Ludo Bekkers

Belangrijke aanwinst voor het FOMU in Antwerpen

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Wanneer alles verloopt zoals gepland en de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen haar fiat geeft (wat zeer waarschijnlijk is) wordt het Fotomuseum, Antwerpen, een provinciale instelling, verrijkt met een kleine veertig originele foto’s en belangrijke archivalia van Willy Kessels (Dendermonde, 1898 – Brussel, 1974).

Dat is een belangrijke aanwinst niet slechts omwille van de kwaliteit van de prints maar ook om het vervolledigen van het fotomateriaal dat het museum nu al van hem bezit.

Het pakket materiaal is nu nog in het bezit van het antiquariaat Artphot uit Brussel dat gedurende vele jaren zorgvuldig een kwalitatief bestand van Kessels’ werk heeft opgebouwd en waarmee het Fotomuseum al langer relaties mee onderhoud.

Omwille van persoonlijke redenen wil de antiquair de foto’s uit zijn collectie afstoten en brengt ze op de markt met een voorkeuze voor het FoMu. Het heeft misschien ook te maken met het feit dat het museum in september 2010/januari 2011 een tentoonstelling over de fotograaf organiseerde (Willy Kessels, fotografie 1930-1960) waarbij Artphot een belangrijk aandeel had. De professionele relatie die toen verstevigd werd heeft nu geleid tot het gunnen van een eerste keuze uit het beschikbare materiaal. Het is vrijwel zeker dat de provinciale overheid het voorstel van de directeur zal honoreren. Het is een wellicht unieke kans want het oeuvre van Willy Kessels is op de kunstmarkt zeer gegeerd. Veel buitenlandse verzamelaars zijn vandaag bereid om behoorlijke sommen geld te besteden voor een originele afdruk of een negatief. Daardoor stijgen de prijzen en wordt grif tussen de 1.000 en 4.500 euro per foto betaald. Bovendien is Kessels ook vertegenwoordigd in de collecties van de Fondation de l’Architecture (Brussel), het Musée de la Photographie (Charleroi), het KADOC (Leuven), het Metropolitan Museum of Art (New-York), het San Francisco Museum of Art, het Cleveland Museum of Art en het Museum Folkwang (Essen). Bij de verwerving van de reeks foto’s staat het FoMu meteen op het internationale voorplan want het is vrijwel zeker dat fotowerk uit de beste periodes van Kessels zal gezocht worden om andere verzamelingen te vervolledigen. Maar bij Elviera Velghe, de directeur van het Antwerpse museum, is nog een ander motief aanwezig om de aankoop te rechtvaardigen. Met deze aankoop, zegt ze, wil het museum het grootste deel van de productie van Wily Kessels opnieuw samenbrengen en voorkomen dat dit archief versnipperd naar het buitenland vertrekt. En bovendien wil het FoMu door deze aankoop zijn taak als ambassadeur van de Belgisch/Vlaamse fotografie optimaal opnemen en wil daarbij ten volle de verantwoordelijkheid dragen inzake de conservering en bescherming van het Belgisch/Vlaamse fotografisch erfgoed. Dat moet mede ons profiel worden. Daarom is deze aankoop zo belangrijk omdat het Kessels archief aansluit bij recente andere, zoals die van o.a. Filip Tas, Frank Philippi, Patrick De Spiegelaere, Gilbert D’haen en Paule Pia. En ook omdat hij eventuele toekomstige schenkingen van archieven van jonge en oudere fotografen zou kunnen stimuleren.

Henri Kessels, om het even over hem te hebben, heeft diverse artistieke disciplines beoefend. Na zijn klassieke humaniora volgde hij lessen in architectuurtekenen en beeldhouwkunst, werd later een gewaardeerd meubelontwerper in modernistische stijl en fotografeerde die, als amateur, zuiver documentair. In de jaren twintig was hij nauw betrokken bij de artistieke avant-garde. Hij leerde er de principes kennen van het Bauhaus en het Nederlands equivalent De Stijl. Vanaf 1931 werd hij professioneel fotograaf en zijn voorkeur ging naar de experimentele fotografie met dubbeldrukken, fotomontages, fotogrammen en solarisaties.Maar enigszins vreemd kwam zijn grote doorbraak in 1933 met een fotoreportage gemaakt tijdens het draaien van de film “Misère au Borinage” van Henri Storck en Joris Ivens. Het was sociale fotografie van de zuiverste soort met schrijnende beelden van de armoede en het verzet van de werkloze mijnwerkers uit het Waalse kolenbekken. In contrast met de foto’s die we nu zien in de World Press Photo tentoonstelligen zijn ze minder hard maar niet minder doordringend.

Dat Kessels een ambigue figuur is geweest zowel in zijn aard als in zijn werk wordt bewezen dat hij de Borinage kon koppelen aan rationeler werk van architectuur, design en publiciteit in een zuiver experimentele stijl. Dat hij tussendoor markante portretten maakte en artistieke naakten die dan enigszins contradictorisch zijn met het constructivistische model dat hij vroeger in zijn kleinere sculpturen en meubels hanteerde en ook in zijn publiciteits- en architectuurfotografie.

Dat hij voor de tweede wereldoorlog sympathiseerde met de figuur van Joris van Severen en zijn Dinaso beweging en dat hij zijn passieve belangstelling voor een nieuwe orde niet weg stak en er ook actief voor fotografeerde heeft hem enige tijd zijn vrijheid gekost waarna hij zich liet verleiden door politieke geloofsgenoten om te komen fotograferen in het ongerepte Scheldeland. Dat leverde materiaal op voor een aantal boeken die, alweer romantiserend, de schoonheid van stroom en streek op een toch voortreffelijke manier in beeld brachten. Dat verleden werkte nog na toen in 1996 een expositie van zijn werk in het Musée de la Photographie in Charleroi om fanatiek politieke redenen werd afgelast en in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten tijdens het seizoen 1997/1998 een overzicht van zijn oeuvre op zulke negatief-subjectieve manier werd voorgesteld dat het meer pijnlijk dan verhelderend was.

Maar nu blijkt het FoMu de zaken recht te trekken met een substantiële aankoop waardoor Kessels in de collectie een waardige historische plaats zal krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content