15 miljoen euro voor leerlingen met beperking: onderwijsorganisaties voorzichtig positief

© iStock

Er komt extra geld voor het M-decreet, dat leerlingen met een beperking ondersteuning biedt om hen in het reguliere onderwijsnet te helpen schoolgaan.

Er komt extra geld voor het M-decreet, dat leerlingen met een beperking ondersteuning biedt om hen in het reguliere onderwijsnet te helpen schoolgaan. Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) voorziet vanaf 1 september elk jaar 15,2 miljoen euro extra, schrijven De Morgen, Het Laatste Nieuws en De Tijd. Zo’n driehonderd nieuwe leraren zullen vooral leerlingen met gedragsstoornissen en kleuters met het syndroom van Down moeten helpen.

Hilde Crevits
Hilde Crevits© Belga

Bij de Christelijke Onderwijscentrale (COC) en het Christelijk Onderwijzersverbond (COV) wordt voorzichtig positief gereageerd. ‘In principe is het altijd positief als er extra geld wordt uitgetrokken om een probleem te verhelpen, maar of het genoeg geld is, dat zal in de praktijk moeten blijken. The proof of the pudding is in the eating, zoals de Engelsen zeggen,’ Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van de COC.

The proof of the pudding is in the eating, zoals de Engelsen zeggen

Koen Van Kerkhoven, Christelijke Onderwijscentrale

‘Ik zou dan toch eerst moeten weten hoe die mensen zullen ingeschakeld worden, voor ik een gefundeerd oordeel hierover kan geven. De toestand is op dit ogenblik hoe dan ook problematisch, dat hebben we al vaker aangekaart. Maar de vraag is nu of die bijkomende middelen veel gaan verhelpen. Veel zal ook afhangen van hoe de instroom van kinderen met beperkingen in het gewone onderwijs zal evolueren in de toekomst. Ook op dat vlak is opvolging nodig.’

‘Het water staat vooral in het basisonderwijs aan de lippen,’ preciseert Marianne Coopman, algemeen secretaris van het COV. ‘De druk is daar het grootst, omdat de effecten er ook het grootst zijn. Hoe die driehonderd leraren gaan verdeeld worden over alle scholen en netten, moet afgewacht worden en ook hoe ze precies worden ingeschakeld is niet duidelijk.’ Volgens Coopman blijft zeker in het buitengewoon onderwijs nog heel wat ongerustheid heersen met het oog op het volgende schooljaar.

Marnix Heyndrickx, voorzitter van VSOA Onderwijs: ‘Wij stellen ons de vraag of dit voldoende zal zijn.’ ‘De instroom van kinderen met beperkingen in het regulier onderwijs zal in de toekomst toenemen’, verwacht Heyndrickx. ‘Dit impliceert minder instroom van leerlingen in het buitengewoon onderwijs waardoor personeelsleden, leerkrachten en paramedici hun job daar dreigen te verliezen, want niet iedereen kan of wil terecht in de ondersteuningsteams.’

‘Het is dan ook een noodzaak dat er voor hen dringend een regeling voor reaffectatie, wedertewerkstelling en voorrangsrechten moet worden uitgewerkt, zodat zij in het regulier onderwijs aan de slag kunnen. Ook voor de ondersteuners moet er dringend werk worden gemaakt van een aangepaste prestatieregeling en een degelijke regeling voor de verplaatsingen.’ Ten slotte vindt VSOA Onderwijs de invoering op 1 september 2017 onrealistisch.

Kort dag

Ook de onderwijskoepels stellen zich vooralsnog afwachtend op. ‘De invoering op 1 september 2017 is wel heel kort dag’, zegt Raymonda Verdyck van het GO! onderwijs. ‘Het is nu belangrijk dat we snel duidelijkheid krijgen over hoe deze middelen worden aangewend en hoe de regionale ondersteuningsnetwerken zullen worden uitgebouwd.’ Bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen ziet men vooral een einde komen ‘aan een lange periode van onzekerheid over hoe de buitengewone en gewone scholen in de toekomst zullen samenwerken.’

‘De kinderen met een gedragsstoornis hadden hier al recht op sinds het M-decreet, maar de middelen waren niet beschikbaar. Katholiek Onderwijs Vlaanderen juicht toe dat deze lacune nu wordt rechtgezet,’ klinkt het nog. De koepel betreurt wel dat scholen en CLB’s voor leerlingen eerst een uitgebreid traject moeten lopen vooraleer deze leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Voor andere leerlingen, die wel specifieke zorgbehoeften hebben, maar dit traject niet doorlopen, blijven de scholen op zichzelf aangewezen.

Partner Content