Ann Peuteman

Beleid mag niet gebaseerd zijn op verdriet

Dat de ouders van de vermoorde kinderen overmand zijn door gemis en verdriet, is heel normaal. Maar van de overheid mogen we meer verwachten.

Soms worden we al eens emotioneel. Als we krantenberichten lezen over mishandelde, misbruikte of vermoorde kinderen, bijvoorbeeld. Want zou het ook niet ons kind kunnen overkomen? En dan laten we ons al eens door die emoties meeslepen en formuleren we verwensingen of verzuchtingen waar we ons eigenlijk voor zouden moeten schamen. Daar zijn we mensen voor. We hebben er dan ook alle begrip voor dat ouders die zelf een zoon of dochter hebben verloren door verdriet worden overmand en daardoor niet altijd even rationeel reageren. Hoe zouden we zelf zijn.

Maar van de overheid mogen we meer verwachten. Natuurlijk moeten ministers en parlementsleden naar de burgers luisteren en natuurlijk moeten ze zich bij tijd en wijle in hen proberen te verplaatsen. Maar zij mogen zich niet door hun emoties laten meeslepen. Niet door medelijden en zeker niet door angst. Ze moeten net een tegenwicht bieden voor oplaaiende emoties onder hun kiezers. Hun beleid moet gebaseerd zijn op gezond verstand, desnoods op buikgevoel, maar nooit op het sentiment van het moment.

Als de ouders van de slachtoffers van Marc Dutroux dus bij het kabinet van premier Elio Di Rupo of minister van Justitie Annemie Turtelboom aankloppen en eisen dat diens medeplichtige, Michelle Martin, voor eeuwig en een dag in de cel blijft, dan moeten die daar begrip voor hebben. Dan moeten ze naar die mensen luisteren en hen eventueel proberen te troosten. Maar het is geen goed idee om uit dat grote verdriet inspiratie te putten voor nieuwe maatregelen.

Het is heel normaal dat Paul Marchal, de vader van de vermoorde An, gruwt bij het idee dat hij Martin op een dag op de markt zou tegenkomen. Net zoals een verkrachte vrouw er niet aan mag denken ooit nog oog in oog te staan met haar aanrander, een moeder niet meer met de dronken doodrijder van haar zoon geconfronteerd wil worden en een gemolesteerde bejaarde het risico niet wil lopen om zijn overvaller op straat tegen het lijf te lopen. Maar al die daders komen op een dag wel weer vrij. Onvermijdelijk.

Misschien zelfs al nadat ze een derde van hun straf hebben uitgezeten, want dat kan volgens de Belgische wet. Die mogelijkheid geldt voor die doodrijder, die verkrachter, die overvaller en dus ook voor Michelle Martin. Hoe hard en confronterend dat voor de nabestaanden van de slachtoffers ook is. Maar hun smart heeft al in grote mate meegespeeld bij het bepalen van de strafmaat van Dutroux en Martin. Het is dan ook niet helemaal logisch dat die ook doorslaggevend zou zijn bij de beslissing over een vervroegde vrijlating. Als een dader pas uit de gevangenis mag als zijn slachtoffer daar klaar voor is, kunnen we het hele systeem van vervroegde vrijlating beter helemaal overboord gooien.

Blijkbaar is de strafuitvoeringsrechtbank, die in een delicaat dossier als dit echt niet over één nacht ijs zal zijn gegaan, van oordeel dat Martin het een en ander onder ogen heeft gezien en geen gevaar meer betekent voor de samenleving. Theoretisch zou je dus kunnen zeggen dat ze klaar is voor haar re-integratie in de samenleving. Maar dat is natuurlijk niet wat straks zal gebeuren. Aan haar vervroegde vrijlating zijn zoveel voorwaarden gekoppeld dat ze eenvoudigweg de ene gevangenis voor de andere inruilt. En de vraag is of daar ook maar iets aan zal veranderen eens de termijn van haar volledige straf is verstreken.

Ann Peuteman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content