei’

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Erevrederechter en justitiewatcher Jan Nolf blikt terug op 2016 en wat er afgelopen jaar allemaal beweegde binnen, rond en over justitie.

In de – terecht vervlogen – tijd dat justitie enkel een zaak van juristen was, vergeleken magistraten, advocaten en notarissen het afgelopen jaar steeds met wijn. Met nauwelijks een dame in de omgeving werd in de walm van een sigaar achterover leunend gespeurd naar de gelijkenissen. Zou het een ‘grand cru’ worden? Hoe smaakte het allemaal?

Het justitiejaar 2016 lijkt op een driftige wijn, met een bittere afdronk.

Justitie is nochtans ‘veel te belangrijk om aan juristen over te laten’. Die oproep is er een tot verantwoord burgerschap en stond al in 2009 te lezen in een interview van Hendrik Vuye – toen nog geen politicus – in De Juristenkrant.

De Witte Mars, het grote kantelmoment van 1996 waarna justitie geen dag meer uit de actualiteit verdween, ligt ondertussen meer dan twintig jaar achter ons. Afgelopen jaar kreeg het debat over justitie een nieuwe, niet alleen letterlijk explosieve dynamiek.

Over alles

Justitie was al een tijdje ‘van iedereen’, maar justitie raakte plots ook alles wat van een land een samenleving maakt, en wat die samenleving verbindt of verdeelt. Het was altijd al zo, maar afgelopen jaar gingen onze ogen open.

Voorbij is de kijk doorheen het sleutelgat. Voorbij is een justitie die enkel ging over doodrijders en moordenaars, echtscheidingen en wanbetalers.

Voor wat hapert of faalt, is justitie vandaag de reddingsboei.

Justitie gaat – eindelijk – over alles: van een opvangplaats voor de zo bitter jong en alleen overleden Jordy, tot een bouwvergunning voor Uplace, of een humanitair visum voor een Syrisch gezin. Justitie raakt ons allemaal, maar hoe gaan we daarmee om?

Iedereen procedeert, want het beleid raakt er niet meer uit. Voor wat hapert of faalt, is justitie vandaag de reddingsboei. Maar net daardoor zitten rechters ook op de schopstoel.

En op het einde van dit jaar ontdekte de grootste regeringspartij van België eindelijk het ‘rechterlijk activisme’. Ontdekken is veel gezegd want het verzet lag al een tijd te smeulen in de Burkeaanse basisfilosofie van Bart De Wever – de tegenpool van de verlichting van Voltaire.

De ‘wereldvreemde rechters’ werden – samen met hun ‘krankzinnige arresten’ – teruggefloten, gemuilkorfd in het hokje van ‘la bouche de la loi’. Rechters kregen de wet als grammofoonplaat en mogen die nog enkel nog afspelen. Dat heeft iets van een kinderlijke kijk op wat het recht is en wat rechters doen. Zo eenvoudig is het niet.

Het beleid van de rechter

Het verbazendste aan het beleid van de rechter blijkt te zijn dat het bestaat. Je hoeft nochtans geen diploma in de rechten op zak te hebben om het populairste boekje over de rol van de rechter gelezen te hebben: 163 eenvoudig geschreven bladzijden lang – en dat zonder voetnoten.

‘Je hoeft nochtans geen diploma in de rechten op zak te hebben om het populairste boekje over de rol van de rechter gelezen te hebben’

Walter Van Gerven schreef ‘Het beleid van de rechter’ in 1973. Zijn besluit is dat ‘de rechter een beleid mag voeren door een waarde, die mogelijk een minderheidswaarde is, boven een andere waarde te verkiezen’. Van Gerven vindt het ‘goed dat af en toe steun wordt gegeven aan tegenideeën, temeer die tegenideeën wel eens zouden kunnen geroepen worden om meerderheidsopvatting te worden’. Gebeurt dat niet, ‘dan is onze democratie een woorden- in plaats van een waardendemocratie die dreigt te ontaarden in een waardendictatuur: één waarde wordt verafgood’.

En jawel, Van Gerven verwijst naar het Hitlerregime – ter herinnering: in 1973. Van Gerven was een jurist met een geheugen dat historici door hun ideologie soms kwijtraken.

Veiligheid

2016 was het jaar dat burgers het ‘ownership’ van justitie opeisten. Justitie is van ons, dus laten we justitie dan ook zelf ‘activeren’. Volgens de ene betekent dat vooral dienstbaarheid – het zorg dragen met een hart. Volgens anderen gaat het vooral over veiligheid en daarin kunnen we niet hard genoeg zijn.

Hoewel onze politiediensten onder de bevoegdheid van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon vallen en niet onder die van minister van Justitie Koen Geens, overspannen de verwachtingen van een activistische justitie de hele brug van de eerste waarnemingen op een politiecamera tot de vrijlating na strafeinde uit de gevangenis.

2016 lag bezaaid met voorbeelden, niet in het minst de aanslagen van 22 maart.

Ik had die dag niet in het land moeten zijn, maar een procedurekalender ergens in het diepe West-Vlaanderen had mijn agenda verschoven. Onze vlucht vanuit Toulouse had die avond vertraging en rond middernacht maakte ik nog de opmerking hoe ontspannen de agenten op de luchthaven van Zaventem waren.

‘Justitie is van ons, dus laten we justitie dan ook zelf ‘activeren’

En waarom ook niet, in Frankrijk ben ik al decennia harde blikken en vragen gewoon en die hebben nauwelijks iets vermeden en al zeker niets opgelost. Ik moet er eens een lijstje van maken, een best of. Zoals die keer toen een douanier op een parking langs de snelweg me vroeg waar ik heen reed. ‘Au nord’. De volgende vraag? Waar ik vandaan kwam. ‘Du sud’ antwoordde ik. Enfin, het liep wel beter af dan met de politieman eind augustus 2015 in Brugge.

Ik gruw van die lentedag zoals iedereen, zoals ik gruw van het bloed van verkeersslachtoffers die ik voor mijn ogen zag sterven, zoals ik gruw van het feit dat we de Bende van Nijvel nog steeds niet hebben kunnen vatten, zoals ik gruw van de moord van de Rode Brigades op de Italiaanse premier Aldo Moro – teruggevonden in de koffer van een rood Renaultje op 9 mei 1978.

In zijn show ‘Tirade’ heeft Stijn Meuris het overigens naar eigen zeggen niét over Moro wanneer hij zijn act brengt over het ontvoeren van een politicus in de koffer van een auto. De ondraaglijke lichtheid van een geheugen.

Maar ik wil het over Ibrahim El Bakraoui hebben, de man die zichzelf in Zaventem opblies. Zijn voorwaardelijke vrijlating na het uitzitten van iets meer dan een derde van zijn straf van tien jaar voor een overval – die toenmalig Brussels burgemeester Freddy Thielemans een ‘fait divers’ noemde – heropende een oud debat.

De Wet-Lejeune die al onder minister Turtelboom verstrengd werd via de Wet-Martin kwam meteen opnieuw onder vuur: ‘Grote druk op Koen Geens en Brusselse strafuitvoeringsrechtbank: waarom liep El Bakraoui in godsnaam vrij rond’ ,blokletterde Newsmonkey even gretig als onwetend. De Brusselse strafrechtbank heeft ‘een kwalijke reputatie’ en ‘opereert bedenkelijk’ luidde het.

‘Maar bij elk nieuwsfeit in verband met ex-gedetineerden hervallen we in steekvlammodus en leggen we de duur bekochte lessen van Dutroux naast ons neer’

El Bakraoui schond inderdaad de opgelegde voorwaarden en verdween bij zijn terugwijzing vanuit Turkije op Schiphol van de radar. Minister van Justitie Geens counterde dat het niet toevallig was dat – na de vrijlating van Dutroux door zijn voorganger Wathelet – de strafuitvoering in handen van onafhankelijke rechters is gegeven en niet langer bij politici ligt.

Daarenboven had de strafuitvoeringsrechtbank vrij snel – in augustus 2015 – de voorwaardelijke invrijheidstelling van El Bakraoui ingetrokken. Alleen heeft het FAST-team (het Fugitive Active Search Team, nvdr) van de federale politie ‘niet veel ijver aan de dag gelegd om hem op te sporen’ – aldus Geens in Terzake op 25 maart 2016.

Je zag toen al meteen een offensief in de media tegen ‘lakse rechters’ ontstaan – net als in 2012 ten tijde van de vrijlating van Michèle Martin.

Maar bij elk nieuwsfeit in verband met ex-gedetineerden hervallen we in steekvlammodus en leggen we de duur bekochte lessen van Dutroux naast ons neer.

Van assisen voor Wesphael in Mons naar de Kasteelmoord.

De plannen van minister van Justitie Geens om assisen tot het minimum te beperken maakten in de loop van 2016 een lichte bocht: eerst zo goed als afschaffen en dan toch deels behouden. Toch is de jury nog lang niet gered, als ik de ‘Krijtlijnen’ van het advies aan de minister lees.

Het slot dat ik schreef voor het boek ‘Moordenaar’ van Bernard Wesphael geeft de lange tijdslijn van het offensief (van hoofdzakelijk parketmagistraten) tegen de jury. Zo lees je in een interview in Knack van de toenmalige voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie: ‘Als ik kan kiezen, haal ik een knappe vrouw binnen en wraak ik een lelijke! (…) De assisenjury zit nu vol huisvrouwen, kuisvrouwen en gepensioneerden. Brood en spelen. Afschaffen dus.’

Het beste weerwerk tegen de eerste plannen van Koen Geens kwam dit jaar niet van assisenpleiters zelf, maar van de jury in Mons. Assisenvoorzitter Morandini zette van bij de eerste zitting de toon: ‘We zoeken geen schuldige, we zoeken de waarheid’.

De vrijspraak van 6 oktober 2016 bewees niet alleen dat er duidelijk een andere uitleg voorhanden was voor de dood van Véronique Pirotton. In de motivering lijstte de jury ook de gaten in het onderzoek op, zoals die pijnlijk aan bod waren gekomen door dat tweede unieke aspect van assisen: het nieuwe onderzoek en de mondelinge confrontaties ter zitting, iets wat Geens nu zou behouden en zelfs uitbreiden.

‘De vrijspraak van Bernard Wesphael leest alvast als een ijzersterk pleidooi voor kwaliteitsjustitie door die durf van democratische tegenspraak’

De vrijspraak van Bernard Wesphael leest alvast als een ijzersterk pleidooi voor kwaliteitsjustitie door die durf van democratische tegenspraak. Meester Platteau zag wellicht zijn kans om de zaak van de Kasteelmoord mee te laten surfen op het elan van Wesphael. In Brugge en Gent werden zelfs bussen ingezet om voor een assisenprocedure te gaan betogen. De inzet is daar nochtans eerder de straftoemeting dan de schuld of onschuld van ‘meneer doktoor’.

Het is ook dan het moment om er aan te herinneren dat Wesphael niet in ‘zijn’ Luik berecht werd, maar (omwille van de taalwetgeving) in Mons. Die ‘delokalisatie’ heeft de sereniteit in het assisenproces Wesphael vast en zeker bevorderd. Een tip voor de ‘verhuis’ van het assisenproces van de Kasteelmoord dus.

De zaak-Jonathan Jacob: vader Jan Jacob eindelijk vrij

2016 bracht een lichtpunt in dit donker dossier. Op 17 oktober werd vader Jan Jacob door de Kamer van Inbeschuldigingsstelling buiten vervolging gesteld voor het (door hem onbetwiste) doorspelen van de lugubere camerabeelden aan de Panorama-journalisten. De ‘bottinekes’ tekenden geen cassatie aan.

De naderhand internationaal gelauwerde VRT-reportage ‘De gestoorde procedure’ leidde februari 2013 tot een storm van verontwaardiging en een nieuw strafonderzoek. Zoals ik in m’n boek ‘De kracht van rechtvaardigheid’ aantoon, bleef het Antwerpse parket-generaal een rechtstreeks onderzoek naar de opdracht omtrent het ‘platspuiten’ echter vermijden. Net daarom bleef de strafzaak een ‘half proces’.

Nadat de beklaagde in 2015 verstek lieten gaan, moest de strafprocedure nog eens overgedaan worden. Op 25 februari 2016 volgden dan de zelfde straffen als bij verstek. Opmerkelijk blijft dat de toenmalige directeur en de psychiater van het ziekenhuis in Boechout zwaarder gestraft werden dan de zeven BBT’ers: werd aan de tinnen soldaatjes van de macht dan toch iets meer vergeven dan aan de medische sector ?

‘Kazachgate zal ook in 2017 nog wel een paar verrassingen in petto hebben’

Ondertussen werd de zaak in november van dit jaar in hoger beroep gepleit. Het was de 26ste zittingsdag in bijna zeven jaar tijd. In afwachting dat de uitspraak daarvan op 1 februari 2017 volgt, is er voor vader Jan Jacob reden voor troost én ongerustheid.

Aan de ene kant roept de militarisering van de politie, vooral in Antwerpen voorop, steeds meer vragen op. Anderzijds putte vader Jan Jacob troost uit een oproep uit wetenschappelijke hoek. In september adviseerde Brenda Froyen de Hoge Gezondheidsraad dat psychiatrie menselijker moest worden. ‘We sturen patiënten te snel naar de isoleercel’ luidde de analyse van prof. Chris Bervoets (UZ Leuven) – met wie Jan Jacob toen meteen een dankbaar gesprek had.

Het jaar van de Afkoopwet en Kazachgate

Met de pas geïnstalleerde onderzoekscommissie – nu onder voorzitterschap van Dirk Van der Maelen (sp.a) – zal Kazachgate ook in 2017 wel nog een paar verrassingen in petto hebben.

Raar hoe de actualiteit verkeren kan. Op 3 februari 2016 was ik de énige toehoorder bij de pleidooien over de Afkoopwet voor het Grondwettelijk Hof. De rechters in blauwe toga gniffelden bij het pleidooi van strafpleiter Joris Van Cauter, doorspekt met soms even hilarische als hallucinante voorbeelden uit het geheime evaluatierapport dat enkel Knack.be gepubliceerd had.

‘Raar hoe de actualiteit verkeren kan. Op 3 februari 2016 was ik de énige toehoorder bij de pleidooien over de Afkoopwet voor het Grondwettelijk Hof’

Het arrest van 2 juni sloeg in als een juridische bom: jawel, de Afkoopwet discrimineerde, vond nu ook het Grondwettelijk Hof want de onpartijdige rechter werd er helemaal buiten spel gezet. Dat was al door Dirk Van Der Maelen, Meyrem Almaci en drie magistratenverenigingen voorspeld toen de Afkoopwet in 2011 als koekoeksei in de programmawet gedropt werd. Het stond ook in het Knack-lijstje als nummer 2 voor de 10 dringendste hervormingen van justitie als inzet voor de verkiezingen van 2014.

Dat dat koekoeksei in 2011 zo snel uitgebroed moest worden, werd duidelijk in 2016, toen de tijdslijn onthuld werd van de deal van het Brusselse parket-generaal met de Oezbeekse miljardair Chodiev, de duur betaalde week- en zondagse tussenkomsten van Armand De Decker en de kalender van Sarkozy voor een helikopterverkoop aan het autoritaire Kazachstan. De Afkoopwet was de wet geworden klassenjustitie, de jokerkaart van de grote fraudeur.

Het arrest van het Grondwettelijk Hof betekende ook het einde van die speeltijd van het parket op de zetel van de rechter. De woede van de mede-auteur van de Afkoopwet, de Antwerpse advocaat-generaal Yves Liégeois – recent in De Standaard – is dan ook niet meer dan logisch. Liégeois roemde zich in het Knack-interview met Kristof Clerix nog als ‘een procedurespecialist die geen halve seconde nodig heeft om te zien waar iets totaal verkeerd gaat.’

‘Helaas mondt elke autocratie vroeg of laat uit in een kleptocratie’

In datzelfde interview ontkende hij het bestaan van de Antwerpse ‘diamantoorlog’ binnen het parket: ‘Het is de uitvinding van een aantal mensen die in de pers werd overgenomen.’ In Humo liet hij optekenen dat de man in 18 jaar geen vakantie nam. Hij is er misschien dringend aan toe.

De rechtstaat: van zwembadverdachten tot het paard van Trump

2016 was ook het jaar van die nieuwe justitie-term: ‘zwembadverdachte’. Een Iraakse asielzoeker vloog de cel in op verdenking in het Koksijdse zwembad een meisje te hebben vastgegrepen. Toen de raadkamer van Veurne hem vrijliet, sloot staatsecretaris Francken hem prompt op in een gesloten instelling. Zijn tweet van 24 januari 2016 klinkt als plaatsvervangend rechterschap: ‘Asielaanranders m[oet] justitie vasthouden, zoniet doe ik het’. Francken voegde er nog de hashtag #strengmrrechtvaardig aan toe.

Ik waarschuwde nu bijna een jaar geleden dat die aanpak van de vluchtelingencrisis en de strijd tegen terrorisme onze rechtstaat stilaan uitholt. Helaas mondt elke autocratie vroeg of laat uit in een kleptocratie, een gelegaliseerde diefstal door de elite, door industriëlen die opnieuw een wettelijk kader aangereikt krijgen waarin ze mensen kunnen uitbuiten, juist omdat bepaalde mensen niet meer alle rechten kunnen doen gelden, en bovendien sneller vervolging riskeren door de politie en het gerecht’.

Het paard van Troje heet ondertussen Trump: het vijandsdenken rolt met iedere tweet steeds dichter naar de geruststelling van een grote leider die het oplost.

Op het einde van dit driftig jaar, na een zotte zomer van voorstellen over boerkini’s en nieuwkomersverklaringen, een dolle herfst met de Patriot Act en de noodtoestand à la Belge was het thema voor de verkiezingscampagne ook hier duidelijk gezet. De discussie over onze ‘verdampende rechtstaat’ meteen ook.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content