“1 kind op 2 heeft last van dingen die online staan”

(Belga) 55 procent van de 9- tot 16-jarigen heeft last van dingen die ze online aantreffen. De kinderen zijn het vaakst bang wanneer het gaat om enge inhoud. Dit maakt 1 op 4 zelfs angstig. Dat blijkt uit het ‘EU Kids Online Project’ waarbij in 25 Europese landen 9.904 kinderen bevraagd werden. In ons land werd het onderzoek uitgevoerd door prof. Leen d’Haenens van het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven.

De kinderen vinden dat video-sharing sites zoals YouTube de meeste risico’s inhouden, gevolgd door websites (29 procent), sociale netwerksites (13 pct) en spelletjes (10 pct). Ze vinden online filmpjes schokkend omdat de inhoud echt of erg realistisch zijn en worden vooral geschokt door het zien van wreedheid, moord, dierenmishandeling en zelfs het nieuws. Ook gedragsgerelateerde risico’s zoals cyberpesten worden vaak aangestipt.Sommige risico’s die volwassenen zorgen baren werden zelden genoemd. Minder dan 1 procent vermeld het delen van persoonlijke informatie of in contact komen met vreemden. Ook commerciële inhoud wordt zelden genoemd, net als het te veel tijd online doorbrengen, gokken of zelfmutilatie. Slechts een kleine groep associeert porno met afschuw. Jongens zijn bezorgder over geweld, meisjes over contactgerelateerde risico’s.Het rapport werd vandaag gepubliceerd, de dag van het veiliger internet. Voor Leen d’Haenens is de uitdaging voor de beleidsmakers om deze internetrisico’s aan te pakken enorm. “Omdat hetgeen als risico ervaren wordt echter sterk verschilt naargelang het land, de leeftijd en geslacht is de belangrijkste aanbeveling kinderen te vragen wat hen dwars zit online en hen afhankelijk hiervan te helpen”. (ANWAR AMRO)